Ademhaling

Ademhaling

Wat ga je doen en leren?

In dit thema ga je alles leren over de ademhaling.

Je doorloopt alle opdrachten, bekijkt de filmpjes en je leest de informatie. Aan het einde van deze opdrachtenreeks zit een toets, deze moet je voldoende halen. Als dit niet lukt, bekijk je de filmpjes nog eens en oefen je met de opdrachten die jij het moeilijkst vond. Hierna maak je de toets nog eens.

Je maakt de opdrachten zelfstandig.

Behalve opdracht 1 Verbranding,

Deze maak je klassikaal.

De docent zal aangeven wanneer jullie deze opdracht samen met de klas gaan doen.

 

Leerdoelen:

Aan het eind van dit arrangement weet je

- wat verbranding is en wat je daarvoor nodig hebt

- wat verbrandingsproducten zijn en je kunt daar voorbeelden van noemen

- hoe het ademhalingstelsel van de mens werkt en kun je de organen die hier aanmeewerken benoemen

- waarom je beter door je neus kan ademen dan door je mond

- hoe een borstademhaling werkt

- hoe een buikademhaling werkt

- wat er gebeurd bij een astma-patient

- wat de ziekte COPD is

- hoe hooikoorts ontstaat en welke reacties dit bij mensen geeft

 

Kernbegrippen

Instandhouding, ademhaling, bloedsomloop, beweging, opname stoffen, regeren op prikkels in de omgeving

 

Waarom ga je dit leren?

Door deze lessen ga je je eigen lichaam beter leren kennen.

Je leert dingen die belangrijk voor je gezondheid zijn.

Natuurlijk leer je dit ook voor als je in de vierde klas examen gaat doen.

Ook dan komen er vragen over het menselijk lichaam.

Door deze lessen weet je daar al veel vanaf.

Later in je beroep krijg je misschien ook te maken met  mensen met ademhalingsproblemen.

Als je in de zorg gaat werken is dit heel goed mogelijk.

Misschien wordt je klassenassistent of ga je op een kinderdagverblijf werken.

Ook dan is het fijn om te weten wat kindjes met astma voelen en wat je voor hen kunt doen.

Dit ga je ook leren in deze lessen.

 

 

 

 

Introductie

 

 

Bekijk het filmpje tot en 9:40

Beantwoord daarna de vragen

Oefening: vragen bij het introductie filmpje

Start

opdracht 1: Verbranding

Wat is verbranding? Op www.encyclo.nl staat de volgende uitleg:

"Scheikundige omzetting van een brandbare stof met zuurstof waarbij warmte vrijkomt en die in het algemeen gepaard gaat met vlam en-of gloeiverschijnselen en rookontwikkeling".

Verbranding vindt bijvoorbeeld plaats als je een kaars aansteekt. Het kaarsvet is de brandende stof die we ook wel de brandstof noemen. Bij deze verbranding komt energie vrij in de vorm van licht en warmte. Daarnaast zie je ook af en toe rook ontstaan, dit is het verbrandingsproduct.

Bekijk nu het onderstaande filmpje:

Beantwoord nu onderstaande vragen:
1. Wat gebeurt er met de rechtervlam?
2. Wat is daarvan de oorzaak?
 
De docent zal dit experiment in de klas herhalen.
3. Laat één leerling kijken wat er tegen de binnenkant van het jampotje is komen te zitten.
4. Laat ook één leerling voelen aan de bodem van het jampotje. Wat is hiermee gebeurd?
5. Schrijf de conclusie in je schrift: "Als je een kaars van de lucht afsluit, ...................................... . Bij de verbranding van een kaars ontstaat .............. en komt .............. vrij."

opdracht 2; Verbranding en ademhaling

Verbranding en ademhaling

 

In je lichaam vindt net als bij de kaars uit opdracht 1 verbranding plaats. In een motor vindt ook verbranding plaats.In afbeelding 1 zie je de vrachtwagen chauffeur tanken. Benzine is brandstof voor de motor.Afbeeldingsresultaten voor tankende man

Ook andere stoffen kunnen verbranden. Stoffen die kunnen verbranden heten brandstoffen. Voor de kaars uit opdracht 1 was zuurstof en kaarsvet nodig. Voor verbranding zijn dus zuurstof en brandstof nodig.

Bij het verbranden van een brandstof komt energie vrij. Door de verb randing kan de auto bewegen. Beweging is een vorm van energie.Door de verbranding wordt de motor warm. warmte is ook een vorm van energie. Bij het branden van hout zie je licht. Licht is ook een vorm van energie.

Verbrandingsproducten

Uit een uitlaat van een auto komen uitlaatgassen vrij. De uitlaatgassen zijn ontstaan bij de verbranding van de motor.Uitlaatgassen zijn verbrandings-producten. Verbrandingsproducten zijn de stoffen die ontstaan bij een verbranding.


 

 

 

Toets: vragen bij opdracht 2 verbranding en ademhaling

Start

opdracht 3: Verbranding in je lichaam

Verbranding in je lichaam

Verbranding vindt in alle cellen van je lichaam plaats. Door die verbranding kun jij bewegen en blijft je lichaam warm.Als je veel beweegt, vindt er veel verbranding plaats. In rust vindt er weinig verbranding plaats.

In je voedsel zitten brandstoffen. Een belangrijke brandstof is glucose. Glucose is een koolhydraat. Glucose is ook wel bekend als druivensuiker. De brandstoffen komen via je darmen in je bloed. Met je longen haal je zuurstof uit de lucht.

