EXCURSIE ROTTERDAM: voorbereiding - kopie 1

EXCURSIE ROTTERDAM: voorbereiding - kopie 1

TIJDPAD

Voor deze introductie opdracht over Rotterdam heb je 2 blokuren.
45 minuten intro door docent
45 minuten plattegrond + tijdlijn door groepje van 4

90 minuten voor een gebouw +foto-opdracht formuleren in groepje van 2

Doelen

je verzamelt kennis over architectuur in  het algemeen, en over een aantal Rotterdamse gebouwen in het bijzonder

  • Kennis over materialen en technieken
  • Kennis over vormgeving
  • Kennis over inhoud en visie

je kunt deze informatie plaatsen in de tijd
je bezoekt een aantal Rotterdamse gebouwen
je bent in staat de vormgeving, gebruikte materialen/ technieken en visie te beschouwen vanuit de dimensie ‘innovatie en traditie’

je bent in staat om met behulp van een plattegrond, zelf de weg te vinden in Rotterdam

 

Introductie

Kijkwijzer Architectuur

1. Wie is de architect?
2. Hoe heet het gebouw?
3. Wanneer is het gebouwd?
4. Op welke plek staat het gebouw?
5. Wat is je eerste indruk van het bouwwerk?

6. Wat zie je: hoe verhoudt het gebouw zich met de omgeving?

Opdrachtgevers vragen architecten vaak om een opvallend gebouw neer te zetten. Wanneer een nieuw gebouw in de oude binnenstad wordt ingepast, staat de architect voor de keuze zijn gebouw hieraan aan te passen of juist een zo groot mogelijk contrast te zoeken.

 Opgenomen in omgeving
 Contrast met omgeving
 Gebouw domineert omgeving


7. Wat zie je: welke materialen vallen op? (kies één of meerdere opties)

De keuze van materiaal draagt bij tot de betekenis die we aan een gebouw toekennen. Bij een groot bankgebouw worden vaak luxe materialen gebruikt, zoals marmer. Metselwerk met bakstenen is typisch Hollands en geeft de gebouwen een vertrouwd uiterlijk. Moderne architecten passen vaak ongebruikelijke materialen en materiaalcontrasten toe.

 Baksteenmetselwerk  Natuursteen  Pleisterwerk
 Beton  Staal (constructie)  Hout  Kunststof (prefab?)  Glas
 opvallende materiaalcombinaties


8. Wat zie je: wat is de grondvorm van het gebouw?

Kenmerkend voor het modernisme is de eenvoudige 'doosvorm', deze bepaalt veel van de architectuur tussen 1930 en 1980. Structuralisten werken met kleinere - vaak geometrische - vormen die gestapeld worden in een structuur waarin herhaling, ritme en variatie een rol spelen.
Organische vormen zijn niet-geometrische vormen die ontleend zijn aan de natuur, ooit geïntroduceerd door de Spaanse architect Gaudi.

 Grote 'doosvormen'
 Structuur van 'blokvormen'
 Organische vormen


9. Wat zie je: hoe verhoudt zich de façade met de rest van het gebouw?

Een architect kan beginnen met de buitenkant - de verpakking - van het gebouw. In de negentiende eeuw is deze façade architectuur gebruikelijk. Moderner is het van binnenuit te beginnen, dus het gebouw als optelsom van kamers, ruimtes of bouwvolumes. Niet symmetrische en niet vlakke gevels zijn dan vaak het resultaat, zoals bij het Rietveld-Schröderhuis in Utrecht.

 Façadebouw: façade domineert
 Façade en bouwvolumes vormen een geheel
 Geen echte façade: bouwvolumes bepalen uiterlijk gebouw


10. Wat zie je: valt de entree van het gebouw op?

Barokke gebouwen uit de zeventiende eeuw hebben vaak een opvallende entree, met bijvoorbeeld veel trappen. Een indrukwekkende entree verhoogt de status van een gebouw. Tegenwoordig zijn entreepartijen vaak wat bescheidener van opzet of ontbreekt zelfs een centrale ingang, zoals bij Muziekcentrum Vredenburg in Utrecht, om de drempel tussen de straat en het gebouw zo klein mogelijk te maken.

