Sporten

Sporten

Leerdoel 1

Je kunt van de organen die bij beweging betrokken zijn de bouw en functie beschrijven.

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

Verplicht

- Skelet plakken

- Hoe kom ik in beweging?

 

Keuze

- Kahoot skelet

- Houding

- Dierenskelet (keuzeopdracht voor KGT)

Skelet plakken

Leerdoel 1: verplichte opdracht

Ons skelet is een heel erg belangrijk onderdeel van ons lichaam. Ons skelet zorgt ervoor dat we niet in elkaar zakken en dat we kunnen bewegen. Onze spieren zitten aan de botten vast.
Het skelet zorgt er ook voor dat bepaalde belangrijke organen beschermd worden. Onze schedel beschermt bijvoorbeeld onze hersenen.

In deze opdracht ga je het skelet uitknippen en in elkaar puzzelen. Alle informatie die je nodig hebt om dit te doen vind je in de Kennisbank Skelet. Neem deze informatie eerst door.
 

Kennisbank Skelet


Ga daarna naar de opdracht: Skelet plakken

Hoe kom ik in beweging?

Leerdoel 1:  Verplichte opdracht

In deze opdracht ga je leren over beweging

Bij deze opdracht heb je het werkblad: hoe kom ik in beweging? nodig. Dit werkblad vind je in het lokaal en als link onderaan deze pagina.

Volg de stappen in het programma en vul de vragen op het werkblad: hoe kom ik in beweging?

Ga hier naar de opdracht: Hoe kom ik in beweging?

 

 

Kahoot skelet

Leerdoel 1: keuzeopdracht

Om te testen of iemand iets begrepen of onthouden heeft kun je een toets geven. Ook kun je bijvoorbeeld een quiz maken. In deze opdracht ga jij zelf een quiz maken met het programma Kahoot. Je gaat vragen verzinnen over leerdoel 1.

Ga hier naar de opdracht: Kahoot skelet

Lichaamshouding

Leerdoel 1: keuzeopdracht

Bij alles wat je doet neemt je lichaam een houding aan. Meestal gebeurt dat zonder dat je erbij nadenkt. Toch is het goed om te weten dat je wel op je lichaamshouding moet letten. Als je heel lang de verkeerde houding aanneemt kan dat schadelijk zijn voor je lichaam. Als je bijvoorbeeld met je hoofd op de leuning van de bank in slaap valt en je wordt na een tijdje wakker dan kun je last van je nek hebben. Als je zwaar tilt en je doet dat op de verkeerde manier dan kun je last van je rug krijgen.

Ook bij het sporten is het goed om op je lichaamshouding te letten. Zeker als je naar de sportschool gaat om met gewichten te trainen. Bij de verkeerde houding kan je rug het zwaar te verduren krijgen en krijg je snel last van blessures (pijn klachten).

Vraag je af bij elke sport die je doet:

  1. Wat is de juiste houding?
  2. Kan mijn lichaam dit (al) aan?
  3. Hoe weet ik wanneer ik tegen mijn grenzen aan loop?
  4. Hoe kan ik blessures voorkomen?

Als je zuinig op je lichaam bent dan heb je minder last van klachten.

Om meer te leren over een juiste lichaamshouding maak je de opdracht 'lichaamshouding'. Deze opdracht voor je uit in tweetallen en hierbij heb je het werkblad: lichaamshouding nodig. Deze ligt klaar in het lokaal.

Dierenskelet (KGT)

Leerdoel 1: keuzeopdracht (KGT)

Je hebt nu de onderdelen van het skelet van de mens geleerd. Veel dieren hebben ook een skelet.
Mensen zijn zoogdieren. De skeletten van zoogdieren lijken allemaal heel erg veel op elkaar. Je zou het niet zeggen, maar een hond heeft bijna dezelfde botten als een mens!

In deze opdracht ga je bekijken of je de botten van verschillende zoogdieren ook kunt herkennen. 

Pak het werkblad: dierenskelet en volg de stappen!

Leerdoel 2

Je benoemt wat lichamelijke conditie inhoudt en hoe deze bevorderd kan worden.

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

- Hoe goed is jouw conditie?

 

Ben jij fit?

Leerdoel 2: verplichte opdracht 


Overal kun je horen of lezen dat het belangrijk is om fit en lenig te zijn.
Hoe fit ben jij eigenlijk? En hoe is het met jouw conditie?

Om hier achter te komen ga je nu een fit-test doen. Deze testjes doen we met de hele klas samen. Succes!

