![]() |
![]() |
Op de grens van het territorium treedt er vaak een conflictsituatie op tussen twee gedragssystemen: vechten of vluchten. Een dier vertoont dan ambivalent conflictgedrag: het neemt een dreighouding aan waarin zowel vecht- als vluchtelementen voorkomen. Dreigen is gedrag dat over het algemeen de schade beperkt.
Een stekelbaarsmannetje met een nest dat zich op de grens van zijn territorium bevindt, gedraagt zich afwisselend alsof hij wil vluchten of aanvallen. Het stekelbaarsmannetje zet zijn stekels op en maakt zich breed door zijn zijkant te tonen. Naarmate 'de vijand' dichter bij het nest komt, reageert het mannetje agressiever, hij gaat bijten. Verder van het nest neemt de agressie af. Buiten het territorium is er een neiging tot vluchten.
Ambivalent conflictgedrag hoeft niet altijd te maken hebben met territoriumgedrag. Als je twijfelt of je iets wilt pakken of niet steek je soms een paar keer je hand uit en trek je hem steeds terug.
Een dier (of mens) in een conflictsituatie kan plotseling gedrag vertonen dat thuishoort in een ander gedragssysteem. Dit gebeurt als het dier geen keuze kan maken tussen twee typen gedragssystemen (vechten of vluchten). Het gaat dan een derde type gedrag vertonen. Je noemt dit overspronggedrag.
Omgericht gedrag is ook conflictgedrag. Bij omgericht gedrag wordt een handeling uit een gedragssysteem op iets anders gericht. Voorbeelden van omgericht gedrag zie je als een agressief stekelbaarsje in iets anders bijt in plaats van zijn opponent aanvalt of als iemand die boos is met zijn vuist op tafel slaat.