Geschiedenis Tijdvak 08 03

Inleiding - Modern imperialisme

In de 15e en 16e eeuw werden grote delen van de wereld veroverd door Europese landen.
Als landen gebieden veroveren en controleren met als doel hun macht uit te breiden, spreek je van imperialisme.

Door de industrialisatie vanaf de 19e eeuw veranderde de relatie tussen de Europese landen en hun koloniën.

De Europese landen kregen grote behoefte aan grondstoffen en aan nieuwe afzetgebieden. In Afrika en Azië waren veel grondstoffen te vinden. Afrika en Azië konden ook afzetgebieden worden.
Europese landen hadden al veel koloniën, maar nu probeerden ze in Afrika en Azië nog veel meer nieuwe gebieden te veroveren. De veroveringen hadden vooral een economische reden.
Dat heet modern imperialisme.

Grondstoffen

De industrialisatie kon alleen succes hebben als er genoeg grondstoffen waren om producten van te maken. Er waren ook afzetgebieden nodig waar men de geproduceerde goederen kon verkopen.
Grondstoffen als steenkool en ijzererts werden vaak in eigen land gevonden.
Producten werden eerst in eigen land afgezet. Daarna in Europese landen waar de industrialisatie nog niet was begonnen.
Er werd steeds meer geproduceerd. De afzetmarkt werd verzadigd: mensen kochten steeds minder producten, omdat ze ze al hadden. Het was nodig om nieuwe afzetgebieden te ontdekken. Het maken van goederen in fabrieken en het veroveren van nieuwe afzetgebieden had grote gevolgen voor de wereld en de wereldvrede.

De industriële Revolutie verbond werelddelen met elkaar.

Verovering koloniën

Rond 1880 was Afrika bijna helemaal verdeeld onder de Europese landen.
De grenzen tussen de landen liepen niet langs natuurlijke barrières, zoals rivieren en bergketens. Het zijn soms kaarsrechte lijnen.
Dat was het gevolg van de rivaliteit en afspraken tussen Europese landen.
Ook dunbevolkte gebieden en grondstofarme gebieden werden veroverd.

De Europese landen veroverden de gebieden in Afrika om aanzien en macht te krijgen en om economische redenen.

Als land telde je pas mee als je meedeed aan de 'wedloop om Afrika' en andere delen van de wereld.

Links: Engeland strekt zijn tentakels uit naar alle uithoeken van de wereld.
Midden: Ook Duitsland eiste zijn deel van de 'taart' op.
Rechts: Besprekingen tussen Franse en Britse legerleiders in 1898

 

Het Fasjoda-incident in 1898: Engelse en Franse strijdkrachten komen elkaar tegen.

Onderhandelingen konden nog voorkomen dat de legers elkaar gingen bestrijden.

Bestuurlijke en culturele overheersing na 1850

De moederlanden waren trots op hun eigen land. Ze voelden zich superieur (beter, machtiger) ten opzichte van de koloniën.
Dit noemen we nationalisme.
De ingelijfde landen in Afrika en Azië kregen de cultuur van het moederland opgedrongen. Zoals bijvoorbeeld de architectuur, infrastructuur en de kleding.
In de Europese koloniale gebieden kwam een bestuur zoals in het moederland.
De hoogste leiding was altijd in handen van de blanken. Lagere bestuurders kwamen soms ook uit de plaatselijke bevolking.

De taal van het moederland werd verplicht. Dat verklaart waarom in veel landen in Afrika nog steeds Frans of Engels gesproken wordt.
De oorspronkelijke bewoners werden vaak gedwongen om de eigen cultuur op te geven.
Een belangrijke rol speelde de verspreiding van het christelijke geloof. Er vertrokken veel missionarissen en zendelingen naar de koloniën om het geloof te verspreiden.

  • Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 08 03 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-05-26 10:12:56
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    De Kennisbanken bevatten de theorie bij de opdrachten.
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld