Rond 1800 woonden er één miljard mensen op de wereld. In 1950 zijn het er 3 miljard. Rond 2000 is de bevolking verdubbeld tot 6 miljard. Nu, in 2013, zitten we al op ruim 7 miljard. Zo hard zal het niet blijven gaan. De verwachting is dat we op 10 miljard blijven steken rond het jaar 2200.
Niet alleen de bevolking groeit, ook onze levensverwachting en onze welvaart is in dezelfde periode enorm gestegen.
De twee grafieken hiernaast zijn gemaakt op de site www.gapminder.org.
De grafieken laten zien hoe het inkomen per hoofd van de bevolking is veranderd en hoe de levensverwachting is toegenomen tussen 1800 en 2010. Elk bolletje staat voor een land. Ieder land is van linksonder naar rechtsboven opgeschoven: dat wil zeggen dat we gemiddeld steeds ouder én steeds rijker worden.
Meer mensen op de wereld die steeds meer te besteden hebben en steeds ouder worden. Dan is het niet vreemd dat het energiegebruik meestijgt. Er zijn meer huizen te verwarmen en meer apparaten die stroom gebruiken. We leggen meer kilometers af in auto’s en vliegtuigen.
Het lijkt erop dat we de wereldvoorraad kolen, olie en gas er in rap tempo doorheen jagen. Uranium is er voorlopig nog genoeg, maar willen we wel kernenergie? Is het niet verstandiger over te stappen naar duurzame energiebronnen? Zon, wind en waterkracht raken immers nooit op?
Het thema ‘Bronnen van energie’ bestaat uit 8 opdrachten. We kunnen niet meer zonder stroom, maar misschien kunnen we wel wat minderen. Misschien is zelf stroom opwekken een goed idee. Je gaat ook dieper in op de energiesituatie in eigen land. De voor- en nadelen van kolen, gas, olie, uranium en van de alternatieve bronnen zon, wind en waterkracht komen aan bod. En ook de afstemming van vraag en aanbod van energie. Hoe krijgen we het voor elkaar dat er stroom uit je stopcontact komt precies op het moment dat je dat nodig hebt? Tenslotte vergelijk je onze situatie met die in Frankrijk en, wat verder weg, met Brazilië.
Wat kan ik straks?
Aan het eind van het thema kan ik:
Leerdoel
Opdracht
het gebruik van energie in de eigen regio beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.
Een dag zonder elektriciteit
Energie uit fossiele brandstoffen
Fossiele bronnen raken op
Energie uit duurzame bronnen
Energietransport
het gebruik van energie en de gevolgen ervan voor Nederland en een tegengestelde regio elders in Europa (Frankrijk) beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer energiegebruik ervan beschrijven en de situatie in beide gebieden vergelijken.
Nederland en Frankrijk
Energietransport
het gebruik van energie en de gevolgen ervan in een buiten-Europese regio (Brazilië) beschrijven en verklaren en maatregelen voor een duurzamer gebruik van energie en de effecten ervan beschrijven.
Energiecase: Brazilië
Zuidoost-Brazilië
Wat ga ik doen?
Het thema 'Energie' bestaat uit de volgende onderdelen:
Onderdeel
Tijd in lesuren
Eindproduct
Inleiding
0,5
Quiz
Opdracht: Een dag zonder elektriciteit
2
Opstel
Opdracht: Energie uit fossiele brandstoffen
2
Stripverhaal
Opdracht: Fossiele bronnen raken op
2
Poster
Opdracht: Energie uit duurzame bronnen
2
Presentatie
Opdracht: Bespaartips
2
YouTubefilmpje
Opdracht: Nederland en Frankrijk
2
Kaart tekenen
Opdracht: Energietransport
2
Energietransportspel
Opdracht: Energiecase: Brazilië
2
Klassegesprek
Opdracht: Zuidoost-Brazilië
2
Fotoreportage
Afsluiting
2
Collage
Totaal
20,5
De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.
Energie opwekken uit fossiele bronnen
Vooraf
Leerdoelen
Stroom komt uit een stopcontact. Maar hoe komt het dan in dat stopcontact? Waar komt stroom vandaan? Hoe wordt elektriciteit gemaakt?
Dat gaan jullie nu uitzoeken.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
opnoemen welke energiebronnen voor het opwekken van energie worden gebruikt.
uitleggen wat het verschil is tussen primaire en secundaire energiebronnen.
beschrijven waar energie wordt opgewekt.
beschrijven wat fossiele energiebronnen zijn.
drie voorbeelden van fossiele energiebronnen opnoemen.
uitleggen hoe de stroom van een elektriciteitscentrale naar jouw huis (en stopcontact) wordt vervoerd.
Eindproduct
Jullie maken een kort stripverhaal over de herkomst van de stroom die je thuis gebruikt.
Beoordeling
Laat het stripverhaal beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let de docent op:
de inhoud: het stripverhaal vertelt het hele verhaal.
de vorm: De plaatjes zijn duidelijk en de teksten in of bij de de plaatjes ook.
taalfouten: de teksten in het stripverhaal bevatten niet teveel spel- en andere schrijffouten.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Kennisbank
Alleen
Bestudeer Kennisbank Energiebronnen
Beantwoord vragen over Energiebronnen.
Stap 1
Alleen en samen
Video kijken over hoe elektriciteit wordt opgewekt in centrale.
Zijn stellingen waar/niet waar? Bespreek ze met klasgenoot.
Stap 2
Alleen
Bekijk video's over primaire energiebronnen. Beantwoord vragen.
Stap 3
Alleen
Maak toets.
Stap 4
Samen
Maak een stripverhaal met als titel 'De lange weg van de stroom'.
Benodigdheden
Vellen papier A4 of A3, kleurpennen of –potloden.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Kennisbank
Kennisbank
Voor je met de opdracht begint bestudeer je het volgende item uit de Kennisbank.
Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen:
Geef twee voorbeelden van primaire energiebronnen.
En geef een voorbeeld van een secundaire energiebronnen.
Geef een omschrijving van 'fossiele brandstoffen'.
Noem vier duurzame energiebronnen.
Wat is een nadeel van het gebruik van kernenergie?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap1
Elektriciteit opwekken
De stroom uit jouw stopcontact komt uit de elektriciteitscentrale. De stroom gaat met meer dan 1.000 volt de centrale uit. Voordat die je huis binnenkomt, moet de spanning worden verlaagd naar 230 volt. Dat gebeurt in een transformatorhuisje.
Bekijk de video.
Voor kernenergie is uranium nodig. Waar komt uranium vandaan? Uranium komt in diepe en minder diepe aardlagen voor waar het al miljoenen jaren ligt in de vorm van uraniumerts. De voorraden uranium zijn naar schatting veel groter dan de voorraden olie of gas. En waarschijnlijk zijn de voorraden groot genoeg om kerncentrales nog eeuwen van brandstof te voorzien.
En als de uranium op is, kan de nog grotere voorraad thorium worden gebruikt. Of dat allemaal zo verstandig is...?
Beantwoord de volgende vragen.
Zoek in de atlas op het kaartblad De aarde-energie en De aarde-mijnbouw of zoek op internet naar informatie.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Toets
Maak ter afsluiting van deze opdracht de toets 'Energie opwekken'.
