Oppervlaktematen
Heb je het over oppervlakte dan heb je het vaak over vierkante meters (m\(\small^2\)).
Een vierkant van \(\small{1}\) m bij \(\small{1}\) m heeft een oppervlakte van \(\small{1}\) m\(\small^2\).
Maar soms heb je het ook over vierkante kilometers (km\(\small^2\)), vierkante centimeters (cm\(\small^2\)) of vierkante millimeters (mm\(\small^2\)).
Vierkante meters, vierkante kilometers, vierkante centimeters en vierkante millimeters zijn oppervlaktematen.
Er geldt:
\(\small{1}\) km \(\small=\) \(\small{1000}\) cm |
en |
\(\small1\) km\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{1000000}\) m\(\small^2\) |
\(\small{1}\) m \(\small=\) \(\small{100}\) cm |
en |
\(\small1\) m\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{10000}\) cm\(\small^2\) |
\(\small{1}\) cm \(\small=\) \(\small{10}\) mm |
en |
\(\small1\) cm\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{100}\) mm\(\small^2\) |
Hieronder staan de verschillende oppervlakte-eenheden op volgorde van groot naar klein.
Elk stapje naar rechts betekent \(\small{\times100}\)
Elk stapje naar links betekent \(\small{:100}\)
\(\small{0{,}5}\) km\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{500000}\) cm\(\small^2\) |
\(\small{6000000}\) m\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{6}\) km\(\small^2\) |
\(\small{1{,}5}\) m\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{15000}\) cm\(\small^2\) |
\(\small{350}\) dm\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{3{,}5}\) m\(\small^2\) |
\(\small{24}\) cm\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{2400}\) mm\(\small^2\) |
\(\small{85000}\) cm\(\small^2\) \(\small=\) \(\small{8{,}5}\) mm\(\small^2\) |
Soms is het handig om oppervlaktematen om te rekenen.
Oppervlaktematen - Voorbeeld 1
Hiernaast zie je een stukje millimeterpapier.
- Ieder grijs hokje is \(\small1\) millimeter bij \(\small1\) millimeter.
De oppervlakte van \(\small1\) grijs hokje is dus \(\small1\) mm\(\small^2\).
- Op het millimeterpapier zijn ook blauwe hokjes getekend.
De blauwe hokjes zijn \(\small1\) centimeter bij \(\small1\) centimeter.
De oppervlakte van \(\small1\) blauw hokje is dus \(\small1\) cm\(\small^2\).
Tel hoeveel grijze hokjes in één blauw hokje passen.
Je ziet: \(\small1\) cm\(\small^2\) \(\small=100\) mm\(\small^2\).
Oppervlaktematen - Voorbeeld 2
Hiernaast zie je een handbalveld getekend.
De oppervlakte van het handbalveld is \(\small5\times10=50\) hokjes.
Elk hokje is in werkelijkheid \(\small5\) m bij \(\small5\) m.
De oppervlakte van één hokje is dan \(\small25\) m\(\small^2\).
De oppervlakte van het handbalveld is dan
\(\small50\times25=1250\) m\(\small^2\).
Oppervlaktematen - Voorbeeld 3
Irma wil de vloer van haar kamer met vloertegels beleggen.
De oppervlakte van de kamer van Irma is \(\small10\) m\(\small^2\).
De tegels zijn \(\small30\) cm bij \(\small30\) cm.
Heeft Irma genoeg aan \(\small100\) tegels?
- De oppervlakte van één tegel is \(\small30\times30=900\) cm\(\small^2\)
- De oppervlakte van \(\small100\) tegels \(\small100\times900\) cm\(\small^2\) \(\small=90000\) cm\(\small^2\)
- \(\small90000\) cm\(\small^2\) \(\small=9\) m\(\small^2\)
- Dus Irma heeft niet genoeg aan \(\small100\) tegels.