In deze spellingsopdracht staat de persoonsvorm centraal.
Leerdoelen
Na deze module:
kun je de persoonsvorm op correcte wijze spellen in de tegenwoordige tijd.
kun je de persoonsvorm op correcte wijze spellen in de verleden tijd.
Eindproduct
De spellingsregels voor werkwoorden worden vaak weergegeven in een tabel of in een schema.
Als eindproduct van deze opdracht maak je een tabel of schema waarin je uitlegt hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (tt) en in de verleden tijd (vt) moet spellen.
In het schema staan ook voorbeelden.
Eisen schema
Je een schema maakt waarin je duidelijk uitlegt hoe je de persoonsvorm spelt in de tegenwoordige en in de verleden tijd.
Je in je schema voldoende voorbeelden hebt opgenomen.
Je schema er goed verzorgd uitziet.
Je het schema op tijd inlevert.
Werkwijze
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Bestudeer het Kennisbankitem 'De persoonsvorm en maak de oefening'.
Stap 2
Alleen
Ga op zoek naar een schema over spelling in de persoonsvorm.
Stap 3
Alleen
Ga zelf een schema maken.
Stap 4
Alleen
Kijk of je antwoord kunt geven op de twee hoofdvragen.
Benodigdheden
Materiaal voor het maken van het schema.
Stap 1
Bestudeer - als dat nodig is - uit de Kennisbank het volgende onderwerp:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je hebt gezien hoe je de persoonsvorm moet schrijven en je hebt ook geoefend met het schrijven van de persoonsvorm.
Ga naar www.google.nl en ga op zoek naar een schema over spelling in de persoonsvorm. Maak eventueel gebruik van de mogelijkheid om naar afbeeldingen te zoeken. Bezoek de website waarop het schema staat.
Sla het schema op. Print het schema uit als je dat prettig vindt.
Kijk goed of je het schema helemaal begrijpt.
Bespreek het schema eventueel met een medeleerling.
Stap 3
Je gaat nu zelf een schema maken. In het schema laat je duidelijk zien hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd schrijft.
Werkwijze:
Bepaal eerst wat je in het schema gaat vertellen.
Zorg dat je overal voorbeelden bij hebt.
Bedenk hoe je schema er uit gaat zien. Wordt het een pijlenschema? Of lijkt je een schema in de vorm van een tabel overzichtelijker?
Maak een eerste versie van het schema.
Vraag commentaar op je eerste versie aan een medeleerling.
Verwerk het commentaar.
Stap 4
Ga na of je antwoord kunt geven op de twee hoofdvragen van de opdracht.
Hoe spel je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd?
Hoe spel je de persoonsvorm in de verleden tijd?
Bij 'Vooraf' vind je onder het kopje 'Eisen schema' de criteria waaraan het schema moet voldoen.
Voldoet je schema aan de criteria?
Nee? Pas je schema aan.
Ja? Laat je schema dan beoordelen door je docent.
Extra 1: Oefenen
Persoonsvorm
Is het nu met een -d of een -t?
Dat wordt lastig, wanneer de persoonsvorm net zo klinkt als het voltooid deelwoord.
Voorbeeld:
Werkwoord: gebeuren
1. Het is nu eenmaal ...............
Voltooid deelwoord, regel: langer maken: je zegt gebeurde, dus met een -d, gebeurd.
2. Er ................ hier altijd wel iets.
Persoonsvorm bij hij, regel: stam+t.
Stam van gebeuren = gebeur (-en eraf) +t, dus gebeurt.
Maak de invulzinnen van onderstaande oefeningen. Kijk steeds goed of het een persoonsvorm is of een voltooid deelwoord, en pas de juiste regel toe.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Het arrangement Spelling: persoonsvorm WB is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Auteur Kunskapsskolan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-09-01 13:02:42
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Werkwoordspelling
Werkwoordspelling
Toets
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.