 Entree krijgt veel nadruk: hoe?
 Entree weinig opvallend
 Gebouw mist centrale entree: waarom?


11. Wat zie je: wat valt op aan de constructie?

In de moderne architectuur is bijna altijd sprake van skeletbouw. Het skelet, bijvoorbeeld van betonnen kolommen, houdt dan het gebouw overeind. Het gebouw stort niet is als er muren worden weggetrokken. Een architect staat voor de keuze het skelet 'eerlijk' zichtbaar te laten, of het te verbergen, bijvoorbeeld achter een dun vlies van glas en plaatwerk.

 Duidelijk zichtbare skeletbouw
 Skeletbouw verborgen achter (vlies)gevels
 Geen skeletbouw, dragende muren

12. Werkwijze: waardoor heeft de architect zich laten leiden?

Less is more is de slogan van het modernisme. Hoe kaler de architectuur, hoe mooier.
Less is a bore is de slogan van het postmodernisme en betekent dat er niet-functionele zaken, zoals decoraties, aan het gebouw mogen worden toegevoegd. Vooral in de negentiende eeuw, maar tegenwoordig ook weer, gebruiken architecten vaak vroegere stijlen (klassiek, middeleeuws of renaissance) voor nieuwe gebouwen, zoals bij het Centraal Station in Amsterdam.

 Functionele architectuur: less is more
 Bestaande tradities, oude stijlen: less is a bore
 Veel niet-functionele extra's


13. Functie: verwijst architectuur naar gebruiksfunctie van het gebouw?

Weinig architecten houden vast aan traditionele vormen, zoals bijvoorbeeld een kerk met een klokkentoren dat is. Lange tijd is het een gewoonte geweest de gebruiksfunctie een geringe rol te laten spelen in het uiterlijk van een gebouw. Een kantoorflat, woonflat, school of bioscoop zijn dan niet meer echt van elkaar te onderscheiden. Tegenwoordig is er meer aandacht voor het herkenbaar maken van de gebruiksfunctie.

 Ja, gebouw sluit aan bij traditionele vorm: welke vorm?
 Ja, niet traditioneel maar wel herkenbaar: hoe?
 Nee, het gebouw zou ook andere functie kunnen hebben


14. Betekenis: welke associaties roept het gebouw op?

Uit je antwoorden blijkt misschien al met welke categorie je het gebouw associeert. Pure 'abstracte' architectuur is architectuur die weinig rekening houdt met bestaande tradities en niet echt verwijst naar de gebruiksfunctie. Van Rietveld wordt wel gezegd dat hij abstracte architectuur maakt. De overige categorieën spreken voor zich.

 Status, macht
 Gesloten bolwerk, vesting
 Open, toegankelijk gebouw
 Veel uiterlijk vertoon (extravagant)
 Pure 'abstracte' architectuur
 Klassiek of traditioneel

 

 

korte geschiedenis

Griekse en Romeinse bouwkunst

Terwijl aanvankelijk vaak takken en in de natuur gevonden stenen werden gebruikt in de bouwkunst werden die materialen gaandeweg verdrongen door het gebruik van gedroogde en gebakken klei. Ook werden kleisteen en bewerkt natuursteen toegepast. Wat de bouwvormen betreft ontstonden gebouwen met horizontale liggers op zuilen van kalksteen, muren van kleisteen en daken van hout.

