Het verband tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking en de beroepsbevolking.

Het verband tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking en de beroepsbevolking.

De beroepsgeschikte bevolking en de beroepsbevolking.

Vooraf

In de tabel zie je de gegevens over de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid in Nederland in 2010.

Wat denk jij?
Hoe groot is het totale aanbod van arbeid?


Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen wat er bedoelt wordt met de beroepsgeschikte bevolking.
  • uitleggen wanneer iemand wel en wanneer iemand niet tot de beroepsbevolking behoort.
  • uitleggen hoe het komt dat de omvang van de beroepsbevolking steeds verandert.
  • uitleggen wat het verband is tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking en de beroepsbevolking. 

Stap 1 Beroepsgeschikte bevolking

Voor uitleg over de beroepsgeschikte bevolking kun je gebruik maken van finler op tenchisch werken vind je de meest uitbegreide informatie over de defintie van de beroepsgeschikte bevolking.
Je hoeft geen opdrachten te maken maar lees de tekst goed.
Je moet wel weten wie er in een land onder de beroepsgeschikte bevolking behoren en dat een deel van de beroepsgeschikte bevolking tot de beroepsbevolking behoort.

Stap 2 Beroepsbevolking

Beroepsbevolking -1-
Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'Het aanbod van arbeid' en beantwoord daarna de vragen. En bestudeer de informatie over de beroepsbevolking uit het economielokaal.

Economielokaal: Beroepsbevolking
KB:
Het aanbod van arbeid

Je kunt er ook voor kiezen om onderstaande video te bekijken, je krijgt een fragment te zien waarin wordt uitgelegd wat de beroepsbevolking is.


 

 

  1. Kies het juiste antwoord.
    De beroepsbevolking (= aanbod van arbeid) bestaat uit ...
    1. alle mensen tussen de 16 en 67 jaar.
    2. alle mensen tussen de 16 en 67 jaar met een baan.
    3. alle mensen tussen de 16 en 67 jaar die werken of die willen werken.
  2. Behoren de volgende mensen tot de beroepsbevolking?
    Leg je antwoord steeds uit.
    1. Ellie Versteeg, 17 jaar, is op zoek naar een baan van 20 uur per week.
    2. John Versteeg, 15 jaar, bezorgt huis aan huis reclamefolders.
    3. Gerard Versteeg, 45 jaar, heeft een eigen boekwinkel.
    4. Els Versteeg, 47 jaar, is door een ongeluk arbeidsongeschikt.
  3. De gegevens uit de tabel stammen uit 2010.
    1. Niet iedere Nederlander behoort tot de beroepsgeschikte bevolking.
      Maak met behulp van twee voorbeelden duidelijk waarom dat zo is.
    2. Niet iedereen tussen de 16 en 67 behoort tot de beroepsbevolking.
      Geef twee voorbeelden om dit duidelijk te maken.
    3. Gebruik de gegevens over 2010 in de tabel.
      Hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking behoorde in 2010 tot de beroepsbevolking?
  4. Alle personen van 16 tot 67 jaar behoren tot de beroepsgeschikte bevolking.
    1. Waarom zal de onderste leeftijdsgrens 16 jaar zijn?
    2. Er gaan stemmem op om de bovenste grens te koppelen aan de levensverwachting.
      Kun je daar een reden voor bedenken?

Omvang beroepsbevolking -2-
Het aantal mensen dat tot de beroepsbevolking behoort, verandert steeds.
In de Kennisbank heb je een aantal factoren gezien die van invloed zijn op de omvang van de beroepsbevolking.

Beantwoord de volgende vragen.

  1. Het aantal inwoners van Nederland is de laatste 50 jaar toegenomen.
    1. Noem twee mogelijke oorzaken voor de toename van het aantal inwoners van Nederland.
    2. Deze toename van het aantal inwoners heeft invloed op de omvang van de beroepsbevolking.
      Wat kun je zeggen over de omvang van de beroepsbevolking?
  2. Het vmbo heeft 4 leerjaren.
    Stel dat de minister van Onderwijs vindt dat leerlingen één jaar langer naar school moeten.
    Hij stelt voor om de 4 jaar te veranderen in 5 jaar.
    1. Wat zou jij van dat voorstel vinden?
    2. Een verlenging van het vmbo met één leerjaar heeft invloed op de omvang van de beroepsbevolking. Welke invloed? Leg je antwoord uit.

