Internationale arbeidsverdeling
De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.
Internationale arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land zich gaat toeleggen op het maken van die producten die het best bij het land passen.
Als een buitenlands bedrijf hetzelfde product maakt als een Nederlands bedrijf is er sprake van internationale concurrentie. Als het buitenlandse bedrijf goedkoper en/of beter produceert en verkoopt dan het Nederlandse bedrijf, heeft het buitenlandse bedrijf heeft een betere concurrentiepositie.
Nederland kan maatregelen nemen om Nederlandse bedrijven te beschermen tegen internationale concurrentie. Dat noem je protectionisme.
Als twee of meer landen afspreken alle handelsbelemmeringen af te schaffen spreek je van vrijhandel tussen die landen: de producten kunnen dan ongehinderd worden geïmporteerd of geëxporteerd.
Tussen de landen van de Europese Unie is sprake van vrijhandel.
Globalisering
Internationale arbeidsverdeling en de bijbehorende internationale handel is mogelijk geworden door ontwikkelingen op gebied van vervoer, maar ook door de toegenomen informatie- en communicatietechnologie (ICT).
Deze ontwikkelingen hebben er niet alleen toe geleid dat de wereld economisch gezien kleiner is geworden. Ook op andere gebieden (bijvoorbeeld politiek of cultureel) vindt er steeds meer uitwisseling plaats. Voor deze wereldwijde integratie wordt wel de term globalisering of mondialisering gebruikt.
Schaalvoordelen
Als een bedrijf op grotere schaal een bepaald product produceert, neemt daardoor het bedrijf in omvang toe. Dit noemen we schaalvergroting. Dit brengt voor het bedrijf vaak schaalvoordelen op: de productiekosten per product worden lager.
De productie van grote hoeveelheden standaardproducten wordt ook wel massaproductie genoemd.
Als producten via massaproductie gemaakt worden, is het belangrijk dat er voor die producten een grote afzetmarkt is. Als de binnenlandse afzetmarkt te klein is, worden de producten ook in het buitenland verkocht.
Een bedrijf dat zijn producten in meerdere landen verkoopt, noem je een multinational. Multinationals hebben ook vaak in meerdere landen vestigingen. In welk land het bedrijf wat laat produceren, hangt onder andere af van de transportkosten en de loonkosten, maar bijvoorbeeld ook van het opleidingsniveau of innovatiekracht van een land.
Global shift
De globalisering/mondialisering heeft ertoe geleid dat een groot deel van de maakindustrie uit West-Europa en Noord-Amerika is verplaatst naar andere landen, vooral naar Azië.
In die landen is het arbeidsloon laag en zijn ook andere randvoorwaarden, denk aan belastingen of (milieu)vergunningen, vaak gunstiger voor bedrijven.
Deze verschuiving van economische activiteiten wordt wel de global shift genoemd.