Het arrangement Wie bepaalt het gedrag is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
- Auteur
- Laatst gewijzigd
- 2021-05-17 16:00:44
- Licentie
-
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
- het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
- het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
- voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
- Toelichting
- De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
- Leerinhoud en doelen
- Biologie;
- Eindgebruiker
- leerling/student
- Moeilijkheidsgraad
- gemiddeld
Gedrag is deels erfelijk bepaald. Of gedrag tot expressie komt, is mede afhankelijk van de omstandigheden. Je ziet dit bijvoorbeeld bij jonge apen die geīsoleerd opgroeien. Ze zijn dan later niet in staat om hun jongen op te voeden. Hieruit blijkt dat het milieu een belangrijke rol kan spelen bij de ontwikkeling van gedrag.
Elke diersoort vertoont soortspecifiek gedrag ofwel gedrag dat uniek is voor een bepaalde soort. Dit gedrag is erfelijk bepaald en wordt nauwelijks beïnvloed door het milieu.



Een dier dat effectief foerageert (voedsel zoekt) verspilt minder energie dan en dier dat hierin niet zo effectief is. Aanpassingen (adaptaties) in lichaamsbouw (bv de vorm van de snavel) of erfelijk vastgelegde gedragspatronen kunnen daarbij helpen.
Op 4 november 1970 wordt de 13-jarige Genie aangetroffen in een huis in Arcadia, een kleine buitenwijk van Los Angeles. Ze is door haar ouders meer dan tien jaar achtereen opgesloten in haar slaapkamer. Genie kan spreken noch lopen.
Dieren bezitten gevoelige perioden waarin bepaald gedrag kan worden geleerd. Leren in een gevoelige periode, heet inprenting. Ingeprent gedrag is meestal moeilijk af te leren. Inprenten speelt bij mensen gedurende de eerste drie jaren van het leven vermoedelijk een belangrijke rol. Vinken die geïsoleerd bij mensen opgroeien leren nooit fluiten zoals een normale vink, ook niet als ze later met andere vinken in aanraking komen. De specifieke vinkenzang kunnen ze alleen in de eerste maand van hun leven leren. Die eerste maand is dus de gevoelige periode voor het aanleren van de zang.
Proefondervindelijk leren wordt meestal aangeduid met de Engelse naam trial and error.