Bij de verbranding in je lichaam ontstaan verbrandingsproducten. De verbrandingsproducten zijn koolstof-dioxide en water. Koolstof-dioxide en water adem je uit. Zuurstof en verbrandings-producten worden door het bloed vervoerd.Afbeeldingsresultaten voor zuurstof mens

Toets: vragen bij opdracht 3

Start

opdracht 4: Het ademhalingsstelsel

Het ademhalingsstelsel

 


Afbeeldingsresultaten voor tekeining strottenhoofd keelholte

 

Op de afbeelding is het bovenste gedeelte van het ademhalingsstelsel van de mens te zien.

Zoals je in het filmpje bij de introductie hebt gezien kun je door de neus en de mond inademen.

Als je door je neus inademt, komt de lucht eerst in de neusholte.

Als je door je mond inademt, komt de lucht eerst in de mondholte.

Vanuit de neusholte of mondholte stroomt de lucht naar de keelholte.

Daarna stroomt de lucht via het strottenhoofd de luchtpijp in.

Het strottenklepje staat dan open.

Als je eet en slikt, gaat het strottenklepje dicht, zodat de luchtpijp afgesloten is en er geen voedsel in komt.

neus en mond ademhaling

Je hebt het filmpje bekeken over de neus en mond ademhaling. Je hebt gehoord dat een neus ademhaling in rust toestand beter een gezonder is. Waardoor is dit nu gezonder?

In je neus zit het neusslijmvlies, dit bestaat uit cellen en slijm. Er zijn twee soorten cellen; cellen die slijm maken en cellen die trilharen hebben.Trilharen zijn heel dunne haren. Als je door je neus ademt, stroomt de lucht langs het neusslijmvlies. Dit is vochtig en warm. De neusharen houden de grote stofdeeltjes tegen. In de lucht zitten ook kleine stofdeeltjes en ziekte verwekkers, daardoor kun je bijvoorbeeld verkouden worden. Deze kleine stofdeeltjes en ziekte-verwekkers  blijven plakken aan het neusslijmvlies. De trilharen vervoeren het slijm naar je keelholte, daar slik je het slijm in. Hierdoor komen er weinig ziekteverwekkers en stof in je longen.

Ademen door je neus heeft nog een voordeel. Je neus heeft een reukzintuig en waarschuwt jou voor vieze geuren. Je weet dan dat je de lucht beter niet kunt inademen.Afbeeldingsresultaten voor trilharen neus

Het neusslijmvlies zorgt ervoor dat de lucht die je inademt vochtig en warm wordt, dit is beter voor je lichaam dan koude droge lucht. Weer een reden om niet door je mond te ademen.

 

 

 

Oefening: ademen neus of mond?

Start

de weg van de lucht in ons lichaam

Oefening: de weg van lucht in ons lichaam

Start

opdracht 5: Ademhalingsbewegingen

Bekijk het filmpje over de borst ademhaling twee keer.

Maak daarna de vragen.

werking borstademhaling
uitleg werking van de borstademhaling

Bekijk het filmpje over de buik ademhaling twee keer.

Beantwoord daarna de vragen.

buikademhaling
uitleg van de buikademhaling

Oefening: ademhalingsbewegingen

Start

Opdracht 6: Problemen met ademhalen

Problemen met ademhalen

Sommige kinderen en volwassen hebben problemen met ademhalen.

Ze moeten vaak hoesten of krijgen het benauwd.

Ook kunnen ze kortademig zijn of piepend ademhalen.

Dit kan komen omdat ze astma hebben.

Astma

Tijdens een astma aanval trekken  de spiertjes in de bronchiën  zich ineens samen.

Daardoor komt er minder lucht in de buisjes en krijgt de astma patiënt het benauwd.

Ook hebben mensen met astma last van meer slijm in de luchtwegen, daardoor komt er nog minder lucht in de buisjes en treedt benauwdheid op.

Astma patiënten gaan hoesten om het slijm uit de luchtwegen te krijgen.

Vaak gaan ze hierbij ook hijgen.

Rook en sigarettenlucht kunnen ook een astma-aanval veroorzaken.

Droog en warm weer helpen ook niet mee.

Hierdoor zitten er veel stofdeeltjes in de lucht, dan kan er een astma-aanval optreden.

Astma is een ongeneeslijke ziekte, wel zijn er medicijnen voor.

De medicijnen worden met een  inhalator ingenomen.

Afbeeldingsresultaten voor kind inhalator

 

 

 

 

 

 

 

uitleg astma

COPD

Ook COPD is een bekende ademhalingsziekte.

Mensen met COPD hebben een chronische ontsteking aan de luchtwegen.

De ziekte komt  vaak voor bij mensen die roken.

Door het roken raakt het slijm in de luchtwegen ontstoken.

Hierdoor wordt er meer slijm geproduceerd.

De rook beschadigd ook de trilharen, waardoor deze het slijm niet meer goed kunnen afvoeren.

Het slijm blijft in de luchtwegen zitten, waardoor er minder lucht naar de longen kan.

De patiënt krijgt het hierdoor benauwd.

Dit wordt met name duidelijk wanneer de patiënt zich inspant, er is te weinig zuurstof en de patiënt moet hoesten.

Het blijven roken verergert de ziekte, de longblaasjes gaan op den duur kapot.

Afbeeldingsresultaten voor roken dodelijk

uitleg COPD

Hooikoorts

Hooikoorts is met name in het voorjaar voor veel volwassenen en kinderen een verveldende allergie.

Het stuifmeel van de windbloemen zweeft door de lucht,

Dit stuifmeel wordt ingeademd.

Mensen met hooikoorts moeten hierdoor niezen.

Ze zijn allergisch voor het stuifmeel en hierdoor raken hun slijmvliezen ontstoken.

Aan de buitenkant is dit te zien door tranende ogen, een loopneus en veel niesbuien.

Afbeeldingsresultaten voor kind niezen

uitleg hooikoorts

Eindtoets (voor een cijfer)

Toets: Toets ademhaling

Start