De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Stripverhaal
Je weet nu waar de meeste stroom vandaan komt, hoe het wordt gemaakt en welke andere energiebronnen ervoor worden gebruikt. Gebruik die informatie voor een stripverhaal: 'De lange weg van de stroom'. Maak het stripverhaal samen met een klasgenoot.
Bedenk een kort verhaaltje en bespreek welke tekeningen daarbij horen. Spreek een werkverdeling af: wie maakt bijvoorbeeld de tekeningen en wie de teksten? Je mag ook een stripverhaal maken met bestaande afbeeldingen. Bedenk het verhaal wel zelf.‘De lange weg van de stroom’ kan beginnen bij het moment waarop je een stekker in het stopcontact steekt. Er komt stroom uit voor de pc, radio of wat voor apparaat ook. Volg het spoor van de elektriciteit terug. Van stroom naar plankton of naar uranium.
Je kunt het natuurlijk ook andersom doen. Zorg ervoor dat het verhaal duidelijk maakt welke weg elektriciteit aflegt om bij jou thuis een lamp te laten branden.
Fossiele bronnen raken op
Vooraf
Leerdoelen
We gebruiken steeds meer energie en die halen we vooral uit fossiele brandstoffen.
De vraag is hoe lang we daarmee kunnen doorgaan. Een andere vraag is of kernenergie een goed alternatief is. Op die twee vragen probeer je in deze opdracht een antwoord te vinden.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
minimaal twee nadelen opnoemen van het gebruik van fossiele energiebronnen.
minimaal twee voor- en nadelen opnoemen van het gebruik van kernenergie.
aan de hand van de voor- en nadelen van deze twee soorten energiebronnen beargumenteren of kernenergie een goed alternatief vormt voor fossiele energiebronnen.
Eindproduct
Het eindproduct bestaat uit het maken van twee posters: een voor en een tegen kernenergie. Op de poster moet ook een argument staat.
Beoordeling
Laat de posters beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: de posters zijn duidelijk voor of tegen kernenergie en bevatten een argument daarvoor. De tekst is kort.
de vorm: de posters zien er aantrekkelijk uit en de boodschap is goed leesbaar.
taalfouten: de posters zijn zonder taalfouten.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Hoe lang kunnen we nog elektriciteitscentrales stoken met kolen en gas? Bekijk het filmpje.
Lees een tekst over kolencentrales en fijnstof. Beantwoord de vragen.
Stap 2
Alleen
Bekijk een filmpje over een olieramp en lees een tekst over de winning van olie. Beantwoord vragen over olie als energiebron.
Stap 3
Alleen
Bekijk filmpjes over de winning van aardgas en schaliegas en beantwoord de vragen.
Stap 4
Alleen
Bekijk een filmpje over kernenergie en lees een tekst over radioactief afval. Beantwoord de vragen.
Stap 5
Alleen
Maak de toets.
Stap 6
Samen
Maak een poster voor kernenergie en een poster tegen kernenergie.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1
Omgaan met energiebronnen: Steenkool In de bronnen in deze en de volgende stappen vind je veel informatie over hoe wordt omgegaan met energiebronnen. Bekijk de video's en lees de teksten.
Schrijf tijdens het kijken en lezen de belangrijkste boodschap van de video/tekst op.
Inwoners Rijnmondgebied leven korter door fijnstof
Inwoners van het Rijnmondgebied overlijden eerder als de nieuwe kolencentrales vol in bedrijf zijn op de Maasvlakte. Jaarlijks zouden 43 mensen vroegtijdig sterven, waarschuwt Greenpeace. De organisatie baseert zich op een onderzoek van de Universiteit van Stuttgart, dat in opdracht van Greenpeace is uitgevoerd. De grote boosdoener is fijnstof: piepkleine deeltjes die ook door de kolencentrales worden uitgestoten.
'Fijnstof gaat in je longen zitten en ook in je bloedbaan. Daar kuan je uiteindelijk ziek van worden', waarschuwt Sanne van Keulen van Greenpeace. De kolencentrales zouden jaarlijks miljoenen kilo's fijnstof uitstoten.
Belofte
De milieuorganisatie vreest dat de eigenaren van de centrales, E.ON en Electrabel, terugkomen op een belofte om CO2 ondergronds op te slaan. Van Keulen: 'Ze hebben die beslissing al zeven keer uitgesteld. En ze willen er geen extra geld in steken.'
Van Keulen benadrukt dat ondergrondse CO2-opslag bovendien geen oplossing is voor de uitstoot van fijnstof. 'Dat heeft voor die gezondheidsrisico's geen effect.'
Greenpeace is nog aan het procederen om het opstarten van de kolencentrales alsnog te laten blokkeren. 'We blijven strijden tot die centrales van tafel gaan. Daar is zeker kans voor.'
Bron: www.rijnmond.nl
Beantwoord de vragen:
Waarom is steenkool een belangrijke brandstof en wordt die veel gebruikt?
Wat zijn de nadelen van het gebruik van steenkool als energiebron?
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Atoomstroom, ja of nee?
Op dit moment is er één kernenergiecentrale in Nederland. Soms gaan er stemmen op om er meer te bouwen. Vind je dat een goed idee of juist niet?
Maak samen met een klasgenoot twee posters: een voor en een tegen kernenergie.
Op de poster moet ook een argument staan. Gebruik de volgende posters als voorbeeld.
Energie opwekken uit duurzame bronnen
Vooraf
Leerdoelen
De meeste energiecentrales gebruiken voor de opwekking van elektriciteit niet-duurzame energiebronnen zoals kolen, aardgas en olie. Omdat die bronnen vervuilend zijn en opraken, is het beter om over te stappen op duurzame, vernieuwbare energiebronnen. Schone bronnen die niet opraken.
Na de klimaatconferentie in Parijs in 2015 hebben 174 landen van de wereld een akkoord getekend om minder broeikassen uit te stoten en dus minder fossiele brandstoffen te gebruiken. De Nederlandse regering wil dat in 2023 16% van alle energie duurzaam wordt opgewekt. In 2050 moet het zelfs 100% zijn!
In deze opdracht maak je kennis met deze duurzame energiebronnen.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
het begrip duurzame energie uitleggen.
minimaal drie duurzame energiebronnen noemen die wij in Nederland kunnen gebruiken.
van deze duurzame energiebronnen een beperking en/of nadeel noemen.
benoemen welke bron momenteel de grootste bijdrage levert aan het opwekken van duurzame energie en welke bronnen in de toekomst een grotere bijdrage moeten gaan leveren.
beschrijven wat een waterkrachtcentrale is.
Eindproduct
Je bedenkt een manier om zonne-energie, windenergie of waterkracht te winnen in Nederland. Je werkt het idee uit samen met een klasgenoot.
Verwerk jullie schets in een korte presentatie van vijf minuten. Je houdt samen met je klasgenoot de presentatie voor de klas.
Beoordeling
De docent beoordeelt jullie presentatie, waarbij hij let op:
de inhoud: heb jullie een origineel idee? Welke energiebron wordt met jullie idee gewonnen?
Hebben jullie een goede schets van het idee in de presentatie verwerkt?
de vorm: is de presentatie verzorgd en duidelijk?
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Onderzoek of het dak van jouw huis geschikt is voor zonnepanelen.
Stap 2
Alleen
Onderzoek windenergie op land en op zee in Nederland.
Stap 3
Alleen
Onderzoek het gebruik van biomassa als energiebron. Beantwoord de vragen.
