Ouderbetrokkenheid: Gebruiken Profielboek GPM H8 Pedagogiek
Week 1: Introductie op het vak: Een professionele relatie met ouders en opvoeders.
Lesinspiratie:
Wat is ouderbetrokkenheid? Ouderbetrokkenheid is een woord dat tot de verbeelding spreekt. Iedereen kan zich er wel een voorstelling van maken. Schrijf in je eigen woorden wat volgens jou ouderbetrokkenheid is. Ouderbetrokkenheid bevat de volgende elementen: aandacht, interesse, actief bezig zijn met, betrokkenheid. Deze woorden komen terug in je verhaal. (Half A4).
Beschrijf vervolgens wat jouw ervaringen zijn met ouderbetrokkenheid. Waarom denk jij dat het belangrijk is om ouders te betrekken bij de kinderopvang? Schrijf op grond van je eigen ervaringen een verslag van ongeveer een half A4. De studenten schrijven hier vanuit hun eigen ervaringen die ze hebben opgedaan in de stages. In het verslag is het vooral van belang dat de volgende elementen aan bod komen:
- beschrijving van de stageplaats/werkzaamheden
- de rol die de student zelf speelde
- wat werd er gedaan aan ouderbetrokkenheid
Week 2: Een professionele relatie met ouders en opvoeders.
Lesinspiratie:
Studenten gaan in een klassengesprek vertellen over de opdracht van vorige week.
Hiervoor maken ze zelf eerst discussiepunten met betrekking tot professionele ouderbetrokkenheid. Bijvoorbeeld: wat is het belang van ouderbetrokkenheid in de kinderopvang/BSO/jeugdinstelling. Tegen welke mogelijke problemen kun je hierbij oplopen, en wat kunnen dan mogelijke oplossingen zijn enz.
Week 3: Oudergesprekken: betrekkingsniveau en inhoudsniveau.
Welk soort gesprekken kun je voeren met ouders?
Intake gesprek
Haal- en brenggesprekjes, al of niet met schriftjes
Oudergesprek enz.
Lesinspiratie:
Inhoudsniveau gaat over wat je zegt, en betrekkingsniveau over hoe je iets zegt.
18 APR 2017
Blog Kirsten Fröhlich – Overdrachtsgesprekken
Alles goed gegaan? Geen bijzonderheden vandaag? Vragen die veel ouders stellen tijdens het ophalen van hun kindje. Een ouder die echt de tijd neemt voor een goede overdracht, lijkt een zeldzaamheid. Hoe komt dat nou? Zijn ouders werkelijk niet geïnteresseerd in hoe hun kind de dag heeft doorgebracht?
Kirsten Fröhlich: 'Doet het recht aan het kind en doet het recht aan jou in je rol als professional? Heb je echt niets te delen?'
Pedagogisch medewerker krijgen vaak de indruk dat ouders moe zijn van een dag hard werken en het liefste zo snel mogelijk naar huis willen. Ze houden de overdracht daarom kort en zeggen: ‘Ja hoor, helemaal goed! Lekker gegeten, lekker gedronken en nog even buiten gespeeld. Niets bijzonders eigenlijk.’ Hoor jij jezelf ook wel eens zoiets zeggen? Doet het recht aan het kind en doet het recht aan jou in je rol als professional? Heb je echt niets te delen?
Wat je schetst is een algemeen beeld dat weinig zegt over het specifieke kind. Logisch dat ouders daar geen tijd voor willen nemen. Als je jezelf, de ouder en het kind serieus neemt, zou je het misschien anders willen doen. Maar hoe dan?
Ga even terug naar de meest gestelde vragen van ouders. Wat zou een ouder willen weten? Het algemene beeld of de bijzonderheden?
Bij het beantwoorden van de vraag ‘Alles goed gegaan?’ kan je vertellen wát er zo goed ging. Maak het specifiek en beeldend. Heeft het kind bijvoorbeeld heel geconcentreerd een hoge toren van blokken gebouwd, zelf een boterham gesmeerd en heel trots ‘ikke gedaan’ gezegd, een creatieve heksensoep gemaakt en andere kinderen geholpen met ingrediënten zoeken, met een grote glimlach zelf vormpjes uit het fruit gesneden, uitbundig en met rode wangen gedanst op muziek of juist helemaal ontspannen op zijn gemakje in een hoek een boekje gelezen? De meeste ouders zullen dan wel de tijd nemen om even te luisteren en misschien roept wat jij zegt ook wel vragen bij hen op. Juist die kleine details kunnen de belangstelling wekken. Mocht hij zelfstandig met een mes fruit snijden? Ging dat wel goed dan? Wat leuk dat dansen, dat doet hij thuis eigenlijk nooit. Welke muziek draaien jullie? Een boekje gelezen? Wilde hij niet met de andere kinderen spelen dan?
‘Ouders denken misschien dat de kinderen op deze leeftijd alles zelf kunnen vertellen, maar jouw waarnemingen zeggen ook iets over de manier waarop je vanuit jullie pedagogische visie naar kinderen kijkt’
Zo kom je meer te weten over wat ouders bezighoudt of waar ze zich wellicht zorgen over maken. Je kunt die zorgen misschien wegnemen en in ieder geval serieus nemen en echt in gesprek komen over de ontwikkeling van het kind. Zo krijgt de overdracht een pedagogische meerwaarde.
