3: De eindjes aan elkaar knopen

3: De eindjes aan elkaar knopen

inleiding

Ken je dat: het is pas woensdag en je geld voor die week is al op? Waar heb je teveel geld aan uitgegeven? Hoe los je dat op? Lukt het je om de rest van de week wat minder uit te geven?

Het is belangrijk om goed zicht te hebben op je inkomsten en uitgaven.
Maar dat geldt natuurlijk niet alleen voor jou. Dat is ook belangrijk voor je ouders/verzorgers; ook zij moeten goed weten hoeveel geld ze te besteden hebben en hoeveel geld ze aan verschillende zaken kunnen uitgeven. En het liefst niet alleen voor de komende week, maar als het even kan voor een wat langere periode.

Wat denk jij?

  1. Waarom is het handig om regelmatig een overzicht te maken van de verwachte inkomsten en uitgaven?
  2. Maak een lijstje met uitgaven die in ieder gezin voorkomen. Geef bij iedere uitgave aan of het een eenmalige uitgave is of dat de uitgave regelmatig terugkomt.

Aan het eind van deze opdracht kun je:

  • uitleggen wat een budget is.
  • uitleggen hoe je een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven noemt.

Stap 1: Budget en begroting

Budget en begroting
De hoeveelheid geld waarvan je een maand moet rondkomen, noem het budget voor die maand.
Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven, noem je een begroting.
Als je geld tekort komt, kun je besluiten minder uit te geven.
.

Beantwoord de volgende vier vragen.

  1. Hoe noem je de hoeveelheid geld waarvan je een bepaalde periode moet rondkomen?
  2. Hoe noem je een overzicht van de inkomsten en uitgaven?
  3. Waar of niet waar?
    Als je wilt sparen, moet je minder uitgeven dan je budget toelaat.

Stap 2: Vragen uitgaven/lasten

Anne is student. Zij heeft € 800,- aan inkomsten per maand.
In de tabel zie je de uitgaven van Anne in de maand september.

Dagelijkse uitgaven Vaste lasten Incidentele uitgaven
Boodschappen € 180,-
Huur € 300,-
Gas, water en licht € 40,-
Verzekeringen € 24,-
Studieboeken € 200,-
Kleding € 140,-
Telefoon € 45,-

Beantwoord de volgende vragen. Bespreek de antwoorden met een klasgenoot.
  1. Komt Anne in september uit met haar inkomsten?
  2. Hoe kun je in een maand meer uitgeven dan je inkomen toelaat?
    Geef twee mogelijkheden.
  3. Wat denk je, zijn de uitgaven van Anne iedere maand even hoog? Leg uit.
  4. Op welke uitgaven kan Anne het gemakkelijkst bezuinigen?

Stap 3: Omrekenen

Omrekenen
Soms moet je een bedrag per maand omrekenen naar een bedrag per jaar.
Of soms moet je een bedrag per maand omrekenen naar een bedrag per kwartaal. Of per week naar per maand. Of ....
Daarvoor kun je het onderstaand schema gebruiken. Bekijk voor extra uitleg ook het filmpje. 


Reken uit.

  1. Een abonnement van € 60,- per kwartaal is gelijk aan ……… per maand.
  2. Een autoverzekering van € 120,- per jaar is gelijk aan …….. per maand.
  3. € 60,- per week aan boodschappen is gelijk aan ……… per maand.

uitleg filmpje omrekenen

Stap 4: Begroten

De vakantie is vaak een grote jaarlijkse uitgave.

Een gezin heeft een schatting gemaakt van de uitgaven voor het komend jaar.

  Periode              Bedrag       
Boodschappen wekelijks € 120,-
Huur, gas, water en licht      maandelijks € 800,-
Kleding maandelijks € 400,-
Auto wekelijks € 60,-
Vakantie jaarlijks € 2520,-
Overigen maandelijks € 300,-


De inkomsten van het gezin bedragen € 2500,- per maand.
Is dat genoeg? Leg je antwoord uit met een berekening.

Tip: reken eerst alle bedragen om naar bedragen per maand.

Controleer je antwoord.

Samenvatting

In de onderstaande zinnen ontbreekt nog een aantal woorden.
Sleep de woorden naar het juiste vak en controleer je antwoord.

Wat heb je geleerd?

Oefening:Samenvatting

Antwoorden

inleiding

1. zodat je je bewust bent van je inkomsten en uitgaven. Dit voorkomt dat je meer uitgeeft dan dat er binnenkomt.

2. huur, verzekeringen, boodschappen (regelmatig) vakantie (1 keer)

 

stap 1

1. budget

2. begroting

3. waar, wat je niet uigeeft kun je sparen

 

stap 2

1. 180 + 300 + 40+ 24 +200 + 140 = 884 aan uitgaven. Haar inkomen is 800 dus komt niet uit. Ze geeft meer uit dan dat ze aan inkomsten heeft.

2. van te voren sparen of lenen

3. Vaste lasten heb je iedere maand voor hetzelfde bedrag, dagelijkes uitgaven zoals boodschappen zullen iedere maand ongeveer gelijk zijn (soms iets hoger, soms iets lager). Incidentele uitgaven zijn anders; Ze zal niet iedere maand studieboeken kopen.

4. kleding

 

stap 3

1. 60 : 3 = 20

2. 120 : 12 = 10

3. 60 x 52 : 12 = 260    (let op 60 x 4= fout, een maand is net iets meer dan 4 weken)

 

Stap 4
Uitgaven per jaar:

Boodschappen 52 x 120,- = € 6240,-

Huur, gas, water en licht: 12 x € 800,- = € 9600,-

Kleding: 12 x € 400,- = € 4800,-

Auto: 52 x € 60,- = € 3120,-

Vakantie: € 2520,-

Overigen: 12 x € 300,- = € 3600,-

Totale uitgaven: € 29.880,-

Inkomsten per jaar: 12 x € 2500,- = € 30.000,-.

Het inkomen is dus net hoog genoeg.

  • Het arrangement 3: De eindjes aan elkaar knopen is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    Auteur Kunskapsskolan
    Laatst gewijzigd
    2018-07-18 16:56:33
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Bij het samenstellen van deze leerbron is gebruik gemaakt van een arrangement uit de Stercollecties van VO-Content. Het oorspronkelijke arrangement is eigendom van VO-Content en gedeeld onder de CC-BY SA licentie. https://maken.wikiwijs.nl/62277/Wat_doe_je_met_je_geld___vmbo_kgt34 https://maken.wikiwijs.nl/62248/Hoeveel_heb_ik_nodig___vmbo_b34
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld

    Bronnen

    Bron Type
    uitleg filmpje omrekenen
    https://www.youtube.com/watch?v=glv6YlzdtCU
    Video

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Hoeveel heb ik nodig? - vmbo-b34

    https://maken.wikiwijs.nl/62248/Opdracht__Hoeveel_heb_ik_nodig____vmbo_b34

    VO-content Economie. (2020).

    Opdracht: Wat doe je met je geld? - vmbo-kgt34

    https://maken.wikiwijs.nl/62277/Opdracht__Wat_doe_je_met_je_geld____vmbo_kgt34

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Samenvatting

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.