Stap 4
Alleen
Bekijk filmpjes bodemwarmte en waterkracht. Beantwoord vragen.
Stap 5
Alleen
Maak de toets.
Stap 6
Samen
Bedenk en presenteer een nieuw idee voor het winnen van hernieuwbare energie.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1
Zonne-energie
De energie van de zon wordt meestal op twee manieren opgevangen: met zonnepanelen en met zonnecollectoren. Zonnepanelen zetten zonne-energie rechtstreeks om in elektriciteit. Zonnecollectoren vangen de warmte van de zon op en gebruiken deze om water te verwarmen.
Zonnepanelen en zonnecollectoren worden meestal op de daken van huizen, stallen, kantoren of fabrieken geplaatst. Dit kost veel geld, maar die uitgave verdient zichzelf steeds sneller terug. Dat komt doordat zonnepanelen steeds goedkoper gemaakt kunnen worden en de energieopbrengst ervan hoger is. Als de overheid subsidie geeft, kun je de investering nog sneller terugverdienen.
Als je dak niet geschikt is, wat kun je dan doen als je toch zonne-energie wilt?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 2
Windmolens
In Nederland staan al aardig wat windmolens, op het land en op zee. Om nog meer energie uit wind te maken, heeft de regering plannen voor een flinke uitbreiding van het aantal windmolens. Er moeten zowel op het land als op de Noordzee grote windmolenparken worden gebouwd.
Zoek die plekken op in de atlas. Waarom is juist voor die plekken gekozen?
Hoeveel windmolenparken op zee zijn er in 2017 in gebruik? Kijk op deze site: Wikipedia.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3
Biomassa
Biomassa is afval van planten of dieren (organisch afval) of de oogst van speciaal voor biomassa geteelde gewassen. Uit biomassa krijg je energie door het te verbranden.
De biomassa wordt vooral meegestookt in kolencentrales of gebruikt in aparte biomassa-centrales. Eind 2015 werd veel van de duurzame energie in Nederland opgewekt met biomassa.
Ga op zoek naar het antwoord op de volgende vragen. Gebruik de sites:
Hoeveel van de duurzame energie in Nederland komt op dit moment uit biomassa: 20, 50, of 75 procent?
Kun je met biomassa ook gas produceren? Ja/nee
Is het gebruik van biomassa echt duurzaam te noemen? Ja/nee
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 4
Bodem- en aardwarmte
Bodemwarmte is warmte die de zon aan het aardoppervlakte heeft afgegeven. Die bodemwarmte halen we uit het water in de bodem tot een diepte van hoogstens 300 meter.
Aardwarmte is warmte van de aarde zelf, die komt uit diepere lagen. Grondwater wordt omhoog gehaald in een geothermische (geo = aarde, thermisch = warmte) centrale. Het aanleggen van dergelijke installaties is duur en daarom wordt er nog niet veel gebruik van gemaakt.
Bekijk de onderstaande animatie.
Hoe diep moet je minstens boren om van aardwarmte gebruik te maken: 500 meter, één kilometer of twee kilometer?
Waterkracht
De mogelijkheden om energie uit waterkracht te halen zijn in Nederland niet groot. De waterkrachtcentrales in onze rivieren leveren dan ook maar een kleine bijdrage aan onze energievoorziening. We moeten het doen met de centrales die er nu zijn.
In Nederland wordt sinds 2015 bij de Oosterscheldedam ook energie opgewekt. Die getijdencentrale haalt zijn energie uit de stroming van het water bij eb en vloed.
Hoeveel waterkrachtcentrales zijn er in Nederland?
Wat is het aandeel van energie uit waterkracht in Nederland?
Stap 5
Dringend gevraagd: Nieuwe ideeën voor duurzame energie
De regering wil in 2050 alle benodigde energie opwekken met vernieuwbare energiebronnen. Het grote voordeel van vernieuwbare energiebronnen is dat ze duurzaam zijn: ze raken niet op en zijn, op een enkele uitzondering na, niet vervuilend.
Maar hoe gaan we dat voor elkaar krijgen? Er zijn veel nieuwe ideeën nodig. Wat vind je van het idee om wegen en fietspaden van zonnepanelen te maken? Er is een bedrijf met dat idee bezig: http://www.solaroad.nl/
Bedenk zelf ook een manier om zonne-energie, windenergie of waterkracht te winnen in Nederland.
Het mag best een beetje een gek, wild idee zijn.
Werk met z’n tweeën.
Maak van jullie idee een korte presentatie van maximaal vijf minuten.
Verwerk in de presentatie een schets van jullie idee.
Gebruik de gereedschapskist voor meer inspiratie en uitleg over werkwijzes!
Klaar?
Houd je presentatie voor de klas. Bij de beoordeling let de docent op:
• de inhoud: heb jullie een origineel idee? Welke energiebron wordt met jullie idee gewonnen?
Hebben jullie een goede schets van het idee in de presentatie verwerkt?
• de vorm: is de presentatie verzorgd en duidelijk?
Zelf energie opwekken
Vooraf
Leerdoelen
Zou het niet mooi zijn als we op een milieuvriendelijke manier zelf in onze energiebehoefte kunnen voorzien? Met behulp van zonne-energie, bodemwarmte en een windmolen zou dat toch moeten kunnen!
In deze opdracht ontdek je in hoeverre het mogelijk is om op deze manier je eigen energie op te wekken.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
beschrijven wat de mogelijkheden zijn om zelf energie op te wekken met behulp van zonne-energie, bodemwarmte of een windmolen.
aangeven hoe het zelf opwekken van energie gestimuleerd kan worden.
twee beperkingen noemen voor het zelf opwekken van energie.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht maak je alleen.
Het is een verslag van jouw situatie, jouw energiegebruik, jouw woonomgeving en van de mogelijkheden om zelf energie op te wekken.
Kun je iets met een zonnepaneel, een windmolen of met aardwarmte?
Bieden dergelijke methoden om energie op te wekken een oplossing voor de energiebehoefte van jouw huishouden?
Het verslag moet duidelijk maken dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
de inhoud: laat het verslag zien dat je de leerdoelen hebt gehaald?
de vorm: is het verslag helder geschreven en heb je alle mogelijkheden voor jouw situatie overzichtelijk in het verslag geplaatst?
taalfouten: bevat het verslag niet te veel taalfouten?
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Beantwoord vragen over zonnepanelen en zonnecollectoren.
Stap 2
Alleen
Beantwoord de vragen over het zelf winnen van windenergie.
Stap 3
Alleen
Beantwoord vragen over warmptepompsystemen.
Stap 4
Alleen
Schrijf een verslag van de mogelijkheden om bij jou thuis zelf energie op te wekken.
Benodigdheden
De informatie voor de antwoorden op de vragen kun je vinden op de volgende sites:
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1
Zonne-energie
Met zonnepanelen wek je zelf elektriciteit op en met een zonneboiler of zonnecollectoren kun je water verwarmen. Tenslotte heb je nog de zonneboilercombi die én voor warm water zorgt én je huis kan verwarmen. In alle gevallen heb je een huis met een eigen dak en/of een zonnige tuin nodig. Heb je een bedrijf, bijvoorbeeld een boerderij met stallen, dan kun je de daken ervan met zonnepanelen bedekken en krijg je dus een veel grotere opbrengst.
Gebruik eventueel de sites die genoemd zijn bij 'Vooraf-Werkwijze' om antwoord te geven op de volgende vragen:
Wat is het verschil tussen een zonnecollector en een zonnepaneel?
