5H Indeling van de tekst

5H Indeling van de tekst

Tekstindeling en tekststructuur

Inleiding

Tekstindeling
Een zakelijke tekst (artikel, brief, beschouwing, enzovoort) heeft vaak een vaste indeling: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft een specifieke functie en kan uit meer dan één alinea bestaan. Het middenstuk bestaat meestal uit verschillende alinea’s, inleiding en slot vaak uit één.

KB: Functies van tekstdelen

Tekststructuur
Veel teksten zijn opgebouwd volgens een vaste structuur. Het is belangrijk dat je die herkent omdat je daardoor de tekst beter begrijpt. Deze structuren geven antwoord op een aantal vragen. Als je je voorbereidt op het schrijven van een tekst, is je schrijfplan volledig als je antwoorden hebt op de onderliggende vragen. Bestudeer het volgende onderdeel in de Kennisbank.

KB: Tekststructuur

De theorie over tekstindeling en tekststructuren wordt samengevat in het filmpje:

 

Opdracht 1

Tekstopbouw: vaste tekststructuren
Vaste tekststructuren geven antwoord op een aantal vaste vragen.
Bijvoorbeeld bij de voor- en nadelenstructuur:

Inleiding vraag Welke zaak wordt behandeld?
Middenstuk voor- en nadelen Wat zijn de voordelen?
Wat zijn de nadelen?
Slot eindconclusie Wat is de eindconclusie?


Als je je voorbereidt op het schrijven van een tekst, is je schrijfplan volledig als je antwoorden hebt op de onderliggende vragen.
Kijk eerst nog eens goed naar de gevraagde tekststructuur.
Neem de tabel over en vul in de kolom 'Vaste vragen' in welke vragen je kunt stellen.

Tekststructuur 1

Probleem - oplossingsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding probleem  
Middenstuk oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen  
Slot de beste oplossing


​Tekststructuur 2

Verklaringsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding beschrijving verschijnsel  
Middenstuk redenen, oorzaken en gevolgen  
Slot beste verklaring, samenvatting


​Tekststructuur 3

Vroeger/nu/toekomststructuur   Vaste vragen:
Inleiding introductie onderwerp  
Middenstuk situatie vroeger, situatie nu  
Slot toekomstverwachting


​Tekststructuur 4

Vraag - antwoordstructuur   Vaste vragen:
Inleiding vraag  
Middenstuk antwoorden  
Slot samenvatting of conclusie

 

Opdracht 2

Tekstopbouw: tekstindeling/tekststructuren
Lees de tekst en beantwoord daarna de vragen.

Tekst

Je eet een reep chocola of een lapje varkensvlees en ja hoor: de dag erna een puist op je voorhoofd. Acne mag vooral een puberprobleem zijn, ook later kan opeens een nare pukkel opduiken. Is dat te vermijden door bepaalde voeding te laten staan?

Een fabeltje, verkondigden dermatologen decennialang. Ze baseerden zich op een beroemde chocoladestudie uit 1969, waarvoor proefpersonen met acne een maand lang dagelijks een chocoladereep of een placeboreep aten en daarna van reep wisselden. Een effect op hun puistjes bleef uit. Hoewel dat Amerikaanse onderzoek alleen over chocola ging, was het resultaat aanleiding om elk verband tussen puistjes en het eetpatroon van tafel te vegen.

Maar de laatste jaren wordt duidelijk dat de chocolademythe toch een kern van waarheid bevat. Want waarom troffen wetenschappers geen acne aan bij het Kitavan-volk op Papoea-Nieuw-Guinea en ook niet onder jagers-verzamelaars in Paraguay? En hoe kan het dat de Canadese Inuits geen last hadden van puistjes, totdat ze westerse eetgewoonten overnamen? 'We horen te vaak van patiënten dat hun acne verergert als ze bepaalde voeding eten', zegt hoogleraar dermatologie Peter van de Kerkhof (Radboudumc). 'Het gaat om chocola, maar ook om aardbeien, melk en vet. We kunnen er niet meer omheen.'

Zuivelproducten
Wetenschappelijk onderzoek heeft twee boosdoeners achterhaald. Zuivel is de belangrijkste. Amerikaans onderzoek onder ruim 40 duizend vrouwen duidt erop dat melkproducten acne kunnen verergeren. De tweede: snelle koolhydraten, die de suikerspiegel in het bloed snel laten stijgen. Denk aan witbrood en chips. En chocola.

Vorig jaar legden Amerikaanse wetenschappers in een overzichtsartikel uit hoe voedingsmiddelen acne kunnen bevorderen: ze brengen via een ingewikkelde route teweeg dat er meer androgenen, mannelijke geslachtshormonen, actief worden. En androgenen (die ook vrouwen in hun bloed hebben) jagen de talgproductie op, legt Van de Kerkhof uit. Een puistje ontstaat als het afvoerkanaal van een talgklier verstopt raakt waarna de ophoping, door toedoen van een huidbacterie, gaat ontsteken.

