Opdracht: Met pensioen - Blauw

Opdracht: Met pensioen - Blauw

Trekken van Drees

Stap1

De overheid biedt alle ouderen voldoende inkomen om van rond te komen
Na de Tweede Wereldoorlog was Nederland er klaar voor om alle burgers een bestaansminimum te bieden. Dat wil zeggen dat alle Nederlanders voldoende middelen moeten hebben om in de belangrijkste behoeften te voorzien zoals wonen, kleding en eten. Ook voor alle ouderen moest een bestaansminimum worden gegarandeerd. Te oud zijn om te werken mocht nooit de bedelstaf tot gevolg hebben. Dat bestaansminimum was niet langer voorbehouden aan mensen die in loondienst hadden gewerkt.

Om alle ouderen dat bestaansminimum te bieden, bedacht Willem Drees, toen minister van Sociale Zaken, de Noodwet Ouderdomsvoorziening. Volgens dat wetsontwerp zouden alle ouderen van 65 jaar en ouder een pensioen van de overheid krijgen. Rechtse politieke partijen wezen dit wetsontwerp af want ze vonden dat de burgers zelf hun oudedag moesten verzekeren. Ook de gereformeerde kerken waren tegen. Zij vonden het geen taak van de overheid om armen te helpen en waren ook meer voor hulp in natura, niet in geld.

Maar Drees zette door en de Noodwet Ouderdomsvoorziening ging in 1947 in. Pas in 1957 werd de noodwet omgezet naar een permanente regeling: de Algemene Ouderdomswet (AOW). 

Alle Nederlanders die een deel van hun leven in Nederland gewoont of gewerkt hadden vanaf hun 65ste jaar recht op AOW. Ze krijgen dat een uitkering van de overheid.
Maar de regels zijn veranderd en mensen krijgen pas op een latere leeftijd hun AOW.
In de video hieronder zie je waarom.

Oefening: Vragen AOW

Start

Drie pijlers in het Nederlands pensioenstelsel
Alles is te verzekeren. Als je op vakantie gaat kun je een regenverzekering afsluiten. Valt je vakantie door overvloedige regenval in het water, dan keert deze regenverzekering een bedrag uit dat je aan een nieuwe vakantie kunt besteden. En als je zelf je huis verbouwt, verzeker dan wel eerst eventuele schade door scheuren of verzakkingen.

Een pensioen is ook een verzekering. Een verzekering tegen verlies van je inkomen wegens arbeidsongeschiktheid, ouderdom of overlijden. De verzekeraar keert uit als je niet meer kunt werken maar in de meeste gevallen als je de pensioengerechtigde leeftijd hebt bereikt en niet meer hoeft te werken. De zekerheid van een inkomen bij ouderdom rust op drie pijlers.

Laten we die pijlers van dichtbij bekijken:

Volgens deze wet bouwt iedereen die in Nederland woont en werkt mee aan een staatspensioen vanaf zijn 15e verjaardag tot zijn 65e (dat verschuift langzaam: van je 17e tot aan je 67e). In 50 jaar bouw je een AOW-pensioen op. Voor elk jaar dat je in het buitenland woont, krijg je een korting op je AOW van 2%.

 

Alle mensen die in loondienst zijn, sparen samen met hun werkgever voor een aanvullend pensioen. Meestal betaalt de werkgever 2/3 van de premie voor dit pensioen en de werknemer de rest. Van elke tien werkgevers doen er negen mee aan de opbouw van aanvullend pensioen. De betaalde premies gaan naar een pensioenfonds. Dat fonds keert uit aan werknemers als zij stoppen met werken.

 

Veel mensen sparen zelf voor een individueel aanvullend pensioen bij een bank of verzekeringsbedrijf. Kleine zelfstandigen, mensen die niet in loondienst zijn en een klein bedrijf hebben, doen dat omdat ze niet via een werkgever een pensioen kunnen opbouwen. Andere mensen doen dat om na hun pensioen meer inkomsten te hebben. Of om eerder te kunnen stoppen met werken. Het is dan een spaarpot om het gat te dichten tussen het moment waarop ze stoppen met werken en de AOW-uitkering.

Vroeger
Dat mensen individuele aanvullend pensioen op kunnen bouwen bij een bank of verzekeringsbedrijf is niet nieuw. Dat kon al in de 19e eeuw. Maar het was toen maar voor een enkeling weggelegd. Voor arbeiders was een dergelijke verzekering veel te duur en ook voor de meeste kleine zelfstandigen. Toen de welvaart in Nederland na de Tweede Wereldoorlog steeg, werd een individueel aanvullend pensioen voor meer mensen betaalbaar.

 

Stap2

Hoe gaat het met de AOW in de toekomst?
Iedereen die werkt in Nederland draagt van zijn salaris ook AOW-premie af.
In 1960 was de verhouding tussen werkenden en gepensioneerden 6:1.
Op iedere zes werkenden was er één AOW-er. In 2010 was die verhouding 2,5:1. In de nabije toekomst zullen er in verhouding alleen maar minder werkenden zijn om de pensioenen te betalen. 