Op welke manieren stimuleert de regering het gebruik van zonne-energie?
Noem twee redenen om zonnepanelen of zonnecollectoren te installeren.
Het is goed voor het milieu.
Het kost niets, de zon schijnt voor iedereen.
Met zonnepanelen bespaar je op de energiekosten.
Zonnepanelen halen koolstofdioxide uit de lucht.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 2
Een windmolen thuis
Een kleine windmolen kun je in je tuin of op je (platte) dak neerzetten. Wind raakt nooit op en heeft geen nadelige effecten op het milieu. Het levert duurzame energie op.
En toch zie je op en bij de huizen en in de tuinen van particulieren nog nauwelijks windturbines.
Noem de twee belangrijkste bezwaren tegen de aanschaf van een privéwindmolen.
Als je toch een steentje bij wilt dragen aan het gebruik van windenergie, op welke manier zou je dat kunnen doen?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3
Warmte van buiten
Lees de informatie over het gebruik van een warmtepomp op www.duurzaamhuis.nl.
Bekijk het filmpje.
Haal de warmte van buiten om je huis te verwarmen. Klinkt simpel, maar er komt heel wat bij kijken.
Met een warmtepompsysteem kun je je huis verwarmen en met een boiler erbij kun je ook water verwarmen, zodat je geen gas en geen gasleidingen in je huis nodig hebt. Er zijn warmtepompen die gebruikmaken van de temperatuur van het grondwater, er zijn pompen die de warmte uit de buitenlucht halen en weer andere pompen maken gebruik van de warmte van de aarde.
Beantwoord de volgende vragen:
Waar kan een warmtepompsysteem het best toegepast worden?
Hoeveel meer energie levert een warmtepompsysteem op dan die zelf gebruikt?
Is dat een goede opbrengst aan energie?
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 4
Conclusie en eindproduct
Zet alle informatie voor jezelf op een rijtje door de volgende twee vragen te beantwoorden.
Denk je dat er toekomst zit in het zelf opwekken van energie? Motiveer je antwoord.
Welke manier om energie te produceren is op dit moment het meest geschikt voor particulieren? Motiveer je antwoord.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht maak je alleen.
Schrijf een verslag van jouw situatie, jouw energiegebruik, jouw woonomgeving en van de mogelijkheden om zelf energie op te wekken.
Leg duidelijk uit waarom iets wel of juist niet mogelijk is. Kun je iets met een zonnepaneel, een windmolen of met aardwarmte? Welke methoden om energie op te wekken bieden een oplossing voor de energiebehoefte van jouw huishouden? Heeft jouw huis een bruikbaar dak of een tuin? Of woon je in een galerijwoning? Zou je in dat laatste geval iets kunnen regelen met alle flatbewoners?
Het verslag moet duidelijk maken dat je de leerdoelen hebt behaald.
Bespaartips
Vooraf
Leerdoelen
Energie besparen is niet alleen beter voor het milieu, maar spaart ook de inhoud van je portemonnee. In deze opdracht leer je hoe je simpel energie kunt besparen. Soms moet je wel eerst wat investeren voordat je geld kunt overhouden. Je gaat een top drie met bespaartips opstellen.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
aangeven dat isolatie een vorm van energiebesparing is.
beschrijven hoe je gemakkelijk energie kunt besparen.
bechrijven wat een energielabel is.
uitleggen hoe je kunt zien hoe energiezuinig een elektrisch apparaat is.
aangeven welke drie bespaartips je gekozen hebt en waarom.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een kort promotiefilmpje voor YouTube met drie energie-bespaartips die jij hebt bedacht om energiegebruik te besparen.
Je legt in het filmpje duidelijk uit hoe mensen kunnen besparen,
Beoordeling
Het filmpje met bespaartips wordt beoordeeld door je docent.
Bij de beoordeling let jullie docent op:
de inhoud: laat je filmpje zien dat je begrepen hebt hoe belangrijk energiebesparing is?
de inhoud: is het duidelijk waarom je voor die drie tips gekozen hebt?
de vorm: is het filmpje met zorg gemaakt? Bevat het passende beelden?
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Doe de bespaartest. Welke besparingstips kosten geen geld?
Stap 2
Alleen
Bekijk een filmpje over energie besparen in huis. Beantwoord vragen over energiebesparende maatregelen.
Stap 3
Alleen
Beantwoord vragen over de kosten van besparingen en de terugverdientijd.
Stap 4
Alleen
Zoek afbeeldingen van het energielabel. Zoek ook naar apparaten met een energielabel.
Stap 5
Alleen
Maak de toets.
Stap 6
Alleen
Maak een YouTube-filmpje over jouw drie bespaartips.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1
Bespaartest
Energie besparen is gemakkelijk, als je weet waar je op moet letten. Energiebesparing helpt het klimaat, voorkomt vervuiling, spaart kostbare grondstoffen en is goed voor je portemonnee: je krijgt door energie te besparen lagere energiekosten.
Milieu Centraal en Nibud hebben samen een Bespaartest ontwikkeld.
Voor sommige energiebesparende maatregelen moet je eerst geld uitgeven voordat je kunt besparen. Andere maatregelen kosten helemaal niets.
Een voorbeeld: een ledlamp is duurder dan een gloeilamp, maar een ledlamp gaat veel langer mee dan een gloeilamp en de energiekosten voor een ledlamp zijn lager dan die voor een gloeilamp. Je verdient je uitgave dus wel terug.
Beantwoord de volgende vraag:
Welke van de energie-besparingstips in de Bespaartest kosten géén geld?
Stap 2
Isolatie en besparing
Op de website van Schooltv vind je een video over Nul-energie woningen. Mischien heb je de video bij een eerdere opdracht ook al eens bekeken. Bekijk de video dan nogmaals. Let vooral op de energiebesparende maatregelen.
In het filmpje worden naast besparende maatregelen twee materialen genoemd om het huis te isoleren. Noem ze beide.
In het filmpje worden verschillende energiebesparende maatregelen genoemd. Noteer er drie.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap 3
Besparen en terugverdienen
In de tabel zie je een aantal energiebesparende maatregelen. Je ziet ook de eenmalige kosten per maatregel en je ziet de jaarlijkse besparing (uitgaande van een gemiddelde eengezinswoning).
Maatregel
Eenmalige kosten
Jaarlijkse besparing
Isoleren dak
€ 4.300
€ 650
Zonneboiler
€ 3.000
€ 80
Zonnepanelen
€ 2.900
€ 290
Combi-ketel
€ 2.300
€ 210
Isoleren spouwmuur
€ 2.000
€ 550
Dubbel glas
€ 32.000
€ 280
Isoleren vloer
€ 1.900
€ 210
Beantwoord de volgende vragen:
Met welke maatregel bespaar je het meest? En met welke het minst?
Met welke maatregel verdien je het snelst de eenmalige kosten terug?
En met welke maatregel het langzaamst?
Stap 4
Energielabel
Wereldwijd is er aandacht voor energiebesparende maatregelen. Binnen de Europese Unie trekken de landen samen op om energie te besparen.
Een van de energiemaatregelen die de Europese Unie heeft ingevoerd, is het energielabel. Als je een vaatwasser, een televisie, een computer, een auto of een ander groot apparaat koopt, laat het energielabel zien hoe energiezuinig het apparaat is.