Afbeeldingsresultaat voor cartoon spierballen

 

Leerdoel 3

Je weet hoe te handelen in een noodsituatie en kunt een aantal basishandelingen eerste hulp uitvoeren.

 

Om dit leerdoel te behalen moet je de volgende opdrachten maken:

 

Verplicht

- EHBO les

EHBO

Leerdoel 3: verplichte opdracht

Op je werk, maar ook in je prive leven maak je wel eens mee dat iemand gewond raakt. Het is dan fijn als je weet hoe je moet handelen.

Om dit te leren kun je een EHBO cursus volgen. De afkorting EHBO staat voor Eerste Hulp Bij Ongelukken.

In deze les ga je leren hoe je een verband en een mitella moet aanleggen, hoe je iemand in de stabiele zijliging legt en hoe je de greep van Heimlich uitvoert.

Maak de opdracht en bewaar deze in je mapje!

Stabiele zijligging

Stabiele zijliging

Bekijk het onderstaande filmpje en oefen daarna bij elkaar de stabiele zijliging. Je kunt hiervoor ook de werkkaart 'stabiele zijliging' gebruiken!

Stabiele zijliging

Mitella

Mitella aanleggen

Bekijk het onderstaande filmpje en oefen daarna bij elkaar het aanleggen van een mitella. Je kunt hiervoor ook de werkkaart 'Mitella aanleggen' gebruiken!

Mitella aanleggen

Drukverband

Drukverband aanleggen

Bekijk het onderstaande filmpje en oefen daarna bij elkaar het aanleggen van een drukverband. Je kunt hiervoor ook de werkkaart 'Drukverband aanleggen' gebruiken!

Drukverband aanleggen

Vingerverband

Vingerverband aanleggen

Bekijk het onderstaande filmpje en oefen daarna bij elkaar het aanleggen van een vingerverband. Je kunt hiervoor ook de werkkaart 'Vingerverband aanleggen' gebruiken!

Vingerverband aanleggen

Heimlich greep

Heimlich greep

Bekijk het onderstaande filmpje en oefen daarna bij elkaar de Heimlich greep. Je kunt hiervoor ook de werkkaart 'Heimlich greep' gebruiken!

Heimlich

Snelverband

Snelverband aanleggen

Bekijk het onderstaande filmpje en leg daarna bij elkaar een snelverband aan. Je kunt hiervoor ook de werkkaart 'snelverband aanleggen' gebruiken!

Snelverband aanleggen

Leerdoel 4 (KGT)

KGT leerdoel

Je kunt uitleggen welke lichamelijke kenmerken zorgen voor betere sportprestaties en hier voorbeelden van geven met sporten/sporters.

 

Dit leerdoel wordt behandeld in de eindopdracht.

 

Eindopdracht BBL

Eindopdracht thema 3: Sporten

In dit thema heb je geleerd over hoe ons lichaam ons laat bewegen en hoe fit jij zelf bent. In deze eindopdracht ga jij je verdiepen in hoe je kunt zorgen dat je fit wordt, je een goede conditie krijgt en wat je juist niet moet doen.

Pak de werkkaart: Eindopdracht BBL en ga aan de slag! Succes!

 

Eindopdracht KGT

Eindopdracht thema 3: Sporten

In deze eindopdracht gaan jullie je verdiepen in de topsport. Hoe kun je echt heel erg goed worden in een bepaalde sport, ofwel hoe kun je excelleren?

Waarom kan Dafne Schippers zo hard rennen? En waarom kan juist Sven Kramer zo hard schaatsen?

In deze opdracht gaan jullie je verdiepen in een sport en uitzoeken wat je nodig hebt om in deze sport te excelleren. Is dit alleen training of is er meer voor nodig?

Bekijk nu eerst de drie onderstaande filmpjes en lees daarna de twee websites over topsport. Je weet nu al vanalles over topsport en pak daarna de werkkaart: Eindopdracht sporten KGT erbij om de opdracht uit te voeren. Deze werkkaart ligt klaar in het lokaal in vind je onderaan deze pagina. 

 

 

 

Informatie over voeding bij topsport: KLIK

Informatie over hoe je een topsporten wordt: KLIK

 

Eindtoets

Eindtoets thema sporten

Voor de eindtoets kun je het volgende leren:

- Kennisbanken:

- Opdrachten Fit-test

- Opdrachten EHBO

 

De theorie van de kennisbanken kun je ook uitprinten. Het printbare document vind je onderaan deze pagina!
 

Succes!