Eerste grafiek: Percentage gepensioneerden in verhouding tot het aantal mensen in de actieve werkende leeftijd.

 

Die vergrijzing heeft verschillende oorzaken. Mensen leven steeds langer en het aantal geboortes daalt jaarlijks. Maar tussen 1947 en 1955 was er een geboortegolf. En dat zorgt 65 jaar later, tussen 2012 en 2020, voor een pensioengolf. Dat, en het sindsdien dalende geboortecijfer, zorgen ervoor dat het aantal AOW-ers snel zal toenemen (zie afbeelding bevolkingspiramide Nederland).

Door de vergrijzing wordt de AOW moeilijker te bekostigen en wordt er aan de ouderdomsvoorziening gesleuteld. Er zijn verschillende mogelijkheden.

  • Het AOW-pensioen kan omlaag, maar dat zullen 65-plussers niet leuk vinden, vooral als dat hun enige bron van inkomsten is.
  • De premie die je betaalt voor je AOW-pensioen kan omhoog. Maar dat zullen mensen die deze premie betalen, niet leuk vinden.
  • Je kunt ook mensen van 65 jaar en ouder die een aanvullend inkomen hebben AOW-premie laten betalen. Maar het is de vraag of al die mensen warm lopen voor dit idee.
  • Er is nog een vierde oplossing mogelijk en daar heeft de Nederlandse regering in 2010 voor gekozen.

Kijk naar de film Uitleg over verhoging AOW leeftijd.

Andere oudedagsvoorzieningen
Voor de meeste mensen is de AOW niet de enige bron van inkomsten.

  • Mensen in loondienst zijn via hun werkgever aangesloten bij een pensioenfonds. Zowel de werkgever als de medewerker betalen pensioenpremie. Het fonds keert pensioen uit zodra de medewerker is gestopt met werken.
  • Ben je niet in loondienst dan moet je zelf zorgen voor een uitkering na je pensionering. Veel mensen, vooral zelfstandigen, hebben daarom een overeenkomst met een bank of verzekeringsmaatschappij. Ze storten een deel van hun salaris in een eigen spaarpot bij die bank of verzekeringsmaatschappij en krijgen dat als pensioen uitgekeerd zodra ze stoppen met werken.

Oefening: Vragen pensioen

Start

Stap3

Eindproduct: Petitie
Je hebt gezien dat de AOW een prima ouderdomsvoorziening is.  Dankzij deze wet hoeft niemand in Nederland vanwege zijn ouderdom in armoede te leven.

Je hebt ook gezien dat de uitvoering van de AOW in de toekomst moeilijker te bekostigen zal zijn en hoe dat komt. Daarom heeft de regering al besloten dat de leeftijd waarop je voor het eerst je AOW-pensioen krijgt omhoog gaat.

Ten slotte heb je gezien dat veel mensen die nog werken, sparen voor hun oude dag via een pensioenfonds, bank of verzekeringsmaatschappij. Wie spaart voor zijn oude dag heeft een aanvulling op zijn AOW-pensioen.

Lees dit artikel en neem de data mee in jullie aanbeveling. 

Jullie denken goed na over de toekomst van de AOW. Wat wordt het? Een basisvoorziening voor ouderen, genoeg om van te leven? Of een voorziening waar ze royaal van kunnen rondkomen? Of wordt het allemaal te duur en schaffen we het af? Moeten we langer doorwerken om AOW te krijgen, bijvoorbeeld tot 70 jaar, of 75? Of is dat weer slecht voor de werkgelegenheid van jongeren en moeten we juist eerder stoppen met werken? Zet de zaken goed op een rijtje en maak je eigen afweging. Probeer goed te overleggen in je groepje en zie het met elkaar eens te worden.

Dan stellen jullie een petitie op gericht aan minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maak je sterk voor je opvattingen en roep de minister op de AOW in de door jullie gewenste vorm te handhaven of te wijzigen. Welke vorm dat ook is, onderbouw je oproep met goede historische argumenten.

Tip1: Denk aan de bedoeling van Willem Drees met de Algemene Ouderdoms Wet in 1947. Worden die doelen nu nog steeds gehaald?

Tip2: Weet je niet goed hoe je een petitie moet opstellen? Kijk dan op www.cmo.nl

  • Het arrangement Opdracht: Met pensioen - Blauw is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
    Laatst gewijzigd
    2017-07-26 18:06:24
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/89683/Trekken_van_Drees_vmbo_kgt34
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    2 uur en 0 minuten

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    Kunskapsskolan, Auteur. (2017).

    Opdracht: Met pensioen - Wit

    https://maken.wikiwijs.nl/104454/Opdracht__Met_pensioen___Wit