Gedrag is een actie die ontstaat als een reactie op een prikkel in de omgeving.
Die prikkel - ook wel stimulus genoemd – kan van buiten af komen (uitwendig).
De reactie die tot stand komt noem je een respons. Er zal geen reactie zijn als het dier niet gemotiveerd is om het bijbehorende gedrag te vertonen.
Deze motivatie komt binnen het lichaam van het dier tot stand door de werking van hormonen of het zenuwstelsel. Ook de biologische klok kan een motiverende factor zijn. Al deze factoren van binnenuit noem je inwendige prikkels.
Uitwendige prikkels
Mensen en dieren staan voortdurend bloot aan een bombardement van prikkels uit hun omgeving. Hun zintuigen zijn continu bezig om al deze geluiden, beelden, kleuren, geuren en druk waar te nemen.
Maar ze kunnen niet op al die prikkels reageren.
Minder belangrijke prikkels worden uitgefilterd en genegeerd. Dan nog blijven er teveel over om bewust mee bezig te zijn. Veel prikkels worden volautomatisch en onbewust door het zenuwstelsel verwerkt, zonder dat de grote hersenen erbij betrokken zijn. Deze gedragspatronen heten reflexen. Slechts een beperkt aantal prikkels trekt de aandacht en vraagt om een adequate reactie.
Sleutelprikkel
Sommige prikkels roepen een specifiek gedrag op.
Prikkels die steeds een vaste respons geven heten sleutelprikkels.
De rode buik van een stekelbaarsmannetje is een sleutelprikkel. Als een stekelbaarsmannetje de rode buik van een ander mannetje ziet, roept dat agressief gedrag op. Voor een vrouwtje vormt een rode buik juist de sleutelprikkel om te gaan baltsen.
De respons op een sleutelprikkel kan zelf weer een sleutelprikkel zijn voor een ander dier. Zo kan een hele reeks handelingen ontstaan: een gedragsketen.
Een voorbeeld hiervan vind je bij het baltsgedrag van de stekelbaars.
Supranormale prikkel
Een prikkel die sterker is dan een normale sleutelprikkel, heet een supranormale prikkel. Een supranormale prikkel is effectiever in het oproepen van een bepaald gedrag dan een normale sleutelprikkel.
Als je bij een broedende vogel naast zijn eigen ei een groter kunstei in het nest legt, zal de vogel het grotere ei bebroeden en zijn eigen ei het nest uitwerken. Zo gaan vogels zelfs broeden op een grapefruit. Het gewone ei is een sleutelprikkel maar het grotere ei lokt een sterkere reactie uit en vormt dus een supranormale prikkel.
Prikkelsummatie
Soms vertoont een dier pas een bepaald gedrag als het meerdere prikkels tegelijk ontvangt. Op één afzonderlijke prikkel wordt niet of minder sterk gereageerd. Het kan zijn dat dezelfde prikkel meerder keren herhaald moet worden, voordat er een reactie optreedt. Maar het kan ook dat er verschillende soorten prikkels tegelijk nodig zijn. Zo’n optelsom van prikkels waarop wordt gereageerd, heet prikkelsummatie.
Een voorbeeld van prikkelsummatie is als je de telefoon niet hoort omdat hij zacht overgaat. Blijft hij een tijdje overgaan, dan hoor je hem ineens wel.
Een ander voorbeeld is de sta-reflex bij zeugen.
Nadelen van opvallende prikkels
Opvallende prikkels kunnen ook gevaar opleveren. Vogelmannetjes lokken met hun bontgekleurde broedkleed en hun opvallende gedrag niet alleen vrouwtjes, maar ook roofdieren naar zich toe. Sommige vogelsoorten lossen dit op door alleen in de paringstijd een bruidskleed te hebben en zich buiten de paringstijd onopvallend te gedragen. De kans om gepakt te worden door een roofdier is dan kleiner.
Het stekelbaarsmannetje heeft in de seksuele fase een rode buik. Buiten de seksuele fase is het een grauwig visje. Futen hebben in de baltstijd een mooie bruinrode kraag, in hun winterkleed zien ze er onopvallender uit.
Inwendige prikkels
Naast uitwendige prikkels zijn inwendige prikkels of drang een voorwaarde voor
het vertonen van gedrag. Een dier eet niet als het geen honger heeft, drinkt niet zonder dorst. Het maakt niet uit of er voedsel of drank in overvloed is.
Het dier mist de motivatie om eetgedrag of drinkgedrag uit te voeren.
Motivatie
Deze inwendige factoren zorgen voor motivatie ofwel inwendige drang.
Een gecastreerde kater reageert niet op een paringsbereid wijfje omdat bij de kater
de juiste hormonen ontbreken. Om dezelfde oorzaak burlen mannetjesherten niet buiten het voortplantingsseizoen. Bij het hert worden de voortplantingshormonen gevormd onder invloed van de veranderende daglengte.
Ook voedselzoekgedrag en drinkgedrag worden mede bepaald door
inwendige factoren. Een lage concentratie glucose in het bloed in combinatie met
een geringe rekkingstoestand van de maag geven aanleiding tot voedselzoekgedrag.
Een hoge osmotische waarde van het bloed in combinatie met uitgedroogde mondslijmvliescellen zijn factoren om te gaan drinken.
Het arrangement Prikkels van binnen en van buiten is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.