Dieren bezitten gevoelige perioden waarin bepaald gedrag kan worden geleerd. Leren in een gevoelige periode, heet inprenting. Ingeprent gedrag is meestal moeilijk af te leren. Inprenten speelt bij mensen gedurende de eerste drie jaren van het leven vermoedelijk een belangrijke rol. Vinken die geïsoleerd bij mensen opgroeien leren nooit fluiten zoals een normale vink, ook niet als ze later met andere vinken in aanraking komen. De specifieke vinkenzang kunnen ze alleen in de eerste maand van hun leven leren. Die eerste maand is dus de gevoelige periode voor het aanleren van de zang.
De jonge vinken in dit voorbeeld leren zonder meteen het geleerde te laten zien. Dit heet ook wel latent leren. Sommige kinderen zijn laat met spreken, maar als ze gaan praten gebruiken ze meteen hele volzinnen.
Maar let op: latent leren is niet altijd gebonden aan een gevoelige periode. Het is dus niet precies hetzelfde als inprenting! Als je zonder speciaal op te letten een keer met iemand bent meegereden kun je toch later soms zelf de weg vinden.
Klik hier voor de vinkenzang.