Beantwoord de vragen:
Zoek een afbeelding van een energielabel op. Zorg dat de letter A t/m G op de afbeelding staan. Welk label is het zuinigst? En welk label het minst zuinig?
Stel: je wilt een nieuwe televisie kopen. Je hebt de keuze uit twee ongeveer even dure televisies. De ene heeft een A-label, de andere heeft een G-label. Geef twee redenen om te kiezen voor de tv met het A-label.
Zoek nu nog een tweede afbeelding van een energielabel. Zorg dat naast je de letters A t/m G ook A+, A++, A+++ en A++++ op het label ziet staan.
Ga op zoek naar twee apparaten met een energielabel met deze coderingen.
Stap 5
Eindproduct - Bespaartips
Stel een lijstje met drie bespaartips op.
Geef aan welke tip je op nummer 1 zet, welke op nummer 2 en welke op nummer 3.
Geef voor elke tip aan waarom je die tip gekozen hebt en waarom deze tip op die plaats staat.
Maak nu een kort promotiefilmpje voor YouTube. Vertel hierin waarom jij het belangrijk vindt dat we proberen zuinig met energie te zijn. Leg uit welke drie tips jij hebt voor mensen die op hun energiegebruik willen besparen. Leg duidelijk uit hoe zij kunnen besparen, laat het ook in beelden zien.
Als het klaar is, kun je het natuurlijk ook echt op YouTube zetten.
Nederland en Frankrijk
Vooraf
Leerdoelen
In Nederland wordt elektriciteit heel anders opgewekt dan in Frankrijk. Er zijn overeenkomsten tussen beide landen, maar vooral grote verschillen. De verschillen zijn deels te verklaren uit de geografische omstandigheden in beide landen.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Nederland wordt opgewekt.
beschrijven hoe de meeste elektriciteit in Frankrijk wordt opgewekt.
minimaal twee bijzondere Franse elektriciteitscentrales noemen.
verklaren waarom kernenergie in Frankrijk duurder is dan windenergie.
Eindproduct
Aan het eind van deze opdracht geef je op een kaart van Nederland en op een kaart van Frankrijk aan waar energieopwekking plaatsvindt.
Beoordeling
De beoordeling van de kaarten doe je samen met een klasgenoot.
Hij/zij kijkt jouw werk na. Jij kijkt zijn/haar werk na.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Beantwoord vragen over Nederlandse elektriciteitscentrales.
Stap 2
Alleen
Beantwoord vragen over alternatieve energiebronnen.
Stap 3
Alleen
Vergelijk de gebruikte brandstoffen in elektriciteitscentrales in Frankrijk en Nederland.
Stap 4
Alleen
Beantwoord vragen over kerncentrales, aardwarmte, getijdencentrales en zonne-energie in Frankrijk.
Stap 5
Samen met de klas
Beantwoord vragen en voer een discussie met de klas over het sluiten van kerncentrales in Frankrijk.
Stap 6
Alleen
Maak de toets.
Stap 7
Alleen
Geef op de kaart van Nederland de ligging van centrales aan. Maak voor de kaart van Frankrijk een legenda en geef de ligging van centrales aan.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap1
Elektriciteitscentrales in Nederland
Er zijn 44 grote elektriciteitscentrales in Nederland. De grootste is de Clauscentrale in Maasbracht, die op gas wordt gestookt. Deze centrale levert 1.275 Megawatt op (een megawatt of MW is één miljoen watt).
De meeste elektriciteitscentrales in Nederland worden met gas gestookt, maar er wordt ook steenkool gebruikt als brandstof. Er is maar één elektriciteitscentrale in Nederland die alleen op kolen wordt gestookt. Dat is de Hemwegcentrale in Amsterdam.
In de andere kolencentrales wordt met biomassa en/of gas bijgestookt. Dat zijn de combicentrales.
Ander bekende elektriciteitscentrales zijn de Maasvlaktecentrale in de Maasvlakte bij Rotterdam, de Eemscentrale bij Eemshaven en de Amercentrale in Geertruidenberg.
Bekijk onderstaande grafiek.
Beantwoord de vragen:,
In Nederland wordt veel vaker gas gebruikt voor het opwekken van elektriciteit dan in andere landen. Bedenk daarvoor een verklaring.
Tip: als je het antwoord niet weet, kijk dan in de atlas op de kaart Nederland-grondstoffen.
Er is veel water in Nederland. Toch wordt water nauwelijks gebruikt voor elektriciteitsproductie. Waarom niet?
Leg uit wat een combicentrale is.
Stap2
Kerncentrale
Nederland heeft maar één werkende kerncentrale, die in Borssele. De kerncentrale kreeg in 1973 een vergunning voor dertig jaar. Die vergunning is inmiddels verlengt tot 2033, ondanks protesten van Greenpeace en lokale politieke partijen.
Het vermogen van de kerncentrale in Borssele (485 MW) is te vergelijken met een middelgrote elektriciteitscentrale die op gas gestookt wordt.
Windmolenparken op zee
De moderne windmolens zijn windturbines. De energie van de wind krijgt vat op de molenwieken en laat de as van de turbine draaien. Een generator zet de bewegingsenergie van de as om in groene stroom. Er stonden in 2017 ruim 2.100 windturbines op land in Nederland.
Daarnaast zijn er windturbines op zee:
sinds 2006 het Offshore Windmolenpark Egmond aan Zee
sinds 2008 het windmolenpark Prinses Amalia (voor de kust van IJmuiden)
sinds 2016 het windmolenpark Gemini (ten noorden van de Waddeneilanden).
Op https://www.windstats.nl/ kun je zien hoeveel windenergie er op een dag gemaakt wordt in Nederland.
Waterkrachtcentrales
Waterkrachtcentrales zijn elektriciteitscentrales die stromend of neerstortend water gebruiken om een turbine in beweging te brengen. Ze bevinden zich in stromen en rivieren, soms met een kunstmatige dam.
Nederland heeft vier grotere waterkrachtcentrales: in Hagestein, Maurik, Linne en Alphen/Lith. Verder is er nog een oude waterkrachtcentrale uit 1926 in Roermond, maar die levert maar weinig vermogen op: 0,2 MW.
Beantwoord de volgende vragen:
Bedenk of Nederland meer of minder kernenergie opwekt dan andere landen in de wereld.
Ga naar de website https://www.windstats.nl .
Zoek op hoeveel megawatt elektriciteit de vier offshore windmolenparken opwekken.
Kies op dezelfde website jouw provincie.
Hoeveel windmolenparken zijn er in jouw provincie?
Hoeveel megawatt elektriciteit wekken die op?
Hoeveel van die windmolens zijn in de laatste vijf jaar gebouwd?
Bespreek de antwoorden op deze drie vragen met een klasgenoot.
Stap3
Electriciteitscentrales in Frankrijk
Frankrijk is zestien keer zo groot als Nederland en er wonen vier keer zoveel mensen. Het land heeft ook veel meer elektriciteitscentrales dan Nederland.
Bekijk in de tabel welke brandstoffen worden gebruikt in de Franse elektriciteitscentrales. Vergelijk de tabel met de gegevens over Nederland.
