Introductie
Binnen een groep heeft elk kind een eigen verhaal en een eigen achtergrond. Iedereen is welkom en verdient respect. Als gespecialiseerd Pedagogisch Medewerker weet je veel over diversiteit en interculturele communicatie. Binnen het team is er aandacht voor, zodat kinderen, ouders, medewerkers en andere betrokkenen zich welkom voelen.
Doelen
Lesdoelen kun je per lesweek terug lezen.
Toetsvormen en criteria
Je maakt de opdrachten die gegeven zijn in de lessen.
Aan het eind geef je je kennis individueel aan door de vragen en antwoorden in een quiz te kunnen formuleren en beantwoorden.
Hier vind je de beoordelingslijst.
Organisatie en planning
Week 1
Lesdoelen
|
- De student heeft de beoordelingslijst gezien, besproken en kan zich voorstellen wat er van hem verwacht wordt.
- De student kan voorbeelden beschrijven van diversiteit in de klas en/of op de BPV
- De student heeft opgezocht waar hij kennis van dit vak kan toepassen bij de oefenopdrachten van deze periode en de examens van komende periode.
|
Theorie
|
Hfst. 5.1 (Profielboek: Pedagogiek)
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Diversiteit
- Introductie op het vak met de opdracht ‘Op wie lijk ik het meest’?
- Beoordelingslijst bespreken.
- Zelf voorbeelden van diversiteit schrijven als in tabel 1.
- Welke normen en waarden kan je vinden in de visie van jouw BPV? Check de website.
- Geef een voorbeeld uit je eigen ervaring, waarin je te maken had of moest samenwerken met iemand die ergens een andere mening over had en dat je dat lastig vond. (Bijvoorbeeld een collega, stagebegeleider, ouder, baas, klasgenoot, docent, …)
- Oefenopdrachten en examens: Lees de beoordelingslijsten van de oefenopdrachten van deze periode en van de examens volgende periode door. Bij welke beoordelingen komt dit vak van pas.
Rechten van het kind
- Introductiefimpje Wat zijn kinderrechten (2 min) van het kinderrechtencollectief
- Noem vijf rechten van het kind.
- Bekijk Filmpje Internationale kindervredesprijs compilatie (5 min) en de site van de kinderombudsman
- Kies een recht wat jij persoonlijk heel belangrijk vindt. Wat maakt dat dat recht voor jou belangrijk is?
- 4 Bedenk een casus vanuit de praktijk waarin een recht van het kind belangrijk wordt en breng dat in.
- 5 Bedenk en maak een “Loesje” over een kinderrecht naar keuze.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
Bij welke oefenopdrachten of examens kan je de lesstof van diversiteit toepassen?
|
Huiswerk
|
|
Week 2
Lesdoelen
|
Je weet de kenmerken van de geloofsovertuigingen
|
Theorie
|
Hfst. 5.2
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Religie
Verdeel de klas in groepen van 5 studenten, zodat de verschillende geloven verdeeld kunnen worden.
Opdracht: Je onderzoekt een geloofsovertuiging. Maak een presentatie die je in les 3 gaat presenteren. Maak de presentatie aan de hand van een kalender, waarin de belangrijkste feesten van dat geloof te zien zijn en besproken worden.
Hoe houd je binnen de kinderopvang rekening met de gebruiken van dit geloof.
Denk bijvoorbeeld aan Jehova’s getuigen, zij vieren de verjaardagen niet. Hoe houd je rekening met de viering.
Eindproduct: maak gezamenlijk een kalender met daarop de religies en de daarbij behorende feestdagen.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 3
Lesdoelen
|
- Je weet de verschillen van de geloofsovertuigingen.
- Je herkent de kenmerken van verschillende culturen.
|
Theorie
|
Hfst. 5.2
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Presentatie van de verschillende geloofsovertuigingen.
Klassengesprek over culturele verschillen:
in uiterlijk, gebaren, eetgewoontes, kledingstijlen en manier van feesten, man/vrouwverhouding, begroetingen?
Opdracht: maak aantekeningen van 5 opvallende verschillen.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 4
Lesdoelen
|
- Je kent voorbeelden van andere soorten diversiteit:
- Je kan verschillen benoemen tussen jongens en meisjes en de aanpak hiervan.
- Je kent de werking van rolmodellen.
- Je kent de invloed van de omgeving.
|
Theorie
|
Hfst. 5.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Klassengesprek over gezinssamenstelling, arm of rijk. Wat heb je voor kennis uit eigen ervaring? Hoe wordt er omgegaan met cadeautjes.
Opdracht:
In groepjes: Wat zijn de verschillen tussen jongens en meisjes? Maak een mindmap. Denk aan de opdrachten van VVE in week 2.
Klassengesprek
Beantwoord de volgende vragen en bespreek later in de klas:
Zijn de verschillen tussen jongens en meisjes aangeleerd of aangeboren?
Worden jongens anders behandeld dan meisjes?
Hoe moet je de begeleiding afstemmen op de verschillen?
Wat is de visie van je stageplek op omgaan met jongens en meisjes?