Grieks
De Oud-Griekse architectuur kende diverse stijlen gedurende de verschillende perioden zoals:

  • Minoïsch
  • Myceens
  • Dorisch
  • Ionisch
  • Korinthisch


Romeinen
Het waren de Romeinen die nieuwe technieken in de bouw toepasten voor gewelven en bogen onder meer bij:

  • Amfitheaters
  • Baden
  • Forums
  • Tempels

Bouwkunst na de Grieken en Romeinen

De bouwkunst na de Romeinen speelde zich vooral af op het terrein van de religieuze bouwwerken. Eeuwenlang verschenen kerken in diverse stijlen met als hoogtepunt kerken in de barokstijl. Het beroemdste voorbeeld is wellicht de basiliek van Rome. Naast de kerken verschenen ook talrijke andere bijzondere bouwwerken zoals paleizen.

Vroegchristelijk
De vroegchristelijke bouwkunst was vooral gebaseerd op twee typen bouwwerken die oorspronkelijk voor andere doeleinden werden gebruikt namelijk de basilica en de centraalbouw. De basilica was eerder in gebruik voor markten en rechtspraken en bestond uit een ruimte met zijbeuken. Centraalbouw kwam voor als Romeinse tempel en heeft een ronde omtrek als vorm (soms achthoekig).

Byzantijns
De Byzantijnse architectuur vanaf de vijfde eeuw laat de zuilenstructuur van de klassieke oudheid los en maakt veel gebruik van koepels en ronde gevels.

Islamitisch
Onder islamitische bouwkunst kan architectuur worden verstaan die met de islam te maken heeft. Veel voorkomend zijn daarbij moskeeën, forten, paleizen en tombes. Na het ontstaan van de islam in de zevende eeuw verspreidde die zich over de hele wereld en zijn op talrijke plaatsen gebouwen te vinden die tot de islamitische bouwkunst behoren.

Romaans
De stijlperiode die Romaans wordt genoemd duurde van ongeveer 1000 tot ongeveer 1200. De stijl heeft zijn naam te danken aan de gelijkenis met de Romeinse bouwstijl die destijds bekend was van talrijk Romeinse monumenten.

Gotisch
De gotische stijl beslaat de periode van 1140 tot 1500 en is vooral te vinden in kerkgebouwen. De stijl wordt gekenmerkt door veelvuldig toepassen van spitsbogen en hoge glasramen. Gotische kerken bereiken meestal een grote hoogte waardoor de buitenmuren ondersteund moesten worden met steunberen.

Renaissance
De renaissance overlapt voor een deel de gotiek en ontstond rond 1400 om in 1600 over te gaan in de barok. Florence wordt gezien als de bakermat van de renaissance vanwaar de stijl zich verspreidde door Italië. In de renaissance kwam de koepel weer terug nadat de technische kennis van de bouw van koepels in de eeuwen daarvoor was verdwenen. Na Florence was ook Venetië een belangrijke stad voor de bouwkunst van de renaissance.

Barok
De barok, vanaf ongeveer 1600, wordt onder meer gekenmerkt door overdaad. Open vormen overheersen en vloeien in elkaar over waarbij de afzonderlijke delen van een gebouw in samenhang met het geheel staan. Veel kerken in Duitsland, Oostenrijk en Italië zijn gebouwd in de barokstijl.

Rococo
Rococo beleefde haar hoogtepunt tussen 1730 en 1760. De rococo is in Frankrijk ontstaan als reactie op de strenge barokstijl en heeft als kenmerken elegantie, gekunsteldheid en luchthartigheid.

Bouwkunst in de 19de eeuw

In de negentiende eeuw bestond er veel belangstelling voor de bouwstijlen uit de eerdere eeuwen. De zogenaamde neostijlen bepaalden het gezicht van de architectuur.

Neostijlen
Tot die neostijlen hoorden neoclassicisme, neogotiek, neorenaissance en neobarok waarbij soms elementen van die neostijlen door elkaar werden gebruikt. De keuze van de stijl werd dikwijls op de functie van het gebouw afgestemd.

