Extra uitleg over de persoonsvorm: De persoonsvorm is op drie manieren te vinden:
Manier 1: Wanneer je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm mee.
Bijvoorbeeld: Ik loop naar de stad -> Ik liep naar de stad Loop wordt liep dus is loop de persoonsvorm
Manier 2: Wanneer je de zin verandert van aantal, verandert de persoonsvorm mee.
Bijvoorbeeld: Ik loop naar de stad -> Wij lopen naar de stad Loop wordt lopen dus is loop de persoonsvorm.
Manier 3: Wanneer je de zin vragend maakt, is de persoonsvorm het eerste werkwoord.
Bijvoorbeeld: Ik loop naar de stad -> Loop ik naar de stad? Loop is het eerste werkwoord, dus loop is de persoonsvorm
Extra uitleg over het lidwoord:
Lidwoorden staan vóór het zelfstandig naamwoord. Er zijn drie lidwoorden: De, het, een Bijvoorbeeld: de kast het bed een kast, een bed
Extra uitleg over het zelfstandig naamwoord:
Zelfstandig naamwoorden zijn woorden waar je een lidwoord voor kunt zetten.
Je gebruikt ze voor: dieren, mensen, dingen, plaatsen en voor namen