Hoe ga je als GPMer om met genderdysforie kinderen?
https://youtu.be/Gl19lB_PY1s , 6 min 54
andere bronnen:
https://www.oudersenzo.nl/genderdysforie/
Puberruil Gwennos vs Myrren – terugblik
Puberruil Gwennos vs Myrren – uitzending deel 1 en deel 2
Nog meer filmpjes over transgender kinderen op YouTube kanaal
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 5
Lesdoelen
|
De student kan de verschillen vanuit praktijksituatie herkennen, benoemen en zijn/haar mening hier over geven
|
Theorie
|
H. 5.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Filmpjes van het geheime leven van 4 jarigen bekijken, letten op verschillen tussen jongens en meisjes en bespreken, klassikaal of in groepjes
- Verschillen: meerdere verschillen (8:10)
- Wedstrijd: wie bouwt de hoogste toren - ruimtelijk inzicht, samenwerken en omgaan met winst / verlies (7:10)
- Schilderen – creativiteit (5:22)
- Taart – impulsiviteit (9:24)
De student geeft zijn/haar mening over de verschillen tussen jongens en meisjes
Instructie voor docent: stop de film op het moment dat de commentatoren beginnen te praten. De klas benoemt de verschillen die je ziet tussen jongens en meisjes. Bespreek wat de mening is van de student.
Opdracht: Maak op een creatieve manier de verschillen tussen jongens en meisjes zichtbaar. Dit presenteer je aan de klas.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 6
Lesdoelen
|
- De student weet het verschil tussen temperament, karakter en persoonlijkheid van een kind.
- De student kent de verschillende temperamenttypen.
|
Theorie
|
H. 5,3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Opdracht: maak groepjes van 4. Elke student koppelt de gegevens van een temperamenttype aan het bijpassende persoonlijkheidstype met het juiste logo en maakt dit zichtbaar op een A4.
Bespreek welke begeleiding je zou moeten bieden?
Je schrijft met je groep een casus met een voorbeeld uit de praktijk. Je vraagt een andere groep: Welke begeleiding is nodig. Hoe sluit je de activiteiten aan bij het type kind?
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 7
Lesdoelen
|
- De student weet wat wordt verstaan onder opvallend gedrag.
- De student kent de voordelen en valkuilen van talentontwikkeling.
- De student kent de kenmerken van hoog sensitieve kinderen en van wonderkinderen.
|
Theorie
|
H. 5.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Opdracht: maak 6 groepjes.
3 groepen gaan bezig met hoog sensitieve kinderen en 3 groepjes gaan bezig met wonderkinderen.
Je zoekt een film met een voorbeeld van je onderwerp.
Geef aan wat het temperament, karakter van het kind en de persoonlijkheid is. Wat vraagt dit van de begeleiding van de GPMer.
Presenteer dit in deze en komende les aan de rest van de groep.
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 8
Lesdoelen
|
- De student weet wat wordt verstaan onder opvallend gedrag
- De student kent de voordelen en valkuilen van talentontwikkeling
- De student kent de kenmerken van hoog sensitieve kinderen en van wonderkinderen
|
Theorie
|
H. 5.3
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Presentatie van de opdracht van vorige week afmaken.
Opdracht:
3 groepen gaan bezig met hoog sensitieve kinderen en 3 groepjes gaan bezig met wonderkinderen.
Je zoekt een film met een voorbeeld van je onderwerp.
Geef aan wat het temperament, karakter van het kind en de persoonlijkheid is. Wat vraagt dit van de begeleiding van de GPMer)
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Week 9
Lesdoelen
|
- De student kan omgaan met diversiteit door te letten op taal.
- De student kan beschrijvende taal gebruiken en weet het verschil met vergelijkende taal
- Je weet hoe je een bijdrage kan leveren aan het ontwikkelen van een positief gevoel van eigenwaarde.
|
Theorie
|
H. 5.4
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Vergelijkende en beschrijvende taal (3-4 personen)
Opdracht 1: Oefen in het gebruik van beschrijvende taal: zonder oordeel. Geef aan wat je ziet of hoort bij vergelijkende taal. Zie tabel 9.
A
Ga in tijdschriften en internet op zoek naar 25 verschillende afbeeldingen van mensen. Knip of print de plaatjes uit en maak er een collage van door ze op een groot vel te plakken. Benoem bij elk plaatje waarom de persoon op deze afbeelding uniek is en schrijf dat er in maximaal twee trefwoorden onder.
B
Bekijk ook de collages van de andere groepjes. Hoe uniek is elk plaatje, of anders gezegd: hoe vaak komt het zelfde plaatje voor? Geef 5 opmerkingen in vergelijkende taal en 5 opmerkingen in beschrijvende taal.
C
Kun je, puur afgaand op het uiterlijk, een reden bedenken waarom sommige mensen op de afbeeldingen niet met elkaar zouden kunnen opschieten?
Opdracht 2: Geef drie punten, aan de hand van de pedagogische handvatten, uit het boek (zie blz. 200), hoe je een kind kunt laten voelen dat hij/zij gewaardeerd wordt. Maak daarbij verschil of je van een jongen of van een meisje uitgaat.
Lees de casus in voorbeeld 7
Opdracht 3: Bedenk in tweetallen een casus waarin beschreven is hoe je kinderen leert om te gaan met verschillen en overeenkomsten. Voer hierover een klassengesprek.
|
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
Leer de kernbegrippen van hoofdstuk 5, blz 206, 207
|
Week 10
Lesdoelen
|
Je kent de betekenis van de kernbegrippen.
|
Theorie
|
Kernbegrippen van hoofdstuk 5, blz 206, 207
|
Suggesties leeractiviteiten
|
Maak een quiz
Verdeel de klas in 5 groepen
Elke groep krijgt drie kernbegrippen en maakt er meerkeuzeantwoorden bij. Mail dit naar je docent. De docent presenteert daarna de quiz. Noteer individueel de antwoorden. Wie weet alle antwoorden?
|
Evaluatie lesdoelen/ bijdrage PIT
|
Door kennis van diversiteit en intercultureel communiceren leert de student hoe hij/zij in goed contact komt met ouders en ouders maximaal kan betrekken bij de kinderopvang.
|
Huiswerk
|
|
Inspiratie