Toch is het wetenschappelijk bewijs nog te mager om pubers met acne op dieet te zetten, zegt hij. Want de studies van de afgelopen jaren hadden tekortkomingen: de groepen waren bijvoorbeeld erg klein of de proefpersonen moesten zich hun eetpatroon van jaren geleden herinneren.

Per persoon anders
Vandaar het advies van Van de Kerkhof: zoek het zelf uit. De gevoeligheid voor voedingsmiddelen kan per persoon verschillen. Laat bepaalde etenswaren een tijdlang staan, zegt hij, en probeer te achterhalen of daardoor de acne vermindert.

De veertig jaar oude chocoladestudie is inmiddels in een vakblad afgeserveerd: slecht opgezet en bovendien gesponsord door de chocolade-industrie. De eerste zin van dit puistjes-verhaal blijkt wél onzin: wie vandaag chocola eet kan daar niet morgen een pukkel van hebben. Puistjes hebben een aanlooptijd van een week of zes.

Bron: Ellen de Visser


Vragen 

  1. Wat is het onderwerp?
  2. Waarmee wordt de aandacht getrokken van de lezer?
    1. De actualiteit
    2. Een anekdote
    3. Een voorbeeld
    4. Het belang van de lezer
  3. Verdeel de tekst in inleiding middenstuk en slot.
    • Inleiding = alinea ...
    • Middenstuk = alinea ...
    • Slot = alinea ...
  4. Welke tekststructuur is hier gebruikt?
    1. voor- en nadelenstructuur
    2. argumentatiestructuur
    3. probleem - oplossingstructuur
    4. vraag - antwoordstructuur 
  5. Wat wordt er in het middenstuk besproken?
  6. Wat is het schrijfdoel van de auteur? Leg je antwoord uit.
    1. informeren
    2. amuseren
    3. overtuigen
    4. activeren
  7. Wat voor een tekst is dit?
    1. uiteenzetting
    2. betoog
    3. column
    4. beschouwing
  8. “De veertig jaar oude chocoladestudie”. Welk studie wordt bedoeld?
  9. Wordt de vraag uit de titel beantwoord? Geef toelichting.
  10. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
    1. Het is een fabeltje dat je puistjes krijgt van voeding.
    2. Chocola, maar ook om aardbeien, melk en vet veroorzaken puistjes.
    3. Het verschilt per persoon of je voeding puistjes veroorzaakt.
    4. Vooral je hormonen veroorzaken puistjes.

Antwoorden

Antwoorden

 

Tekstindeling en tekststructuur

Opdracht 1

Tekststructuur - 1:

Probleem - oplossingsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding probleem Wat is het probleem?
Waarom is het een probleem?
Middenstuk oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen Wat zijn de oorzaken en gevolgen?
Welke oplossingen zijn mogelijk?
Slot de beste oplossing Wat is de beste oplossing?


Tekststructuur - 2:

Verklaringsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding beschrijving verschijnsel Wat is het verschijnsel?
Middenstuk redenen, oorzaken en gevolgen Wat zijn de redenen, oorzaken en mogelijke gevolgen van het verschijnsel?
Slot beste verklaring, samenvatting Wat is de meest logische verklaring?


Tekststructuur - 3:

Vroeger/nu/toekomststructuur   Vaste vragen:
Inleiding introductie onderwerp Wat is het onderwerp?
Middenstuk situatie vroeger, situatie nu Wat was daar in het verleden mee aan de hand?
Wat is de situatie nu?
Slot toekomstverwachting Wat gaat daar in de toekomst mee gebeuren?


Tekststructuur - 4:

Vraag - antwoordstructuur   Vaste vragen:
Inleiding vraag Wat is de vraag?
Middenstuk antwoorden Welke antwoorden zijn er?
Slot samenvatting of conclusie Welke conclusie kan je uit die antwoorden trekken?


Opdracht 2

  1. Puistjes of Acne
  2. D. Het belang van de lezer
  3. Inleiding = alinea 1
    Middenstuk = alinea 2 t/m 8
    Slot = alinea 9
  4. C. probleem –oplossingstructuur
  5. In hoeverre voeding een rol speelt bij het ontstaan van puistjes.
  6. D. activeren. Hij zegt dat je zelf maar eens moet uitproberen welke voeding een rol speelt bij het ontstaan van puistjes bij jou.
  7. B. betoog
  8. ‘chocoladestudie uit 1969’ zie alinea 2
  9. Niet echt, zie laatste alinea: “zoek het zelf uit.
    De gevoeligheid voor voedingsmiddelen kan per persoon verschillen.
    Laat bepaalde etenswaren een tijdlang staan, zegt hij, en probeer te achterhalen of daardoor de acne vermindert.
  10. C. Het verschilt per persoon of je voeding puistjes veroorzaakt.
  • Het arrangement 5H Indeling van de tekst is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Valesca van Diejen
    Laatst gewijzigd
    2017-08-19 12:56:18
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    van Diejen, Valesca. (z.d.).

    Module Lezen h45

    https://maken.wikiwijs.nl/106872/Module_Lezen_h45

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.