Grammatica

Grammatica

Welkom

Hallo leerling,

Leuk dat je mijn website komt bezoeken. Ik ben Maryam Moussane, docent Nederlands in opleiding. In dit leerarrangement zal je een aantal tips en tricks vinden wat betreft het toepassen van de persoonsvorm. Ook zal je wat meer ontdekken over de lidwoorden, zelfstandige naamwoorden én over de werkwoorden. Als jij de trucjes eenmaal onder controle hebt, vind je een toets waarbij jij jouw kennis meteen kan testen.
Handig hé?

 

Heel veel leerplezier toegewenst!

 

Pixabay
Pixabay

Doelen

Natuurlijk is het handig om van te voren te weten wat de bedoeling is van deze website én wat ik wil dat jij leert na het bekijken ervan. Hieronder staan de doelen van mijn website genoteerd:

  • De leerling kan na het bekijken van deze website de persoonsvorm in een zin benoemen.

  • De leerling kan na het bekijken van deze website de persoonsvorm in een  vraagzin benoemen.

  • De leerling kan na het bekijken van deze website de verschillende lidwoorden benoemen.

  • De leerling kan na het bekijken van deze website de betekenis van het zelfstandig naamwoord benoemen.

  • De leerling kan na het bekijken van deze website de werkwoorden herkennen.

Persoonsvorm

Uitleg

In dit filmpje zal je wat meer leren over de persoonsvorm.

 

 

Na het bekijken van dit filmpje kan je de volgende vragen beantwoorden:
-Waar komt de persoonsvorm te staan in de vraagzin?
-Hoeveel dingen kun je doen om de persoonsvorm te vinden?
-Is een zin zonder een persoonsvorm echt een zin?

Oefenen

Lidwoord

Uitleg

De, het en een

-Een lidwoord hoort altijd bij een zelfstandig naamwoord.
    Bijvoorbeeld: Het huis, de fiets, een schaap

-Er kunnen woorden tussen het lidwoord en het zelfstandig naamwoord staan.
    Bijvoorbeeld: Het grote meisje, de heldere maan, een gele haarband

 

 

Welke vragen kun je nu beantwoorden?:
-Waar hoort een lidwoord altijd bij?

-Kunnen er tussen de lidwoorden en het zelfstandig naamwoord andere woorden staan?

Oefenen

Zelfstandig naamwoord

Uitleg

Zelfstandige naamwoorden zijn woorden voor mensen, dieren, planten, dingen, namen en begrippen

-Mensen: Slager
-Dieren: Hond
-Planten: Cactus
-Dingen: Stoel
-Namen: Dillon
-Begrippen: Geluk

 

Je kan altijd een lidwoord voor een zelfstandig naamwoord zetten.
Bijvoorbeeld: de slager, de hond, een cactus

 

Welke vragen kun je nu beantwoorden?:
-Waar zijn zelfstandige naamwoorden woorden voor?
-Kunnen zelfstandige naamwoorden ook mensen zijn?

Oefenen

Tussentoets

Extra oefenen

Uitleg

Extra uitleg over de persoonsvorm:
De persoonsvorm is op drie manieren te vinden:
Manier 1:
Wanneer je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm mee.
Bijvoorbeeld: Ik loop naar de stad -> Ik liep naar de stad
Loop wordt liep dus is loop de persoonsvorm


Manier 2: Wanneer je de zin verandert van aantal, verandert de persoonsvorm mee.
Bijvoorbeeld: Ik loop naar de stad -> Wij lopen naar de stad
Loop wordt lopen dus is loop de persoonsvorm.

Manier 3: Wanneer je de zin vragend maakt, is de persoonsvorm het eerste werkwoord.
Bijvoorbeeld: Ik loop naar de stad -> Loop ik naar de stad?
Loop is het eerste werkwoord, dus loop is de persoonsvorm

 

Extra uitleg over het lidwoord:
Lidwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord. Er zijn drie lidwoorden: De, het, een
Bijvoorbeeld:
de kast
het bed
een kast, een bed

 

Extra uitleg over het zelfstandig naamwoord:
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten.
Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen, plaatsen en voor namen

Voorbeelden:

  • de kat

  • de plant

  • de neus

  • Piet

  • Nederland

  • Eindhoven

  • Het werk

  • De orchidee

Oefenen

Vond jij de toets moeilijk? Dan kan je hier een aantal extra opdrachten maken betreft de persoonsvorm, het lidwoord en het zelfstandig naamwoord.

LET OP! Maak de opdrachten in Word en lever het digitaal bij mij in.

 

 

Zoek in onderstaande zinnen de persoonsvorm:
1) Mijn vader gaat morgen naar het feestje van Jan.
2) Twee dagen terug liep ik nog erg laat door de straten.
3) Ik moet vanavond op het broertje van mijn vriendin passen.
4) Zag ik jou gisteren in de stad?
5) Gisteren had mijn broer een goede vriend op bezoek.

Zoek in onderstaande zinnen het lidwoord:
1) Mijn vader gaat morgen naar het feestje van Jan.
2) Twee dagen terug liep ik nog erg laat door de straten.
3) Ik moet vanavond op het broertje van mijn vriendin passen.
4) Zag ik jou gisteren in de stad?
5) Gisteren had mijn broer een goede vriend op bezoek.

Zoek in onderstaande zinnen het zelfstandig naamwoord:
1) Mijn vader gaat morgen naar het feestje van Jan.
2) Twee dagen terug liep ik nog erg laat door de straten.
3) Ik moet vanavond op het broertje van mijn vriendin passen.
4) Zag ik jou gisteren in de stad?
5) Gisteren had mijn broer een goede vriend op bezoek.

 

 

Kennisclip over de werkwoorden

Uitleg

Werkwoord

Uitleg

  • Werkwoorden geven aan wat iets of iemand doet

  Bijvoorbeeld: maakt, verhuisd, liep

  • Werkwoorden kunnen staan in de tegenwoordige tijd óf in de verleden tijd

  Bijvoorbeeld: maak/maakte, loop/liep

  • Je kan een ik-hij-wij-rijtje maken

  Bijvoorbeeld: Ik loop, hij loopt, wij lopen

Welke vragen kun je nu beantwoorden?:
- Wat geven werkwoorden aan?
-Kunnen werkwoorden alleen in de tegenwoordige tijd staan?
-Wat voor rijtje kun je maken van een werkwoord?

Oefenen

Vind in de volgende zinnen de werkwoorden:

Eindtoets

  • Het arrangement Grammatica is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Maryam Moussane
    Laatst gewijzigd
    2017-11-03 09:26:40
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Schrijven; Spelling, interpunctie en grammatica; Nederlands; Schrijfvaardigheid;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    https://www.youtube.com/watch?v=nvAow4JgyRE
    https://www.youtube.com/watch?v=nvAow4JgyRE
    Video
  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.