  • Een voorbeeld van neoclassicisme is paleis Soestdijk.
  • Een zeer bekend voorbeeld van neogotiek is de Dom van Keulen.
  • Neorenaissance is terug te vinden in het Centraal Station in Amsterdam.
  • De Charles Garnier Opera is gebouwd in de neobarokstijl.


Jugendstil
Jugendstil ook art nouveau genoemd is een kunststroming die tussen 1890 en 1914 populair was. De stroming kende echter maar een korte bloeitijd.

Bouwkunst twintigste eeuw tot heden

Vanaf de Jugendstil zijn talrijke stromingen ontstaan in de bouwkunst. Soms werd zo’n richting een school genoemd maar ook allerlei andere benamingen werden gekozen door een groepje architecten met eenzelfde stijlrichting. Daarnaast komen diverse benamingen voor die een bepaalde richting aanduiden zoals bijvoorbeeld functionalisme.

Rationalisme
De beroemde Beurs van Berlage is in de rationalistische stijl (1900-1910) gebouwd. Die stijl kenmerkt zich door dragende constructies van bakstenen en is een reactie op de neostijlen van de negentiende eeuw.

Amsterdamse school
Deze school (1910-1940) is op zijn beurt weer een reactie op de rationalistische stijl. Bakstenen, dakpannen en hout bepalen het uiterlijk van de gebouwen met horizontale lijnen als belangrijkste kenmerken.

De Stijl
Kenmerk van De Stijl (1917-1931) is abstracte en geometrische vormgeving. Bekend in deze stijl is het Rietveld Schröder huis. De vormgeving bestaat uit vlakken en balkvormige elementen. De muren bestaan uit gestucte baksteen en de plafonds en het dak uit hout.

Modernisme
Modernisme (1920-1960) is een verzamelnaam voor Functionalisme, Nieuwe Zakelijkheid en International Style. In deze stijlen wordt gebruikgemaakt van nieuwe materialen als gewapend beton en staal. Een voorbeeld is het Van Gogh Museum in Amsterdam.

Structuralisme
Architecten van deze stroming (1959-1990) verzetten zich tegen ideeën die eenvormige en grootschalige gebouwen opleveren. Gebouwen in deze stijl zijn opgebouwd uit een aantal kleinere eenheden.

Organisch bouwen
Ook deze stroming (1900-heden) keert zich af van het Functionalisme. Bij het milieubewust bouwen wordt gebruikgemaakt van natuurlijke materialen zoals baksteen en hout. Vormen zijn aan de natuur ontleend. Een voorbeeld is het Hoofdkantoor van de Gasunie in Groningen.

 

Innovatie en Traditie

Kunst verhoudt zich altijd tot één of meer tradities (kunstvormen, genres, stromingen, voorgangers). Die verhouding kan allerlei vormen krijgen: herhaling, uitwerking en variatie, omvorming, maar ook verzet en afwijzing. En:

In elke tijd kunnen bepaalde tradities gekoesterd worden en/of sneuvelen
en plaats maken voor nieuwe gewoonten, afspraken en gebruiken (die wellicht vanzelf ooit weer deel van een traditie kunnen zijn).
Is innovatie alleen mogelijk bij gratie van traditie? Wat is traditie (waarde, betekenis, functie)? Is er sprake van innovatie of niet?

Kunnen bijvoorbeeld traditie en innovatie binnen beeldende kunst, dans, muziek of architectuur naast elkaar bestaan?

Een traditie kan iets van een specifieke groep kunstenaars zijn, wanneer zij bewust of onbewust op een bepaalde manier ontwerpen. Denk maar aan hoe de architecten van de Amsterdamse School hebben gebouwd.

Wat eerst innovatief was, is nu verworden tot traditie. Daarentegen worden er sinds 1927 bij belangrijke gebeurtenissen binnen het Koningshuis traditionele Oranjevaasjes ontworpen door Royal Leerdam glasfabriek. Inmiddels hebben bekende Nederlandse kunstenaars en ontwerpers hun naam verbonden aan deze vaasjes. Hoe verhoudt deze kunst zich tot de traditie?

