Antwoorden

 

Tekstindeling en tekststructuur

Opdracht 1

Tekststructuur - 1:

Probleem - oplossingsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding probleem Wat is het probleem?
Waarom is het een probleem?
Middenstuk oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen Wat zijn de oorzaken en gevolgen?
Welke oplossingen zijn mogelijk?
Slot de beste oplossing Wat is de beste oplossing?


Tekststructuur - 2:

Verklaringsstructuur   Vaste vragen:
Inleiding beschrijving verschijnsel Wat is het verschijnsel?
Middenstuk redenen, oorzaken en gevolgen Wat zijn de redenen, oorzaken en mogelijke gevolgen van het verschijnsel?
Slot beste verklaring, samenvatting Wat is de meest logische verklaring?


Tekststructuur - 3:

Vroeger/nu/toekomststructuur   Vaste vragen:
Inleiding introductie onderwerp Wat is het onderwerp?
Middenstuk situatie vroeger, situatie nu Wat was daar in het verleden mee aan de hand?
Wat is de situatie nu?
Slot toekomstverwachting Wat gaat daar in de toekomst mee gebeuren?


Tekststructuur - 4:

Vraag - antwoordstructuur   Vaste vragen:
Inleiding vraag Wat is de vraag?
Middenstuk antwoorden Welke antwoorden zijn er?
Slot samenvatting of conclusie Welke conclusie kan je uit die antwoorden trekken?


Opdracht 2

  1. Puistjes of Acne
  2. D. Het belang van de lezer
  3. Inleiding = alinea 1
    Middenstuk = alinea 2 t/m 8
    Slot = alinea 9
  4. C. probleem –oplossingstructuur
  5. In hoeverre voeding een rol speelt bij het ontstaan van puistjes.
  6. D. activeren. Hij zegt dat je zelf maar eens moet uitproberen welke voeding een rol speelt bij het ontstaan van puistjes bij jou.
  7. B. betoog
  8. ‘chocoladestudie uit 1969’ zie alinea 2
  9. Niet echt, zie laatste alinea: “zoek het zelf uit.
    De gevoeligheid voor voedingsmiddelen kan per persoon verschillen.
    Laat bepaalde etenswaren een tijdlang staan, zegt hij, en probeer te achterhalen of daardoor de acne vermindert.
  10. C. Het verschilt per persoon of je voeding puistjes veroorzaakt.