Conjuncturele werkloosheid
Vooraf

De vraag naar bakstenen
In een steenfabriek werken 25 mensen.
Iedere werknemer werkt 8 uur per dag en maakt gemiddeld 100 stenen per uur.
- Hoeveel stenen kunnen er per dag in de steenfabriek worden gemaakt?
De vraag naar de stenen die worden gemaakt in de steenfabriek is de laatste tijd afgenomen. De steenfabriek kan per dag maar 16.000 stenen verkopen.
- Met hoeveel mensen kan het bedrijf 16.000 stenen per dag maken?
- Wat zal er gebeuren als het bedrijf niet meer dan 16.000 stenen per dag kan verkopen?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
- uitleggen wat bedoeld wordt met conjuncturele werkloosheid.
Stap 1
Conjuncturele werkloosheid
Er zijn verschillende oorzaken van werkloosheid.
Je spreekt van conjuncturele werkloosheid als er te weinig vraag is naar (Nederlandse) producten.
Bestudeer uit de Kennisbank alleen de eerste bladzijde van het volgende onderdeel:
KB: Conjuncturele werkloosheid
En bekijk onderstaand fragment uit de video met uitleg over conjuncturele werkloosheid.
Als de vraag naar een product afneemt, stijgt de werkloosheid.
Hoe dat komt, kun je uitleggen in vijf stappen. Hieronder zie je die stappen.
Ze staan alleen nog niet in de juiste volgorde. Wat is de juiste volgorde?
- De consument koopt minder producten.
- Bedrijven maken minder producten.
- Bedrijven hebben minder mensen nodig.
- Bedrijven verkopen minder producten.
- Conjuncturele werkloosheid neemt toe.
De juiste volgorde is: 1 - ..... - ..... - ..... - 5
Stap 2
Vraag naar producten
De vraag naar producten wordt uitgeoefend door:
gezinnen |
consumeren |
bedrijven |
investeren |
overheid |
overheidsbestedingen |
buitenland |
exporteren |
- Neem de volgende zinnen over en vul steeds het juiste woord uit de tabel in.
- Als een Nederlands bedrijf producten aan het buitenland verkooopt, noem je dat ........
- Als gezinnen producten kopen, noem je dat ........
- Als de overheid geld uitgeeft aan producten dan noem je dat .......
- Als een bedrijf producten koopt bij een ander bedrijf noem je dat ........
- Leg uit waarom een afname van de export kan leiden tot (conjuncturele) werkloosheid in Nederland.
- Leg uit waarom een afname van de overheidsbestedingen kan leiden tot (conjuncturele) werkloosheid in Nederland.
Stap 3
Consumentenvertrouwen en koopbereidheid
Het consumentenvertrouwen is een getal dat informatie geeft over het vertrouwen en de verwachtingen van consumenten over de ontwikkelingen van de Nederlandse economie. Als het consumentenvertrouwen hoog is, denken de consumenten gunstig over de economie. Is het consumentenvertrouwen laag, dan denken consumenten negatief over het economische klimaat. Er is een relatie tussen het consumtenvertrouwen en de koopbereidheid van consumenten.
- Beschrijf de relatie tussen het consumentenvertrouwen en de koopbereidheid.
- Leg uit dat als het consumentenvertrouwen daalt, dat kan betekenen dat de conjuncturele werkloosheid toeneemt.
Ito en Marco bediscussiëren met elkaar de relatie tussen het consumentenvertrouwen en de groei van de economie. Volgens Ito zorgt een stijging van het consumentenvertrouwen voor economische groei.
Volgens Marco zorgt een groei van de economie juist voor een toename van het consumentenvertrouwen.
- Wie heeft gelijk, Ito of Marco? Of hebben ze allebei gelijk?
Slotvraag
- Geef een beschrijving van conjuncturele werkloosheid.
Controleer de antwoorden
Àntwoord stap 1
De juiste volgorde is: 1 - 4 - 2 - 3 - 5
Àntwoorden stap 2
- Het juiste woord:
- exporten
- consumeren
- overheidsbestedingen
- investeren
- Minder export betekent minder bestedingen dat leidt tot minder productie en minder werkgelegenheid.
- Een afname van de overheidsbestedingen betekent een afname van de bestedingen daardoor neemt de productie af en neemt de werkgelegenheid af.
Antwoorden stap 3
- Als het consumentenvertrouwen hoog is dan zijn mensen eerder bereid om meer te kopen, als het consumentenvertrouwen laag is dan zijn mensen minder bereid om te kopen. Er is dus een positieve relatie tussen deze twee variabelen.
- Als het consumentenvertrouwen daalt dan zullen mensen geneigd zijn om aankopen uit te stellen en meer proberen te sparen. Als consumenten minder consumeren dan dalen de bestedingen en dan daalt de productie en neemt de werkgelegenheid af en zal de conjuncturele werkloosheid stijgen.
- Beide hebben gelijk. Als het economisch goed gaat neemt het vertrouwen toe, maar dit werkt ook andersom als het vertrouwen hoog is, gaan mensen meer besteden en zal het economisch beter gaan.
-
Conjuncturele werkloosheid is werkloosheid die een gevolg is van het tekort schieten van de bestedingen, waardoor de vraag naar arbeid kleiner is dan het aanbod van arbeid.