Introductie

Deze periode gaan we met alle VWO 4 klassen naar Rotterdam. Rotterdam is een stad met een rijke, maar ook pijnlijke geschiedenis. Dit maakt dat er veel te zien is op cultureel gebied.

Als voorbereiding bekijken jullie de plattegrond en geven aan op welke plek bepaalde gebouwen en standbeelden staan.

plattegrond van Rotterdam
plattegrond van Rotterdam
CENTRUM:
  • Centraal Station
BLAAK:
  • Markthal
  • Potloodpunt
  • Kubuswoningen
  • Niemeijer flat, het witte huis
  • Station Blaak
MUSEUMPARK:
  • Huis Sonneveld
  • Kunsthal
HET SCHIEREILAND:
  • De Zwaan
  • De Rotterdam
  • Hotel New York
  • KPN toren
  • De Euromast
ONDERWEG:
  • Cafe de unie
  • Groot handelsgebouw
BEELDEN
  • Two turning vertical rectangles, George Rickey
  • De Knoop, Tajiri
  • Cascade, Joep van Lieshout
  • De verwoeste Stad, Ossip Zadkine
  • Santa Claus, Paul McCarthy

AAN DE SLAG! (de opdracht)

Opdracht 1: Oriëntatie op Rotterdam, plattegrond en tijdlijn

OPDRACHT 1: Orientatie op de stad Rotterdam.         (dit doe je in een groepje van 4)

Bij deze opdracht vind je een lijst met bijzondere gebouwen en standbeelden uit Rotterdam.

  • Markeer ieder gebouw op de plattegrond van Rotterdam die bij deze opdracht is uitgedeeld.
  • Zet de naam van het gebouw op de plattegrond.
  • Maak een tijdslijn van 1880 - 2016 en noteer het jaar waarin deze gebouwen in gebruik zijn genomen en het jaar waarin deze standbeelden zijn geplaatst. Hiervoor kun je gebruik maken van een digitaal programmaatje

Verdeel de taken op een handige manier, zodat al deze gegevens in drie kwartier genoteerd staan.

 

De gebouwen/beelden waar je van gaat achterhalen waar ze precies staan en wanneer ze gebouwd/geplaatst zijn:

CENTRUM:

  • Centraal Station

BLAAK:

  • Markthal
  • Potloodpunt
  • Kubuswoningen
  • Niemeijer flat, het witte huis
  • Station Blaak

MUSEUMPARK:

  • Huis Sonneveld
  • Kunsthal

HET SCHIEREILAND:

  • De Zwaan
  • De Rotterdam
  • Hotel New York
  • KPN toren
  • De Euromast

ONDERWEG:

  • Cafe de unie
  • Groot handelsgebouw

BEELDEN

  • Two turning vertical rectangles, George Rickey
  • De Knoop, Tajiri
  • Cascade, Joep van Lieshout
  • De verwoeste stad, Ossip Zadkine
  • Santa Claus, Paul McCarthy

Opdracht 2: zoek info + representatieve foto over een bepaald gebouw,

Opdracht 2: Kies een gebouw/standbeeld uit de lijst van opdracht 1.      Je werkt in een tweetal

Alle duo’s kiezen een ander gebouw of standbeeld. Verzamel de volgende gegevens van dat gebouw of standbeeld:

  • Wie is de architect of ontwerper?
  • Bij welke stroming hoort dit gebouw/kunstwerk?
  • Wat hield deze stroming in?
  • Hoe verhoudt dit gebouw/standbeeld zich tot de dimensie "innovatie en traditie'
  • Zoek op internet iets over de visie van de architect. Wellicht vind jij een interview of een quote waaruit de bedoeling van de architect met het kunstwerk wat duidelijker wordt.
  • Zoek een representatie foto van het gekozen gebouw/kunstwerk

Zoek het adres van het gebouw/kunstwerk op.