Gebruikte brandstof in elektriciteitscentrales - Frankrijk
Hoofdbrandstof
Vermogen in MW
Vermogen in %
Uranium
63.130
49,05
Waterkracht
25.388
19,72
Gas
10.520
8,17
Olie
9.374
7,28
Kolen
7.914
6,15
Wind
7.449
5,78
Zonnestroominstallaties
3.515
2,73
Overig (o.a. biomassa)
1.390
1,08
Cijfers van 2012
Gebruikte brandstof in elektriciteitscentrales - Nederland
Hoofdbrandstof
Vermogen in MW
Vermogen in %
Gas
15.139
68,21
Combi
3.313
14,75
Wind
2.206
9,82
Kolen
630
2,8
Uranium
483
2,15
Zonnestroominstallaties
347
1,54
Biomassa
121
0,53
Waterkracht
37
0,16
Cijfers van 2012
Beantwoord de volgende vragen:
Welke brandstof wordt in Franse elektriciteitscentrales het meest gebruikt?
Om wat voor soort elektriciteitscentrales gaat het hier?
In welk land wordt relatief meer wind als brandstof gebruikt? Had je dat verwacht?
In welk land wordt waterkracht het meest gebruikt? Probeer dit te verklaren.
Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
Stap4
Kerncentrales
Nederland heeft maar één kerncentrale voor het opwekken van elektriciteit, Frankrijk heeft er negentien en er zijn nog verschillende nieuwe kerncentrales gepland.
Enkele bekende kerncentrales zijn die van Cattenom (bij de grens met Luxemburg) en Gravelinnes (aan de kust bij Duinkerken). De centrales van Chooz (bij de grens met België) leveren de meeste elektriciteit op, elk 1.500 MW, maar er is al een 1.600 MW-centrale in de maak.
Bijzonder is de opwerkingsfabriek in La Hague. Gebruikte splijtstaven uit andere kerncentrales (ook uit Nederland) worden naar La Hague vervoerd en daar weer opgewerkt zodat ze opnieuw gebruikt kunnen worden. Opwerken is het terugwinnen van nog bruikbare splijtstof uit gebruikte kernbrandstof.
Aardwarmte
Je kunt ook warmte - en dus energie winnen - uit droge, hete gesteenten die diep in de grond zitten.
Om de warmte naar boven te halen, wordt er een netwerk van spleten in de bodem gemaakt waardoor water kan worden rondgepompt. Er wordt koud water naar beneden gepompt, dat warmt op in het gesteente en komt weer naar boven, waar het zijn warmte kan afgeven. Dit principe van warmtewinning uit hete, droge gesteenten is uitgetest in Soultz-sous-Forêts.
Getijdencentrale
In de getijdencentrale in La Rance bij Saint Malo wordt energie gewonnen door het verschil tussen eb en vloed te gebruiken.
Op de open oceaan is het hoogteverschil tussen eb en vloed maar enkele decimeters, maar aan de kust bij Saint Malo kan het hoogteverschil van het zeewater enkele meters zijn. Dat komt door de bijzondere vorm van de trechtervormige inhammen aan deze kust. Dat hoogteverschil is genoeg om het hoge water bij vloed achter een dam te vangen en dit bij laag water via turbines die aan generatoren gekoppeld zijn, terug te laten lopen in zee.
In Nederland wordt sinds 2015 bij de Oosterscheldedam ook energie opgewekt.
Zonne-energie
In Nederland wordt zonne-energie vooral op (relatief) kleine daken opgewekt, maar in Frankrijk staan vele duizenden zonnepanelen op velden, bijvoorbeeld bij Sainte Tulle en bij Narbonne.
Beantwoord de volgende vragen:
Zoek op waar La Hague ligt. Wat valt je op aan de ligging? Waarom is die plek gekozen voor een opwerkingsfabriek voor kernafval?
Zoek op de kaart van Frankrijk ook op waar Soultz-sous-Forêts ligt. Waarom is die plek geschikt om aardwarmte op te wekken?
Leg in je eigen woorden uit hoe bij de Oosterscheldedam elektriciteit wordt opgewekt uit het verschil tussen eb en vloed. Je mag het ook tekenen in een kort stripverhaaltje.
Zoek op waar Narbonne en Sainte-Tulle liggen. Waarom zijn die plekken geschikt om zonne-energie op te wekken?
Kernenergie of andere energie in Frankrijk
Zou het niet een goed idee zijn om met de landen van de Europese Unie samen voor onze energiebehoefte te zorgen? Dan kunnen we de zon in Spanje en Portugal optimaal gebruiken en de wind in Nederland en Duitsland.
In 2015 maakte de EU een plan voor een energie-unie. Door een groot netwerk van pijpleidingen en kabels moet de energie door Europa kunnen stromen. En dat moet dan groene energie worden.Er zouden dan misschien minder kerncentrales in Frankrijk nodig zijn. Zijn de Fransen daar blij mee?
Bekijk het filmpje.
Bedenk samen argumenten waarom de kerncentrales in Frankrijk open moeten blijven.
Bedenk ook voor wie dat een voordeel is.
Bedenk daarna samen argumenten waarom de kerncentrales in Frankrijk moeten sluiten.
Bedenk ook hier weer wie er voordeel van hebben dat de centrales sluiten.
Geef bij voor en tegen aan welk argument je het belangrijkst vindt.
In de klas voeren jullie een discussie. De stelling is: over vijf jaar moet en kan de kerncentrale van het Franse stadje sluiten.
Er zijn twee groepen:
Een groep mensen die in een stadje dicht in buurt van een kerncentrale in Frankrijk wonen en werken.
Een groep mensen die tegen kernenergie zijn en die komen demonstreren in het stadje.
Gebruik de argumenten die jullie hebben bedacht.
Maak als afsluiting nog de volgende oefening.
Stap6
Elektriciteitscentrales op de kaart
Download het werkblad Nederland-Frankrijk.
Op de eerste pagina staat een kaart van Nederland.
Zorg ervoor dat je weet wat de verschillende symbolen op de kaart betekenen.
Geef op de kaart de ligging van de genoemde centrales aan.
Op de tweede pagina van het werkblad staat een kaart van Frankrijk.
Op de kaart van Frankrijk staan enkele symbolen die je ook op de kaart van Nederland bent tegengekomen, maar ook enkele nieuwe symbolen. Maak een legenda voor de symbolen bij de kaart.
Geef op de kaart de ligging van de genoemde centrales aan.
Laat je kaarten beoordelen door een klasgenoot. Jij beoordeelt de kaarten van je klasgenoot.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Toets
Maak ter afsluiting van deze opdracht de toets 'Nederland en Frankrijk'.
De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Leerdoelen
Elektriciteit komt via kabels de huizen binnen, gas via ondergrondse buizen. De vraag naar elektriciteit en gas is niet altijd precies hetzelfde. Die verschilt per seizoen. Dus ook het aanbod van energie moet per seizoen kunnen variëren. In de winter is er bijvoorbeeld meer gas nodig om gebouwen te kunnen verwarmen. Dat betekent dat er reservevoorraden moeten zijn of dat energie moet worden aangevoerd uit het buitenland.
Aan het eind van deze opdracht kun je:
beschrijven wat een transformator doet.
beschrijven hoe het gas bij de consument komt.
uitleggen waarom het aanbod van wind- en zonne-energie niet constant is.
uitleggen waarom de vraag naar energie niet constant is.
uitleggen hoe vraag en aanbod van gas en die van stroom met elkaar in evenwicht worden gebracht.
Eindproduct
Je maakt samen met een klasgenoot een spel met als titel 'Energietransport'.