Omvang beroepsbevolking -3-
In de tabel zie je gegevens over de beroepsbevolking in 2000, 2005 en 2010.

  2000 2005 2010
beroepsbevolking 5.984.000 6.563.000 6.967.000
mannen 3.886.000 4.012.000 4.102.000
vrouwen 2.098.000 2.551.000 2.865.000


Gebruik de gegevens in de tabel voor het beantwoorden van de volgende vragen.

  1. Laat met een berekening zien dat de beroepsbevolking tussen 2005 en 2010 met iets meer dan 6% toegenomen is.
  2. Laat met een berekening zien dat in 2005 het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking ongeveer 38,8% bedroeg.
  3. Bereken het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking in 2010.
    Wat valt je op?

Herintreders
Els Eijkman is 46 jaar. Zij is moeder van twee kinderen en getrouwd met Henk Boom.
Na de geboorte van hun eerste kind is Els gestopt met werken. Ze werkte als kapster.
Nu haar kinderen 14 en 16 zijn, wil ze weer aan de slag als kapster.
Ze zoekt een baan voor vier dagen in de week.

  1. Behoort Els tot de beroepsbevolking?
    Leg je antwoord uit.
  2. Els wordt ook wel een 'herintreder' genoemd.
    Wat betekent deze term?
  3. Waarom zijn herintreders vaak vrouwen?
  4. Wat is het effect op de omvang van de beroepsbevolking als er veel herintreders zijn?

 

Wat is het verband tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking, de beroepsbevolking?

Bekijk onderstaande video, je krijgt een fragment te zien waarin uitgelegd wordt wat het verband is tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking en de beroepsbevolking.

 

 

Samenvatting

Je kunt nu:

  • uitleggen wat er bedoelt wordt met de beroepsgeschikte bevolking.
  • uitleggen wanneer iemand wel en wanneer iemand niet tot de beroepsbevolking behoort.
  • uitleggen hoe het komt dat de omvang van de beroepsbevolking steeds verandert.
  • uitleggen wat het verband is tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking, en de beroepsbevolking.

Samenvatting

 

In de onderstaande zinnen ontbreekt nog een aantal woorden.
Sleep de woorden hiernaast naar het juiste vak en controleer je antwoord.

Wat heb je geleerd?

 

Oefening:Samenvatting

Controleer de antwoorden

 

Vraag

Antwoord

Beroepsbevolking -1-

1

 

A

B


C

Kies het juiste antwoord.
De beroepsbevolking (= aanbod van arbeid) bestaat uit ...

alle mensen tussen de 16 en 67 jaar.

alle mensen tussen de 16 en 67 jaar met een baan.

alle mensen tussen de 16 en 67 jaar die werken of die willen werken.

 

 

C

2

 

A

B

C

D

 

Behoren de volgende mensen tot de beroepsbevolking?
Leg je antwoord steeds uit.

Ellie Versteeg, 17 jaar, is op zoek naar een baan van 20 uur per week.
John Versteeg, 15 jaar, bezorgt huis aan huis reclamefolders.
Gerard Versteeg, 45 jaar, heeft een eigen boekwinkel.
Els Versteeg, 47 jaar, is door een ongeluk arbeidsongeschikt.

a. Ja, Ellie voldoet zowel aan de leeftijdseis als de ureneis.

b. Nee, hij voldoet niet aan de ureneis.

c. Ja, hij voldoet aan de leeftijdseis en ureneis.

d. Nee, volledig arbeidsongeschikten kunnen niet werken

 

3

A

 

 


B

 

 

 



C

 

De gegevens uit de tabel stammen uit 2010.​

Niet iedere Nederlander behoort tot de beroepsgeschikte bevolking.
Maak met behulp van twee voorbeelden duidelijk waarom dat zo is.

 

Niet iedereen tussen de 16 en 67 behoort tot de beroepsbevolking.
Geef twee voorbeelden om dit duidelijk te maken.

 

 


Gebruik de gegevens over 2010 in de tabel.
Hoeveel procent van de beroepsgeschikte bevolking behoorde in 2010 tot de beroepsbevolking?

