In deze opdracht leer je over de gevolgen van de wereldcrisis van de jaren dertig in Nederland. Je leert daarnaast hoe de Nederlandse politiek op de crisis reageert. Je leert daarbij meer over hoe de minister-president Hendrikus Colijn Nederland bestuurd tijdens de crisisjaren.
Aan het einde van deze opdracht schrijf je een advies voor de regering Colijn waarin je uitlegd hoe zij de crisis van de jaren dertig het beste hadden kunnen aanpakken.
Stap1
De crisisjaren in Nederland
De economische wereldcrisis die eind 1929 begon sloeg al snel over naar andere landen. Doordat landen over de hele wereld handel met elkaar dreven op een vrije markt, wordt deze crisis ook wel de 'crisis van het wereldkapitalisme' genoemd.
Ook in Nederland sloeg deze economische crisis toe. De jaren dertig van de 20ste eeuw werden daardoor crisisjaren. In deze jaren Nederland telde in 1930 op 7,8 miljoen mensen 100.000 werklozen (1 op de 78 Nederlanders). Zes jaar later, in 1936, telde Nederland 8,5 miljoen mensen en bijna 500.000 werklozen (1 op de 17 Nederlanders).
Als je alleen kijkt naar de beroepsbevolking (alle inwoners van 15-65 jaar die werken of willen werken) zijn de werkloosheidcijfers nog veel indrukwekkender: op het hoogtepunt van de crisisjaren, in 1936, is van alle vier Nederlandse arbeiders er één langer dan een jaar werkloos.
Als je de mensen die een tijdelijk (seizoens-)baantje hadden niet meetelt, kom je nog altijd uit op een werkloosheidscijfer van bijna 20%.
De regering van minster-president Colijn wilde vooral niet teveel geld uitgeven. Nederlanders moesten maar voor zich zelf zorgen, dat moest de overheid niet voor hen doen. Dit heet een nachtwakersstaat. Een nachtwakersstaat betekent dat de overheid zich zo min mogelijk met de levens van haar burgers bemoeit en alleen moet zorgen voor het strikt noodzakelijke.
Stap2
Steun
De werkloosheid liep zo snel op dat de regering zich genoodzaakt zag om de werklozen een financiële ondersteuning te geven: de ‘steun’.
De steun mocht niet te hoog zijn, anders zouden werklozen niet willen werken en lui worden, zo meende de regering. De steun was net genoeg om de huur en een eenvoudige maaltijd te kunnen betalen. Geen kleren of nieuwe schoenen, geen geld voor sport, de bioscoop of welke ‘luxe’ dan ook. De steun was net genoeg om niet van de honger dood te gaan, maar de ‘steuntrekkers’ leefden wel in armoede.
Wat de steuntrekkers er zelf van vonden, verwoordden ze in het populaire lied van de Andrew Sisters uit Amerika in 1937:
Wij trekken van de steun
Wij eten van het crisiscomité
Wij eten vlees uit blik
van een bedorven sik
Wij krijgen erwtensoep
zo dun als koeienpoep
Fietsplaatjes en stempellokalen
Het belangrijkste vervoersmiddel in die jaren was de fiets. Net zoals nu voor de auto moest er vroeger belasting betaald worden voor het hebben van een fiets. Het fietsplaatje dat verplicht aan je fiets moest worden bevestigd kostte tweeënhalve gulden (omgerekend € 1,13. Voor die tijd een groot bedrag).
Werklozen konden het plaatje gratis krijgen: je kreeg er een met een gat in het midden.
Dat gat was bestemd voor de controle: werklozen mochten de fiets alleen gebruiken op doordeweekse dagen. Alleen dan hadden ze de fiets nodig om naar het stempellokaal te gaan.
Zes dagen per week moesten werklozen naar het stempellokaal toe. Dit werd gedaan zodat mensen die steun kregen niet stiekem nog betaald werk ernaast deden (Zwart werken). Eén en soms zelfs twee keer per dag moest een werkloze een stempel halen in een stempellokaal. Als je een stempel miste dan werd je meteen gekort op je uitkering. Controleurs konden ook zomaar je huis binnenvallen om te kijken of je misschien thuis wat bijverdiende. Hoe kwam het gezin dat bezocht werd op een doordeweekse dag aan vlees in de pan? En waar kwam dat nieuwe ondergoed in de linnenkast vandaan?
