Vooraf
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (zie www.cbs.nl) verzamelt allerlei economische gegevens over de situatie in Nederland. Deze gegevens worden jaarlijk gepubliceerd. Een van die cijfers is het nationaal inkomen. Niet alleen in Nederland wordt allerlei economische gegevens verzameld dit gebeurt in bijna alle landen.
1. Het nationaal inkomen
Oefening: Het nationaal inkomen
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
2. Welvaart en nationaal inkomen
Oefening: Welvaart en nationaal inkomen
Goed zo!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je
antwoorden bekijken door terug te gaan naar
de vragen.
3. Inkomensverschillen
In Nederland is het inkomen per hoofd van de bevolking ongeveer € 40.000,-. Dat betekent niet dat iedereen € 40.000,- verdient.
Hieronder zie je enkele oorzaken voor inkomensverschillen.
- scholing
- ervaring
- mate van verantwoordeljkheid
- leeftijd
- zwaarte van het werk
Welke oorzaak/oorzaken voor het inkomensverschil vind je in de volgende zinnen?
- Ronald is 16 jaar en verdient het minimumloon. Zijn vader doet hetzelfde werk, maar verdient 3x zoveel.
- Een chirurg doet 15 operaties per week. Zijn assistente houdt bij wanneer de patiënten aan de beurt zijn.
- Een piloot van een Boeing 747 heeft een langere opleiding moeten volgen dan een stewardess.
- Werknemers die 's nachts moeten werken krijgen daarvoor een toeslag op hun loon.
- Kies één oorzaak uit en leg uit waarom jij het terecht vindt dat er daardoor inkomensverschillen zijn.
- Is er ook een oorzaak waarvan jij vindt dat het onterecht is dat er daardoor inkomensverschillen zijn?
4. Nivelleren en denivelleren
Een van de doelen van het beleid van de overheid is een rechtvaardige inkomensverdeling. Dat wil zeggen dat de inkomensverschillen niet te groot mogen worden.
Het verkleinen van het verschil tussen de hoge inkomens en de lage inkomens noem je nivelleren. Het vergroten van het verschil tussen de hoge inkomens en de lage inkomens noem je denivelleren.
Bekijk de volgende drie maatregelen. Werken de maatregelen nivellerend of juist denivellerend? Leg je antwoord steeds uit.
- Het verhogen van de uitkeringen voor mensen met een laag inkomen.
- Het extra belasting heffen op de hogere inkomens.
- Het verlagen van de huurtoeslag.
5. Belasting betalen
Meneer Brouwer verdient € 2000,- per maand. Mervrouw Cornelissen verdient twee keer zoveel, dus € 4000,-. Meneer Brouwer en mevrouw Cornelissen moeten allebei nog belasting betalen.
In welk geval of in welke gevallen is er sprake van een nivellering van het inkomensverschil door de belastingheffing?
- Meneer Brouwer en mevrouw Cornelissen betalen allebei € 500,- belasting.
- Meneer Brouwer betaalt € 500,- belasting en mevrouw Cornelissen betaalt
€ 700,- belasting.
- Meneer Brouwer betaalt € 500,- belasting en mevrouw Cornelissen betaalt
€ 1000,- belasting.
- Meneer Brouwer betaalt € 500,- belasting en mevrouw Cornelissen betaalt
€ 1400,- belasting.
6.Kijk en vergelijk
Afrikanen zijn straatarm
Vaak wordt beweerd dat alle Afrikanen arm zijn en niets bezitten.. Klopt dat wel?
Om dat na te gaan, moet je armoede en welvaart meten. Als maatstaf voor de welvaart van een land als geheel wordt de economische indicator Bruto Binnenlands Product of BBP gebruikt. Dat is de waarde van alle producten en diensten die in een jaar tijd binnen een land worden geproduceerd. Naast het BBP wordt ook het Bruto Nationaal Product of BNP gebruikt. Het BNP drukt de waarde uit van alle geproduceerde goederen en diensten in een bepaalde periode door alle staatsburgers van een land, binnen of buiten de landsgrenzen.
Bij een vergelijking van het BBP of BNP van landen zou Luxemburg, een land met weinig inwoners, armer zijn dan bijvoorbeeld Egypte, een land met veel meer inwoners. Daarom wordt om de welvaart of de armoede in een land te meten het BBP of BNP gedeeld door het aantal inwoners van het land. De uitkomst is het BBP of BNP per hoofd van de bevolking.
Maar we zijn er nog niet. Het BBP per hoofd van de bevolking van een land geeft nog geen goed beeld want:
- Niet meegenomen in het BBP is het aandeel van de informele. De informele economie bestaat uit alle wettige en onwettige vormen van inkomen, zoals zelfvoorziening en bijvoorbeeld wapenhandel.
- Het BNP per hoofd van de bevolking van een land is een gemiddelde en zegt dus niets over de verdeling arm/rijk binnen het land.
- Het BBP en het BBP per hoofd van de bevolking van een land zegt nog niets over de koopkracht, de hoeveelheid goederen en diensten die je voor één euro of één dollar kunt kopen. Met een euro kun je in een arm land als Ghana meer kopen dan in een rijk land als Nederland, omdat het prijspeil voor goederen en diensten er lager is. Wie weinig verdient in een land met een laag BNP per hoofd van de bevolking, is daarmee niet per definitie iemand die in armoede leeft.
Daarom gebruiken onderzoekers ook de economische indicator KKP, de koopkrachtpariteit van verschillende landen om wereldwijd de welvaart te meten naast het BBP en het BBP per hoofd van de bevolking. De koopkrachtpariteit is een manier om de koopkracht van twee landen te vergelijken. Maar ook het KKP van een land is een gemiddelde; het zegt weinig of niets over hoeveel inkomsten ieder individu in het land afzonderlijk heeft en dus wat hij aan goederen en diensten kan kopen.

Toets: Stap 6: Even toetsen
Start
Antwoorden
stap 3 Inkomensverschillen
1. leeftijd en ervaring
2. mate van verantwoordellijkheid en scholing
3. scholing en mate van verantwoordelijheid
4. zwaarte van het werk.
5. Eigen antwoord. Voorbeeld: zwaarte van het werk. Bijvoorbeeld nachtdiensten zijn ook zwaarder dan dagdiensten hier mag je mensen best meer voor betalen.
6. eigen antwoord. Voorbeeld: leeftijd en ervaring zeggen niks over hoe goed je in je werk bent. En als je goed bent in je werk (ongeacht je leeftijd of ervaring) mag je daar best naar betaald worden.
Stap 4: Nivelleren en denivelleren
1. nivelleren
2. nivelleren
3. denivelleren
Stap 5: Belasting betalen
2, 3 en 4 werken allemaal nivellerend. stap 4 werkt het meest nivellerend.