Je lichaam doet de hele dag niks anders dan bewegen:
Lopen, zitten, schrijven of typen, staan, fietsen, rennen en ga zo maar door.
Hoe komt het dat je kunt bewegen? Hoe werkt jouw bewegingsapparaat?
Onder je huid zit een ingewikkeld bewegingsapparaat dat bestaat uit botten, gewrichten, spieren, pezen en zenuwen.
Daarover ga je in deze opdracht meer te weten komen....
Veel succes!
Vooraf
Opdracht 'Hoe kom ik in beweging?'
Doorloop alle stappen van de opdracht en beantwoord de vragen op het werkblad. Bewaar dit werkblad in je mapje of voeg het toe aan je portfolio.
Het werkblad ligt klaar in het lokaal of kun je op je laptop openen door te klikken op de link onderaan deze pagina!
Leerdoelen
Na deze opdracht:
Kun je twee manieren beschrijven waarop botten met elkaar verbonden zijn.
Kun je de twee onderdelen van een gewricht en de functies ervan benoemen.
Kun je het kogel-, rol- en scharniergewricht van elkaar onderscheiden.
Kun je de werking van de spieren en gewrichten uitleggen
Eindproduct
Je rondt deze opdracht af met de toets 'Hoe kom ik in beweging?'.
De toets bestaat uit tien meerkeuzevragen.
Je hebt een voldoende voor de toets als 80% van de vragen goed hebt beantwoord.
Als bewijs kun je dan het certificaat 'Hoe kom ik in beweging?' printen.
Stap1
Bestudeer uit de Kennisbank Biologie het onderdeel:
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
In het item van de Kennisbank over Spieren ging een deel over de armspieren.
Bekijk de volgende videoclip over bodybuilding en beantwoord daarna de vragen op het werkblad.
Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Stap4
Practicum armbuigspier
Je onderzoekt hoe de dikte van je buigspier verandert als je je arm samentrekt.
Je vergelijkt je linker- en rechterarm.
En je vergelijkt jouw resultaten met de resultaten van een klasgenoot.
Pak het werkblad: practicum armbuigspier. Deze ligt voor je klaar in het lokaal.
Lees het practicum een keer helemaal door.
Pak een meetlint.
Voer het practicum samen met klasgenoot uit.
Vul de resultaten van de metingen in de tabel in.
Geef daarna antwoord op de vragen onder het kopje conclusie en geef de verklaring.
Stap5 (alleen voor KGT!)
Alleen voor KGT!
Lees de onderstaande tekst en beantwoord daarna de vragen op je werkblad
Bewegen als je dat zelf wilt
De spieren die de armen, benen, gezicht, hoofd en lichaam bewegen zijn ‘willekeurige’ spieren.
Dit betekent dat ze alleen maar werken als jij dat wilt.
Vaak moet je, als je voor het eerst iets doet, er goed bij nadenken welke spieren je nodig hebt.
Bijvoorbeeld: toen je leerde fietsen. Je moest toen leren om tegelijkertijd te trappen, te sturen en je evenwicht te bewaren. Pas na veel oefening kon je fietsen en je willekeurige spieren gebruiken zonder er steeds bij na te denken.
Als je deze spieren onder de microscoop bekijkt, zie dwarse streepjes.
Daarom heten de willekeurige spieren ook wel dwarsgestreepte spieren.
Spieren die vanzelf werken
Je hebt ook spieren die je niet met je wil kunt besturen.
Ze zitten in je darmen, in bloedvaten en nog meer organen. Het zijn ‘onwillekeurige’ spieren ofwel gladde spieren. Als je deze spieren onder de microscoop bekijkt, zie je geen dwarsstreepjes. Dit soort spieren werkt dus automatisch: Niemand hoeft te leren het voedsel door de darmen te vervoeren.
Eén spier is nooit moe
Het hart is eigenlijk één grote speciale spier, de hartspier.
Elke keer als de hartspier samentrekt, wordt er bloed uit het hart geperst.
De hartspier werkt dag en nacht en wordt nooit moe.
Hij heeft wel dwarse streepjes maar lijkt in zijn werking meer op gladde spieren.
Stap6
Eindtoets
Je sluit deze opdracht af met het maken van een toets.
Probeer een zo hoog mogelijke score te halen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Myoglobine
Deze stof vind je in rode spiervezels. Kenmerkend is het feit dat deze stof zuurstof opslaat in de spieren en relatief lang kan samentrekken.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Beenverbindingen
Bouw van een spier
Spieren van een hond
Bewegen
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.