Opdracht 3: formuleer een foto-opdracht

Het gebouw waar jij onderzoek naar hebt gedaan heeft een eigen karakter, constructie en details. Het is uniek. Daarnaast gaat het een relatie aan met de gebouwen die dicht in de buurt staan. Je kent de visie van de architect en je weet ook iets over de stroming.

  • Met deze kennis ga je een foto-opdracht formuleren. Deze opdracht zal je medeleerling uitdagen om bijvoorbeeld lijnperspectief te fotograferen, of juist details. Je kunt ook vragen om een foto te maken waarin een gebouw maximaal contrasteert met haar omgeving. De formulering van de foto-opdracht heeft alles te maken met de visie van de architect of kunstenaar.

Opdracht 4: zet de info+foto uit opdracht 2 en de foto-opdracht uit opdracht 3 in een architectuurwaaier

In Rotterdam krijg je van ons een architectuurwaaier. In deze waaier vind je de onderzoekjes met de visie van de architect en de foto-opdracht, van jouw eigen tweetal, maar ook van de rest van de klas. De tekst van ieder tweetal bestaat uit minimaal 300 woorden.

  • Maak een A4 met een overzichtelijk lay-out.
  • Verwerk daarin de volgende gegevens:
  • Adres gebouw, plaatje met klein stukje Rotterdam
  • Architect/kunstenaar/ontwerper
  • jaartal
  • Stroming
  • Innovatie - traditie
  • Visie van architect/kunstenaar/ontwerper
  • Foto van gebouw/Object
  • Foto-opdracht

CONTROLE (voldoe je aan de eisen?)

DE ORIENTERENDE OPDRACHT (per viertal)

  • De tijdlijn is compleet met alle gebouwen en jaartallen en op een overzichtelijke manier
  • Op de plattegrond is ingetekend waar alle gebouwen staan

DE ARCHITECTUURWAAIER (per tweetal)
de volgende info staat in een goed vormgegeven A4-document met minimaal 300 woorden:

  • Adres gebouw, plaatje met klein stukje Rotterdam
  • Naam gebouw + architect/kunstenaar/ontwerper
  • jaartal
  • Stroming
  • hoe verhoudt het gebouw zich tot de dimensie innovatie - traditie
  • Visie van architect/kunstenaar/ontwerper
  • representatieve foto van gebouw/object
  • goed geformuleerde foto-opdracht met een duidelijke link naar de visie van de architect

Beide opdrachten worden op de wix-pagina gezet onder een knop EXCURSIE

DE FOTO-OPDRACHT, BEKIJK DEZE OPDRACHT OOK!

AAN DE SLAG! (de opdracht)

Als je in Rotterdam bent, heb je de architectuurwaaier die jullie met de klas gemaakt hebben, bij je.
In deze waaier staan foto-opdrachten bij gebouwen/kunstwerken.

Deze foto-opdrachten maak je:

  • Neem bij ieder gebouw/beeld een foto, volgens de geformuleerde opdracht. Dit doe je individueel.

CONTROLE (voldoe je aan de eisen?)

HET IS EEN INDIVIDUELE OPDRACHT

  • je hebt bij ieder gebouw/beeld een foto gemaakt, volgens de opdracht uit de architectuurwijzer

Al deze foto's zet je bij elkaar, mooi overzichtelijk op je wixpagina

  • Het arrangement EXCURSIE ROTTERDAM: voorbereiding - kopie 1 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    monique hendrix Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-07-06 12:32:57
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    EXCURSIE ROTTERDAM: voorbereiding
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    hendrix, monique. (2017).

    EXCURSIE ROTTERDAM: voorbereiding

    https://maken.wikiwijs.nl/99708/EXCURSIE_ROTTERDAM__voorbereiding

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    Meer informatie voor ontwikkelaars

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.