In het eindproduct is natuurlijk aandacht voor de leerdoelen van deze opdracht.
Beoordeling
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent.
Je kunt er ook een foto van maken die je door de docent laat beoordelen.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Lees de teksten en bekijk de filmpjes over het elektriciteitsnet en het gasnet.
Stap 2
Alleen
Maak de toets.
Stap 3
Samen
Maak het Energiestransportspel.
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1
Het elektriciteitsnet en het gasnet
In de volgende bronnen vind je veel informatie over ons elektriciteitsnet en ons gasnet.
Lees voor je begint de zes vragen. Bekijk dan de video's en lees de teksten.
Probeer tijdens het kijken/lezen de antwoorden op de vragen te vinden.
Uit welke bronnen komt het gas voor de Nederlandse huishoudens?
Hoe hoog kan de spanning zijn (in kVolt) op de draden van het hoogspanningsnet?
Waarvoor dient de Gate Terminal op de Maasvlakte in Rotterdam?
Waarom is ´s zomers de waterstand van de rivieren belangrijk voor de elektriciteitscentrales?
Waarom is de toevoer van groene stroom (uit wind en zon) niet stabiel?
Waarom kun je als afnemer van groene stroom toch soms stroom uit een Franse kerncentrale krijgen?
Het elektriciteitsnet
Hoogspanning
In de elektriciteitscentrales wekken turbines stroom op met een spanning van 10.000 volt. Met transformatoren kan die wisselspanning worden verhoogd of verlaagd. Als de stroom de centrale verlaat, is de spanning flink opgevoerd: met een spanning tot 380.000 volt (= 380 kVolt) verlaat de stroom de centrale. Dit doet men omdat er bij een hogere spanning minder energie verloren gaat. De stroom wordt verdeeld over alle gebruikers via een uitgebreid netwerk. Het eerste gedeelte daarvan is het hoogspanningsnet.
Van 380 kilovolt naar 230 volt
Het hoogspanningsnet is gekoppeld aan het midden-spanningsnet. Bij de koppeling van netwerken bevinden zich verdeelstations. In die verdeelstations verlagen transformatoren de spanning naar 25.000 volt, de zogenaamde middenspanning. Vandaar gaat de stroom in Nederland verder via ondergrondse kabels. In tussenstations wordt de spanning verder verlaagd naar (meestal) 10.000 volt. Deze gaat naar de transformatorhuisjes. Daar wordt de spanning teruggebracht tot industriespanning (700 volt), krachtstroom (400 volt) of lichtnetspanning (230 volt). Deze laagspanning gaat naar de bedrijven, instellingen en huishoudens.
Koppelingen tussen centrales
De elektriciteitscentrale stuurt zijn elektriciteit het distributienet in. Elke centrale heeft een eigen distributienet.
Daarnaast zijn de centrales in Nederland met elkaar verbonden via het zogenaamde koppelnet. Zo kan een tijdelijk tekort bij centrale A worden opgelost door centrale B. Dit koppelnet strekt zich uit tot over onze grenzen, zodat wij in piekuren gebruik kunnen maken van de centrales in het buitenland. Nederland heeft vijf verbindingen over het land met België en Duitsland. Met Duitsland zijn dat er vier. Duitsland en België zijn op hun beurt met andere landen verbonden. Via zeekabels is Nederland ook verbonden met Noorwegen en Groot-Brittannië.
Grote energieleveranciers zijn: Essent (gas en stroom), Eneco (gas en groene stroom), Nuon (gas en stroom), Electrabel (stroom) en E-ON (gas en stroom). De grootste leveranciers hebben eigen elektriciteitscentrales.
De beheerder van het netwerk van 110 kilovolt en hoger (hoogspanningsnet) is Tennet. Tennet is in handen van de overheid. Netwerkbeheerders onder 110 kV zijn: Liander, Enexis en Stedin. Zij beheren meestal ook de gasnetten.
Het gasnet
Het Nederlandse gasnetwerk is, net als het elektriciteitsnetwerk, verdeeld in verschillende netwerken.
Hogedrukgastransportnetwerken transporteren grote hoeveelheden gas direct van het Groningse gasveld naar de regionale gasnetwerken en naar grote eindgebruikers. De regionale netwerken leveren het gas af bij de huishoudens.
Het hogedruknetwerk is in handen van Gasunie, een bedrijf van de Nederlandse staat. De regionale netwerken zijn eigendom van regionale netbeheerders zoals Stedin, Liander of Enexis.
Op de kaart is het Gasunie-netwerk weergegeven. Je ziet de leidingen, mengstations, compressorstations enzovoort.
De totale lengte van alle leidingen is meer dan 15.000 kilometer!
Zo gaat het in de praktijk
Het is zomer, de zon schijnt veel in Duitsland en de temperatuur ligt rond 30 graden. In Duitsland zijn veel zonnepanelen. Deze wekken nu extra veel stroom op. Op zee profiteren de windmolens van de flinke wind die er staat. Het regent weinig, de rivierstanden dalen en de watertemperatuur stijgt sterk. De conventionele elektriciteitscentrales hebben te weinig koelwater en kunnen minder elektriciteit leveren. Ook de waterkrachtcentrales in de rivieren leveren weinig stroom. De hoeveelheid water in de rivier is veel minder dan in de winter. Daarom schakelen de netbeheerders over op andere stroombronnen. Bijvoorbeeld groene stroom uit Nederland en Duitsland. De kolen- en gascentrales worden dan op een laag pitje gezet, omdat de groene stroom goedkoper is. In deze periode hoeven mensen hun huizen niet te verwarmen, waardoor er minder gas verbruikt wordt dan in de winter, het gas stroomt dus langzamer door de pijpleidingen.
Het is winter en het is koud. Het gasverbruik stijgt enorm. De Nederlandse gasbronnen kunnen de vraag bijna niet aan. Er wordt extra gas uit Noorwegen en Rusland in de leidingen gepompt. Ook in Rotterdam ligt extra gas opgeslagen in de Gate Terminal Rotterdam. Dit vloeibare gas komt per schip uit Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Waar het gas voor jouw huis precies vandaan komt, is dus niet met zekerheid te zeggen.
Omdat het lang donker en koud is, stijgt ook het elektriciteitsverbruik. De aanvoer van groene stroom uit zonnepanelen is veel lager dan in de zomer. De aanvoer van windenergie is onregelmatig. De netbeheerders moeten dan dus grijze bronnen bijschakelen. In een koude winter kan het dus zijn dat je grijze stroom krijgt in plaats van groene. Die grijze stroom kan ook uit Franse kerncentrales komen.
Vergelijk je antwoorden met de antwoorden van een klasgenoot.
Stap 2
Eindproduct Energietransport
Je hebt verschillende bronnen over het transport van energie bestudeerd. Je maakt samen met een klasgenoot een spel met als titel 'Energietransport'.
Een van jullie bedenkt negen begrippen die horen bij transport van elektriciteit van de bron naar jouw huis. Schrijf die woorden op kaartjes van 3 x 3 cm. Zoek er negen foto’s die bij die woorden horen en plak die op kaartjes van 3 x 3 cm.
De ander bedenkt negen begrippen die horen bij transport van gas van de bron naar jouw huis. Schrijf die woorden op kaartjes van 3 x 3 cm. Zoek negen foto’s die bij die woorden horen en plak die op kaartjes van 3 x 3 cm.
