Thema: Biotechnologie

Thema: Biotechnologie

Thema: Biotechnologie

Intro

Biotechnologie
In de biotechnologie houden mensen zich bezig met technieken waarbij organismen worden gebruiken voor praktische doeleinden. Het gaat dus om producten waar je wat aan hebt. Bijvoorbeeld kaas, brood of medicijnen.
Mensen maken al eeuwen gebruik van organismen voor het maken van voedingsmiddelen.
Ook het fokken van dieren en het selecteren, kruisen en veredelen van planten behoort tot de biotechnologie.
Dit zijn vormen van klassieke biotechnologie.

Genetische modificatie is een techniek die veel gebruikt wordt in de moderne biotechnologie:
Bekijk het filmpje over genetische modificatie.

Genetische modificatie wordt bijvoorbeeld ingezet bij het maken van voedingsmiddelen en medicijnen.
Bij deze techniek wordt een gen uit de een cel overgeplaatst in de cel van een ander organisme.
Zo kan een bepaalde nuttige eigenschap worden overgezet van het ene organisme in het andere organisme.
Door genetische modificatie krijgt een organisme dus een eigenschap die hij eerst niet had.

Zo worden tegenwoordig landbouwgewassen gekweekt die beter zijn beschermd tegen insecten of die ongevoelig zijn geworden voor bestrijdingsmiddelen. Of aardappels die niet twee soorten zetmeel bevatten, maar slechts één soort: amylopectine.
Dit zetmeel wordt gebruikt voor de productie van lijm en verf.

Hoewel genetische modificatie veel voordelen heeft, zijn er ook nadelen.
Genetische modificatie heeft ook veel tegenstanders. Organismen met nieuwe genen zouden gevaar kunnen leveren voor de gezondheid en het milieu. Zo is men bezorgd of mensen niet allergisch worden van voeding die genetisch gemodificeerde stoffen bevatten en wat de gevolgen op de langere termijn zijn.

Dit thema gaat over klassieke en moderne biotechnologie.
Je sluit het thema af met een examenvraag over biotechnologie.

Leerdoelen

Kennis
Aan het eind van dit thema kun je:

K5: Biotechnologie

  • Het verschil noemen tussen klassieke en moderne biotechnologie.
  • Voorbeelden noemen van klassieke biotechnologie.
  • Uitleggen wat selectie, kruisen en veredelen is en je kunt uitleggen wat dit met biotechnologie te maken heeft.
  • Uitleggen wat genetische modificatie is.

Biotechnologie

Kennisbank

Bestudeer uit de Kennisbank biologie de onderdelen:

KBBiotechnologie
KBDissimilatie

Test je kennis
Beantwoord de volgende vragen over de theorie in de Kennisbank.

 

Oefening:Biotechnologie

Oefening:Dissimilatie

Selectie, kruisen en veredelen

Selectie, kruisen en veredelen
De voorouders van de aardappel komen oorspronkelijk uit Bolivia. Duizenden jaren lang is er gekweekt met de voorouders tot de huidige aardappelrassen zijn ontstaan. Tegenwoordig worden stukjes DNA in aardappelplanten geplaatst om ze te beschermen tegen ziekten. Dat heet genetische modificatie.
Lees de tekst.

Aardappelplant
Genetische modificatie van de aardappelcel gebeurt met bacteriën. Er worden goede genen uit de voorouders van de huidige aardappelrassen geïsoleerd. Deze goede genen worden in een bacterie ingebracht. Vervolgens komen de goede genen in de aardappelcel.
De aardappelcel groeit op tot een aardappelplant.
Alle cellen van de aardappelplant hebben de goede genen.
Door de goede genen krijgen bepaalde ziekten geen kans meer om de aardappel te besmetten.
De aardappelplanten zijn resistent.
Er hoeft daardoor minder met bestrijdingsmiddelen te worden gespoten om de ziekten te bestrijden.

Je krijgt zeven beweringen. Geef van iedere bewering aan of ze juist of onjuist is.

  1. Er zijn voorouders van onze huidige aardappel die beter bestand zijn tegen ziekten dan onze huidige aardappel.
    1. juist
    2. onjuist
  2. Genetische modificatie zorgt ervoor dat er meer bestrijdingsmiddelen worden gebruikt.
    1. juist
    2. onjuist
  3. Een aardappelplant wordt beschermd tegen de ziekten door hem te behandelen met een bacterie.
    1. juist
    2. onjuist
  4. Aardappeltelers met genetisch gemodificeerde aardappelplanten zijn minder geld kwijt aan bestrijdingsmiddelen.
    1. juist
    2. onjuist
  5. Aardappelplanten die gemodificeerd zijn, lijken wat betreft hun DNA meer op hun voorouders dan onze huidige aardappelplanten.
    1. juist
    2. onjuist
  6. Als één bacterie het juiste gen heeft, hebben al zijn nakomelingen dat ook.
    1. juist
    2. onjuist
  7. Planten die niet ziek worden van bepaalde ziekteverwekkers noem je resistent.
    1. juist
    2. onjuist

Controleer je antwoorden bij het kopje "Antwoorden".

