Trias politicas
Trias Politica, bedacht door Verlichtingsfilosoof Montesquieu, wordt ook wel de driemachtenleer genoemd. Het is een politiek systeem dat ervoor zorgt dat de macht in drie delen is verdeeld: de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht. Het idee achter de Trias Politica was dat er niet een macht zou ontstaan die de overhand zou krijgen. |
Thomas Hobbes
Thomas Hobbes (1588 - 1679) was een Engelse filosoof. De uitwerking die filosofen gaven aan het natuurrecht vond hij fout. Gelijkheid en democratie leiden namelijk tot chaos en geweld. In een denkbeeldige natuurtoestand zijn we allemaal gelijk, maar omdat onderlinge belangen botsen leggen we ons lot in handen van de stad. We sluiten een sociaal contract af. |
Catharina de Grote
Catharina de Grote (1729 - 1796) vond de Verlichtingsideeën over het delen van de macht absurd. Volgens haar zou er enorme chaos ontstaan als het volk invloed zou krijgen op het besturen van het land. |
Sociaal contract
Onderdanen geven een vorst macht zodat de vorst het algemeen belang kan dienen.
|
Voltaire
Voltaire (1694 - 1778) is een van de belangrijkste denkers van de Verlichting. Speerpunten in zijn ideeën waren: intellectuele vrijheid en een vurige strijd tegen onwetendheid, corruptie en bekrompenheid. Met zijn drang naar vrijheid kwam hij veelvuldig in botsing met de toen nog alomvattende macht van de Kerk. |
Spinoza
Spinoza (1632 - 1677) was een Nederlands filosoof en zoon van Portugees-Joodse immigranten. Binnen de Joodse gemeenschap maakte hij het zichzelf onmogelijk door tegen allerlei regels te zijn. Spinoza wilde geen strenge voorschriften. Spinoza geloofde in vrijheid en stelde de mens centraal. |
Montesquieu
Montesquieu (1689 - 1755) is een van de grondleggers van de sociologie en politicologie. De maatschappij was volgens Montesquieu, net als de natuur, onderhevig aan wetten. Hij pleitte voor een strikte scheiding der machten, het idee van de Trias Politica. Dit om te voorkomen dat één macht de overhand zou krijgen. |
Rousseau
Jean-Jacques Rousseau (1712 - 1778) is een van de bekendste Verlichtingsfilosofen. De wil van het volk zou volgens hem een belangrijk uitgangspunt moeten zijn voor het besturen van een land en van het recht. Zijn idee wordt gezien als een belangrijke peiler van de moderne democratie. |
Diderot
Diderot (1713 - 1784) was een Verlichtingsdenker met een onuitputtelijk geloof in de vooruitgang. Het idee dat meer kennis de mensheid vooruit zou helpen bracht hem op het idee een encyclopedie te maken. Diderot wilde zo alle kennis beschikbaar maken voor iedereen. |
Descartes
Descartes (1596 - 1650) ontwikkelde in samenwerking met andere wetenschappers een rationele kijk op de wereld. Hij kwam tot de conclusie dat kennis die het verstand voortbrengt betrouwbaarder is dan kennis op basis van waarneming via de zintuigen.
|
Rationeel wereldbeeld
Een wereldbeeld waarin geen plaats is voor het geloof in wonderen. Zintuigen brengen onduidelijke kennis voort: de menselijke waarneming is subjectief. Het verstand is een bron van zuivere kennis. |
Vrije marktprincipe
De uitwisseling van vraag en aanbod komt ongehinderd door regels tot stand. Het gaat er van uit dat de vraag bepalend is voor het aanbod. Een een ‘onzichtbare hand’ zorgt voor harmonie tussen het eigenbelang en het belang van de samenleving. |
Adam Smith
Adam Smith (1723 - 1790) is de grondlegger van moderne ideeën over de economie. Smith geloofde dat als ieder mens zijn eigen belang volgde, het met het algemeen belang vanzelf goed kwam. Een gezonde economie was volgens Smith georganiseerd naar het vrije marktprincipe. |
Liberalisme
Het liberalisme wil zo veel mogelijk vrijheid voor iedereen en streeft ernaar dat iedereen voor zijn eigen bestaan zorgt.
|
John Locke
John Locke (1632 - 1704) was een gelovig man en tegelijkertijd Verlichtingsdenker. Belangrijk uitgangspunt voor zijn ideeën over de staat was het zogenaamde 'natuurrecht'. Locke wordt gezien als een belangrijke grondlegger van het liberalisme.
|
Frederik II van Pruisen
Frederik II was vanaf 1772 koning van heel Pruisen. Hij begreep dat de Verlichtingsideeën een gevaar vormden voor zijn machtspositie. Met wat aanpassingen wist hij deze ideeën in zijn voordeel om te buigen. Hij sprak van een sociaal contract, zijn onderdanen gaven hem macht zodat hij het algemeen belang kon dienen. |
Verlichte despoten
Vorsten die aangeraakt waren door de ideeën van de Verlichting maar geen afstand van hun absolute macht namen.
|
De Rede
De Rede nam een belangrijke plaats in in de Verlichting. De ideeën van de Verlichting waren namelijk gebaseerd op het rationalisme. Het zuivere gebruik van verstand en rede zal volgens de verlichtingsfilosofen leiden tot een Verlichte samenleving. |
De Verlichting
De naam ‘de Verlichting’ slaat vooral op een manier van denken die zich langzaam verspreidde. Mensen hielden zich meer bezig met gelijke rechten voor iedereen, het ontwikkelen van de wetenschap en het strijden tegen misstanden door de Kerk en de staat. |
Natuurrecht
De menselijke samenleving was in principe nooit ideaal. De Engelse filosoof John Locke maakte het natuurrecht tot een belangrijk uitgangspunt van zijn ideeën. Het natuurrecht was een universeel, voor ieder individu geldend recht. Bijvoorbeeld het recht op leven, vrijheid en eigendom. |
Maatschappij rond 1650
De maatschappij rond 1650 werd onder andere gekemerkt door: indeling maatschappij is God's wil, koning aan het hoofd met absolute macht, kerk domineert het wereldbeeld, derde stand heeft niets te vertellen en de nadruk lag op geloof, traditie en gezag. |
Democratie
Een democratie is een staatsvorm waarin alle burgers kunnen meebeslissen over de manier waarop hun land geregeerd wordt. Vanaf ongeveer 1800 ontstonden in Europa democratieën.
|