Samen moeten de begrippen en de foto’s het verhaal vertellen van het transport van elektriciteit en gas.
Hussel je kaartjes door elkaar en geef ze aan een andere klasgenoot. Hij of zij moet de begrippen en de foto's bij elkaar zoeken, maar ook de weg die de elektriciteit of het gas aflegt op de goede volgorde leggen.
Laat je spellen op tafel liggen, zodat de docent het eindproduct kan beoordelen.
Klaar?
Laat het eindproduct beoordelen door jullie docent. Je kunt er ook een foto van maken en die door je docent laten beoordelen.
Overleg met de docent hoe het eindproduct beoordeeld wordt. Bij de beoordeling zal altijd gelet worfen op de inhoud en op de vorm.
Zuidoost-Brazilië
Vooraf
Leerdoelen
Van alle delen van Brazilië verbruikt het zuidoosten de meeste energie. Hoe komt dat en waar komt die energie vandaan?
Aan het eind van deze opdracht kun je:
twee redenen noemen waarom het zuidoosten van Brazilië zoveel energie verbruikt.
uitleggen hoe deze regio aan die energie komt.
Eindproduct
Het eindproduct van deze opdracht is een fotoboek met bijschriften.
Het fotoboek vertelt het energieverhaal van Zuidoost-Brazilië (opwekking van energie en het gebruik ervan). Je maakt het samen met een klasgenoot. In het eindproduct laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald.
Beoordeling
Het fotoboek laten jullie beoordelen door jullie docent.
Bij de beoordeling wordt gelet op:
de inhoud: laat het fotoboek zien waarom Zuidoost-Brazilië zoveel energie verbruikt en ook zoveel energie opwekt.
de vorm: is het fotoboek met zorg gemaakt.
taalfouten: de bijschriften bij de foto's bevatten geen taalfouten.
Activiteiten
Stap
Groepsgrootte
Activiteit
Stap 1
Alleen
Lees een tekst over het energiegebruik in Zuidoost-Brazilië. Beantwoord vragen met de atlas.
Stap 2
Alleen
Plaats de juiste bijschriften bij de foto's.
Stap 3
Alleen
Maak de toets.
Stap 4
Samen
Maak een fotoboek over de energiebehoefte, het energiegebruik en de energieproductie in Zuidoost-Brazlië
Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 lesuren nodig.
Stap 1
Veel mensen, veel energie
Brazilië bestaat uit deelstaten. Hiervan vormen er vier de regio Zuidoost-Brazilië. Dat zijn Bahia, Espirito Santo, Minas Gerais, Rio de Janeiro en São Paulo.
De economie van Brazilië is sterk gegroeid in de afgelopen decennia.
Dat kun je aflezen uit de toename van het bnp, het bruto nationaal product van het land. Het bnp is de waarde van alle goederen en diensten die het land in een jaar tijd maakt. Tussen 1990 en 2003 bijvoorbeeld groeide het bnp per hoofd van de bevolking gemiddeld met 3,5%.
Ook na 2003 is de economie flink gegroeid. Door die groei is de welvaart toegenomen en daarmee ook de energiebehoefte. Dat zie je vooral in Zuidoost-Brazilië, een dichtbevolkte regio met een sterk groeiende industrie. Zuidoost-Brazilië heeft gelukkig uitgebreide mogelijkheden om waterkracht in te zetten voor de productie van elektriciteit. Daar maakt het land ruim gebruik van: bijna 75% van de energiebehoefte wordt gedekt met hydro-elektriciteit.
Zuidoost-Brazilië
Bekijk in de Bosatlas de kaart van Zuid-Amerika (natuurkundig), de deelkaarten Brazilië, bevolkingsdichtheid, industrie en de deelkaart Latijns-Amerika, mijnbouw en industrie.
Beantwoord aan de hand van die kaarten de volgende vragen.
De gemiddelde bevolkingsdichtheid van Brazilië is 23 inwoners per km².
Vergelijk dat met Zuidoost-Brazilië. Is die in Zuidoost-Brazilië groter of kleiner?
Welke delfstoffen zijn er te vinden in Zuidoost-Brazilië en uit de kust bij deze regio?
Waar in Brazilië vind je volgens jou de meeste waterkrachtcentrales?
Waarom zouden daar zoveel waterkrachtcentrales zijn?
Stap 2
Brazilië
Bekijk de zeven foto's. De foto's staan ook op het werkblad Brazilie Zuidoost.
Onder de foto's zie je zeven bijschriften.
Bij welke foto's passen de bijschriften A tot en met G?
In Zuidoost-Brazilië vind je veel industrie. In deze fabriek bijvoorbeeld worden vliegtuigen gebouwd.
Op deze plek bij Belo Horizonte in Minas Gerais en andere plekken in Zuidoost Brazilië worden ijzer en andere metalen gedolven voor de industrie in de regio.
Hoe uitgestrekt Rio de Janeiro is laat deze overzichtsfoto zien.
Dat São Paulo (en andere grote steden in Zuidoost-Brazilië) rijk zijn, kun je zien aan de hoogbouw in deze stad.
Waterkrachtcentrales als Itaipu in de rivier Paraná voorzien Zuidoost-Brazilië met zijn industrie en enorme steden van stroom.
Met dit olieplatform op het olieveld Libra buitengaats van Rio de Janeiro wordt aardolie opgepompt uit zee.
De afgelopen tientallen jaren zijn talloze arme plattelandsbewoners naar de drie grote steden in Zuidoost-Brazilië getrokken. Ze waren op zoek naar werk in de industrie of in kantoren. Daardoor zijn niet alleen krottenwijken als deze in Saõ Paulo ontstaan, maar is het aantal inwoners van deze steden en van de hele regio enorm gegroeid.
Stap 3
Toets
Maak ter afsluiting van deze opdracht de toets 'Zuidoost-Brazilië'.
De toets bestaat uit gesloten vragen.
Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Je gaat samen met een klasgenoot een fotoboek samenstellen over de energiebehoefte, het energieverbruik en de energieproductie in Zuidoost-Brazilië.
Zoek voor energiebehoefte twee kenmerkende foto's, zoek voor het energieverbruik twee kenmerkende foto's en zoek voor de energieproductie twee kenmerkende foto's.
Jullie mogen gebruik maken van de foto’s (met onderschriften) uit stap 2.
De foto's kun je vinden in het werkblad Brazilie Zuidoost.
Verzin bij elke foto een bijschrift. Doe dit op zo'n manier dat de 6 bijschriften een logisch verhaal vormen.
Klaar?
Lever de foto's in via showbie
Thematoets
Energie
Vandaag maak je een oefentoets. Deze toets krijg je van je expert op papier.
De oefentoets bestaat uit een aantal vragen over dit thema.
Soms is een vraag een reproductievraag, soms meer een inzichtvraag.
Na het maken van de vragen bespreken we de uitkomst.
Je ziet ook welke vragen je goed en welke vragen je fout hebt beantwoord.
Elke vraag gaat over een specifieke opdracht. Dit vind je in de kantlijn.
Bewaar je oefentoets goed! Dit is een goede voorbereiding op de toets in de finaleweek.
Het arrangement Thema: Energie vmbo-kgt34 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Sander van der Zwaan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2025-01-06 14:06:18
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Energiebronnen
Energie opwekken
Omgaan met energiebronnen
Nederland en Frankrijk
Nederland en Frankrijk
Zuidoost Brazilië
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.