Kaas maken

De grondstof voor kaas is melk.
In het volgende practicum ga je kaas maken.

  • Download het practicum kaas maken .
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
  • Beantwoord de twee vragen.

Het stremsel uit de magen van pas geslachte kalveren is moeilijk te krijgen.
Dankzij de biotechnologie is het gelukt om een stukje DNA uit de maagklieren van een kalf in een gistsoort te brengen. De gistsoort wordt gebruikt voor het maken van stremsel.
Zo is er nooit een tekort aan het enzym en wordt de productie van kaas niet al te duur.

Leg uit wat dit met moderne biotechnologie te maken heeft.

Zuurkool maken

Zuurkool maak je van witte kool.
In het volgende practicum ga je kaas maken.

  • Download het practicum zuurkool maken .
  • Lees het practicum een keer helemaal door.
  • Zoek de benodigheden bij elkaar.
  • Voer het practicum uit zoals beschreven onder de werkwijze.
  • Beantwoord de twee vragen.

Opdracht Zuurkool
Zodra de zuurkool is ingezet ga je het maken van zuurkool in maximaal zes tekeningen uitbeelden.
Je kunt ook een filmpje maken over het maken van zuurkool.
Je filmpje dient dan als handleiding voor het maken van zuurkool voor andere docenten en leerlingen.

Neem na drie weken een beetje van het zuurkoolnat en bekijk dat door de microscoop.
Wat zie je? Noteer je waarnemingen of teken wat je ziet.

Beantwoord de volgende vragen:

  1. Leven deze bacteriën in een omgeving met of zonder zuurstof?
  2. Vindt in de bacteriën verbranding plaats?
  3. Is zuurkool maken een voorbeeld van klassieke biotechnologie of van moderne biotechnologie?
    Leg je antwoord uit.

Genetisch gemodificeerde ingrediënten

In veel voedsel dat je eet zitten genetische gemodificeerde ingrediënten.
Dit kun je teruglezen op de etiketten van verschillende voedingsmiddelen. Wanneer meer dan 1% van een genetisch gemodificeerd ingrediënt in een product zit, moet dat op het etiket vermeld staan.
Genetisch gemodificeerde maïs of soja zal je veel op etiketten terugvinden.

Neem vijf verschillende voedingsmiddelen mee naar school, waarvan de ingrediënten op de verpakking zijn vermeld. Denk bijvoorbeeld aan een pot pindakaas, een pak havermout, een reep chocolade of een pizzadoos. Op verse producten, zoals brood en groente, staan de ingrediënten niet vermeld. Dat is ook niet verplicht.

Bekijk samen met een klasgenoot eens nauwkeurig naar de ingrediëntenlijst.
Staan er ingrediënten op die zijn gemaakt met behulp van genetische modificatie?
Maak een lijst van deze ingrediënten en vergelijk jouw lijst met andere klasgenoten.

  1. Is deze lijst langer of korter dan je had verwacht?
  2. Welke type producten hebben de meeste genetisch gemodificeerde ingrediënten?
  3. En welke de minste?
  4. Wat vind je er van dat dit in je eten zit?
  5. Ga je voortaan de ingrediëntenlijst beter lezen voor je iets eet?

Examenopgaven

Herhaal of maak eventueel de examenvragen van de module Land- en tuinbouw (C Verwerken)

VMBO GLTL 2011-1 Vraag 12
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 46
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 52
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 53

Over dissimilatie:

VMBO GL en TL 2009-1 Vraag 10
VMBO GL en TL 2009-1 Vraag 11
VMBO GL en TL 2009-1 Vraag 12

 

Beantwoord de volgende examenvragen.

VMBO GLTL 2004-1 Vraag 43
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 44
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 45
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 46
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 47
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 48
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 49
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 50
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 51
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 52
VMBO GLTL 2004-1 Vraag 53

Antwoorden - Toepassing

Toepassing: Selectie, kruisen en veredelen 

    1. juist
    1. onjuist
    1. onjuist
    1. juist
    1. juist
    1. juist
    1. juist

 

 

 

  • Het arrangement Thema: Biotechnologie is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-07-03 22:10:49
    Licentie
    CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/81713/Thema__Biotechnologie__vmbo_kgt34
    Leerniveau
    VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4;
    Leerinhoud en doelen
    Biologie;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    7 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Biologie. (2022).

    Thema: Biotechnologie vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/81713/Thema__Biotechnologie__vmbo_kgt34