 

Niet iedereen voldoet aan de leeftijdseis en is te jong of te oud. Daarnaast kunnen er ook mensen zijn die vanwege psychische of fysieke redenen geen arbeid kunnen uitvoeren.

Een aantal voldoet niet aan de ureneis. Iemand die wel werkt maar minder dan 12 uur per week werkt en ook niet meer wil werken hoort niet tot de beroepsbevolking. Een aantal mensen kiest er bewust voor om niet te werken. (denk aan huisvrouwen en huismannen)

68.9%

4


A


B

 

 

Alle personen van 16 tot 67 jaar behoren tot de beroepsgeschikte bevolking.

Waarom zal de onderste leeftijdsgrens 16 jaar zijn?

Er gaan stemmem op om de bovenste grens te koppelen aan de levensverwachting.
Kun je daar een reden voor bedenken?




Leerplicht, scholieren.


In principe kun je tot het einde van je leven beroepsgeschikt zijn. Iemand vanaf 68 is niet perse arbeidsongeschikt.

Omvang beroepsbevolking -2-

1


A

 

B

 

Het aantal inwoners van Nederland is de laatste 50 jaar toegenomen.

Noem twee mogelijke oorzaken voor de toename van het aantal inwoners van Nederland.

Deze toename van het aantal inwoners heeft invloed op de omvang van de beroepsbevolking.
Wat kun je zeggen over de omvang van de beroepsbevolking?

 


Mensen leven langer, er worden meer mensen geboren, migratie.


Niks, dan heb je meer informatie nodig, meer mensen geboren betekent niet dat de beroepsbevolking groeit, en door het gemiddelde langere leven neemt de beroepsbevolking af.

2

 

 


A
B

Het vmbo heeft 4 leerjaren.
Stel dat de minister van Onderwijs vindt dat leerlingen één jaar langer naar school moeten.
Hij stelt voor om de 4 jaar te veranderen in 5 jaar.

Wat zou jij van dat voorstel vinden?
Een verlenging van het vmbo met één leerjaar heeft invloed op de omvang van de beroepsbevolking. Welke invloed? Leg je antwoord uit.








A. eigen mening
B. Hoe langer mensen op school blijven hoe langer et duurt eer ze tot de beroepsbevolking horen.

 

 

Omvang beroepsbevolking -3-

 


1


2


3

Gebruik de gegevens in de tabel voor het beantwoorden van de volgende vragen.

Laat met een berekening zien dat de beroepsbevolking tussen 2005 en 2010 met iets meer dan 6% toegenomen is.
Laat met een berekening zien dat in 2005 het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking ongeveer 38,8% bedroeg.
Bereken het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking in 2010.
Wat valt je op?




404 / 6563 * 100% = 6.1%


2551 / 6563 * 100% =38.9%


2865 / 6967 * 100% = 41.1 % en dat is een toename.

4a


b





c


d
 

Behoort Els tot de beroepsbevolking?
Leg je antwoord uit.

Els wordt ook wel een 'herintreder' genoemd.
Wat betekent deze term?



Waarom zijn herintreders vaak vrouwen?


Wat is het effect op de omvang van de beroepsbevolking als er veel herintreders zijn?

Ja, ze zoekt een baan voor vier dagen in de week.

Zij is een tijd uit het arbeidsproces geweest, zij hoorde niet tot de beroepsbevolking maar nu wel weer. Her =terug/opnieuw

Vrouwen nemen vaak de zorgtaak van kinderen.

Het aanbod van arbeid zal dan stijgen de beroepsbevolking neemt dus toe.


 

Open bestand ANS_De beroepsgeschikte bevolking, de beroepsbevolking.docx

  • Het arrangement Het verband tussen de bevolking, de beroepsgeschikte bevolking en de beroepsbevolking. is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-10-11 14:37:54
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/73799/Aanbod_van_arbeid__vmbo_kgt34
    Leerniveau
    VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Aanbod van arbeid - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/73799/Opdracht__Aanbod_van_arbeid___vmbo_kgt34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Werkgelegenheid - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/73707/Opdracht__Werkgelegenheid___vmbo_b34