Hendrikus Colijn was minster president van 1933 tot 1939. Zijn ministers en hij regeerden Nederland tijdens de
crisis van de jaren dertig. Door die crisis ging het economisch erg slecht met Nederland en verloren veel Nederlanders hun baan. Maar Colijn was een streng man. Hij wilde dat de overheid alleen het minimale deed om werklozen te helpen. Er was financiële steun voor werklozen, maar dat was erg weinig.
Aanpassingspolitiek
Door de crisis liepen de inkomsten van de overheid terug. Colijn vond dat een verstandige regering de uitgaven aanpast aan de inkomsten. Komt er minder geld binnen dan mag er dus ook minder geld worden uitgegeven. Dit werd aanpassingspolitiek genoemd. Zijn regering bezuinigde op verschillende overheidsuitgaven en een daarvan was de steun aan werklozen. Zij kregen voortaan nog minder geld.
Plan van de Arbeid
De socialisten hadden andere plannen. De socialistische partij S.D.A.P. stelde voor om juist meer geld uit te geven in plaats van minder. Zij noemde hun plan, het Plan van de Arbeid. De overheid moest zorgen voor meer goed betaalde banen. Dan zouden er meer mensen kunnen werken, en met meer werk zou er meer belasting betaald worden aan de overheid. Tegelijkertijd zouden er dan minder werklozen afhankelijk zijn van het steungeld van de overheid.
De partij van premier Colijn vond dit een slecht plan, omdat het zou betekenen dat de overheid voor creëren van de banen juist meer geld zou moeten uitgeven. Terwijl Colijn juist wilde bezuinigen. Het Plan van de Arbeid werd daarom nooit uitgevoerd.
Stap4
Jordaanoproer De steun was in Nederland al niet zo hoog, maar om de grote tekorten te kunnen opvangen verlaagde de regering van Colijn op 1 juli 1934 de steunuitkeringen met 10 procent.
In de oudere arbeidersbuurten in Amsterdam woonden veel werklozen: in de Jordaan, de Indische Buurt, de Oostelijke Eilanden, de Staatsliedenbuurt, de Spaardammerbuurt en enkele buurten in Amsterdam-Noord. In de Jordaan was de armoede extra schrijnend door de slechte woonomstandigheden: daar woonden veel meer mensen in een krot dan elders in Amsterdam en in Nederland. Complete gezinnen woonden in vochtige kelderwoninkjes van één of twee kamers.
De ontevredenheid was dan ook het grootst in de Jordaan. Op 4 juli verzamelden werklozen zich er samen met hun vrouwen en kinderen. Toevallig was er die avond ook een grote bijeenkomst in het gebouw De Harmonie aan de Rozengracht. Toen de aanwezigen hoorden wat er in de Jordaan aan de hand was, sloten zij zich bij de demonstranten aan.
De politie hield de betogers tegen en het protest liep helemaal uit de hand. Er werd gegooid met straatstenen, dakpannen en bloempotten naar de politie en die schoot met scherp terug.
Er werd dagenlang in de verschillende buurten gevochten. De Amsterdamse gemeente riep militairen en marechaussee te hulp om de rust met geweld terug te brengen. Dat lukte na enkele dagen, met vijf doden als gevolg (waaronder één marechaussee), tientallen gewonden en meer dan honderd arrestanten.
Na het oproer werden de straten in de Jordaan geasfalteerd en de politie richtte de Karabijnbrigrade op, de voorloper van de Mobiele Eenheid (ME), zo konden zij bij een volgende opstand snel en hard ingrijpen.
Stap5
De opkomst van de NSB tijdens de crisis.
Anton Mussert groet NSB-parade.
De Nationaal-Socialistische Beweging (NSB) wordt in 1931 opgericht door Anton Mussert. Tijdens de crisis van de jaren dertig is de NSB tijdelijk populair onder een groep Nederlandse burgers. De NSB bewonderde het facisme van Mussolini in Italië en Adolf Hitler in Duitsland. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkten Mussert en de NSB actief samen met de Duitse bezetter.
Wat maakte de NSB een aantrekkelijke beweging voor Nederlandse burgers tijdens de crisis? Bestudeer de bronnen en beantwoord daarna deze vraag.
Het arrangement Crisisjaren in Nederland - Wit is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Auteur
Auteur Kunskapsskolan
Je moet eerst inloggen om feedback aan de auteur te kunnen geven.
Laatst gewijzigd
2017-07-27 12:46:31
Licentie
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/73236/Colijn_en_Nederland__hv123
Leerniveau
HAVO 3;
Leerinhoud en doelen
De tijd van de wereldoorlogen (1900 - 1950);
Geschiedenis;
Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie.
https://maken.wikiwijs.nl/73236/Colijn_en_Nederland__hv123
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.