Op de BSO spreek je de ouders minder vaak. Daarom zijn de momenten waarop er wel een overdracht plaatsvindt extra belangrijk. Ouders denken misschien dat de kinderen op deze leeftijd alles zelf kunnen vertellen, maar jouw waarnemingen zeggen ook iets over de manier waarop je vanuit jullie pedagogische visie naar kinderen kijkt. Vertel bijvoorbeeld welke initiatieven je bij het kind hebt gezien, wat je is opgevallen in het samenspel met anderen of in welke stemming een kind uit school kwam. Ook als het niet mogelijk is om een uniek en volledig beeld te geven, kan je laten weten dat je betrokken bent bij het kind en de ouder. Wees wel eerlijk. Als je het kind die dag nauwelijks hebt gezien, verwijs dan door naar een collega of vertel iets over wat je eerder in de week is opgevallen of bijgebleven over het kind.
Dus als een ouder vraagt of er nog bijzonderheden waren, dan denk jij voortaan: Ja natuurlijk! Als je werkt met kinderen is elk moment bijzonder en de moeite waard om over te vertellen. Probeer het maar eens.
(uit kinderopvangtotaal: https://www.kinderopvangtotaal.nl/blog/blog-kirsten-frohlich-overdrachtsgesprekken/ ).
Week 4: Oudergesprekken.
Lesinspiratie:
De verschillende gespreksmomenten worden onder groepjes verdeeld. Studenten bedenken zelf een casus uit de eigen praktijk, zetten dit op papier, rollen worden verdeeld (PM’er, ouder observator). Dit wordt gefilmd (mobiel) en voorzien van feedback. Filmpjes aan docent laten zien.
Week 5: Opvoedingsondersteuning.
Lesinspiratie:
http://cdpcontent.toegang.nu/efa3eadb-6753-4d76-a931-168db1bd1a26/20171018065534/h08.pdf
Via de site van Noordhoff (link) lees je verschillende casussen. Werk alle 4 uit samen in een groepje.
Week 6: Opvoedingsondersteuning: een band opbouwen met ouders uit verschillende culturen, met verschillende gewoontes.
Lesinspiratie:
Groepjes verdiepen zich in de verschillende opvoedingsculturen bijv. andere nationaliteiten, gezinssamenstellingen, stad/platteland, geloofsovertuigingen enz.
Welke invloeden hebben de verschillende culturen op de opvoeding, denk aan waarden en normen, vieren van feesten.
Wat vinden wij in Nederland belangrijke waarden en normen en hoe kijken ouders uit andere culturen hier tegen aan?
Als aanvulling voor de les kan het model van Maslow en Pinto naast elkaar worden gelegd. Wat zijn de overeenkomsten en de verschillen in hoe de culturen kijken naar wat zij het meest belangrijk vinden in de opvoeding.
Maak op een A3 een inspiratieposter met de bevindingen. Ophangen en gezamenlijk bespreken.
(https://mens-en-samenleving.infonu.nl/pedagogiek/10374-invloeden-vanuit-de-cultuur-bij-opvoeden.html ).
Week 7: Omgaan met verschillende ouders.
Lesinspiratie:
Eventueel een vervolg van week 6. Verdieping bijvoorbeeld op gezinssamenstelling man-man, vrouw-vrouw, 1 ouder gezinnen, kinderen met gescheiden ouders enz.
Week 8: Omgaan met verschillende ouders.
Ouders betrekken bij de organisatie.
Wat doet een oudercommissie
Wie zitten er in een oudercommissie
Hoe hou je ouders op de hoogte
Lesinspiratie:
Boink: oudercommissie; de communicatie ( https://www.boink.info/themas/de-oudercommissie ).
Maak een presentatie voor ouders waarin je ze uitnodigt voor een ouderavond over de oudercommissie.
BOINK heeft ook een voorbeeld van een PowerPoint voor een ouderavond. Studenten kunnen deze gebruiken om deze voor de eigen stage aan te passen. Ze zijn ook vrij om helemaal een eigen PowerPoint/Prezi of een andere vorm van presentatie te maken waarin ze ouders (tijdens bijv. een ouderavond) informeren over de oudercommissie.
Verder biedt de site van BOINK verschillende brochures die als ondersteuning kunnen dienen bij deze les.
Week 9: Ouders die meedoen, meedenken en meebeslissen.
Ouderparticipatie of ouderbetrokkenheid? Dezelfde betekenis of toch verschillend? (http://www.nederlandsjeugdinstituut.nl/nl/Download-NJi/Publicatie-NJi/OudersBetrKindercentra.pdf )
Lesinspiratie:
Week 10:
Presentatie van de opdrachten: alle gemaakte opdrachten die in de afgelopen weken zijn uitgewerkt komen hierin terug.
Extra aanvulling als inspiratie of achtergrondinformatie: