Inleiding - De Opstand en de Republiek der Nederlanden
In de 16e eeuw bestond Nederland nog niet. De Bourgondische hertogen (tijdvak 4) hadden wel al iets van een eenheid hadden gesmeed. Via een huwelijk kwam het gebied in handen van de Spaanse Habsburgers.
Toen Karel V de Nederlanden erfde, waren de Nederlanden een losse verzameling provincies. Het was een overwegend agrarisch gebied met een handjevol Middeleeuwse steden. Het bestuur van elke provincie was verschillend geregeld. Bestuurders kwamen meestal voort uit de adel en de rijke burgers in de stad.
De Nederlanden vóór de Opstand
Karel V maakte van de Zeventien Provinciën der Nederlanden één overerfbaar gebied. Hij liet dat vastleggen in een geschrift: de Pragmatische Sanctie (4 november 1549).
Karel V wilde de Nederlanden centraal besturen, vanuit de stad Brussel. Door de politiek van centralisatie kreeg de adel steeds minder te vertellen.
Filips II was de zoon en opvolger van Karel V.
Filips II regeerde vanuit Madrid, in Spanje. Ook hij wilde een centraal bestuur.
Er ontstond in de Nederlanden steeds meer onvrede over de hoge belastingen. En ook was men het niet eens met de vervolging van de protestanten (de aanhangers van de Reformatie).
Deze onvrede leidde tot verzet en oorlog tegen de Spaanse koning Filips II.
Filips II
Mijn vader Karel V, voelde zich een echte Nederlander. Ik ben een Spanjaard.
In 1555 volgde ik mijn vader op.
In de Nederlanden waren de edelen erg opstandig. Ik kreeg ze onder controle en vertrok in 1559 uit Brussel weer naar Spanje.
Ik gaf mijn halfzus Margaretha van Parma opdracht om de Nederlanden te regeren.
Ik vertelde haar precies hoe ze dat moest doen. Mijn trouwe vriend Willem van Oranje zou haar wel helpen.
Achteraf gezien was het een fout om haar die taak te geven.
Ik verdedigde de Rooms-Katholieke Kerk. Ik vond het maar niets dat sommige opstandige edelen in de Nederlanden zich bekeerden tot het protestantse geloof.
Willem van Oranje
Ik ben luthers opgevoed en kon prins worden van het prinsdom Orange.
Keizer Karel V vond dat goed, maar eiste wel dat ik rooms-katholiek werd.
Ik kreeg mijn opvoeding aan het hof in Brussel. Ik kende daar alle belangrijke mensen: Alva, Granvelle, Filips II, noem ze maar op. Ik kon best goed met hen opschieten en werd een belangrijk edelman.
Dat kwam ook omdat ik een goede band had met keizer Karel V.
Karel V werd opgevolgd door Filips II. Ik was vast van plan om trouw te zijn aan mijn nieuwe heer, Filips II. Maar toen Filips II in 1559 vertrok naar Spanje heb ik hem nooit meer gezien.
Filips II was tegen de protestanten. Daardoor werd hij uiteindelijk mijn vijand.
Als iemand me van tevoren had verteld dat ik leider zou worden van een opstand tegen Spanje zou ik dat nooit hebben geloofd.
Margaretha van Parma
Ik ben de dochter van keizer Karel V. Ik zag mijn vader bijna nooit, maar ik was hem wel heel trouw. Met mijn halfbroer Filips II had ik geen goede band. Ook hem zag ik bijna nooit.
Van Filips II moest ik de Nederlanden besturen. Ik was landvoogdes. Ik mocht het niet doen zoals ik zelf wilde. Filips bemoeide zich vanuit Spanje met alles.
De opstandige Nederlandse edelen vroegen me om de vervolging van protestanten te beëindigen en de Inquisitie af te schaffen. Ik was het met hen eens en probeerde het.
Maar ik moest het opgeven toen Filips II een streng krijgsheer naar de Nederlanden stuurde, de hertog van Alva. Ik wilde niet meewerken aan het gewelddadige bestuur van mijn halfbroer.
Granvelle
Granvelle (Habsburgse staatsman en grote tegenspeler van de Nederlandse edelen.)
Ik ben de belangrijkste raadgever van de landvoogdes Margaretha van Parma.
Ik wilde het centrale bestuur in Brussel tot een succes maken.
Dat was ook nodig want de Nederlanden moesten meer belastingen opbrengen.
Er moest van mij streng worden opgetreden tegen opstandige edelen.
Met Margaretha kon ik niet zo goed opschieten. Ik vond haar optreden erg zwak en ze twijfelde voortdurend.
Later raakte mijn vorst Filips II in oorlog met de opstandige Nederlanden.
Ik heb hem toen geadviseerd om keihard op te treden.
Karel V
Karel V
Ik ben de achterkleinzoon van Karel de Stoute die in 1477 omkwam.
Ik erfde de Bourgondische Nederlanden.
Ik wilde een sterk centraal bestuur in Brussel.
Ik was ook vorst van het Habsburgse grondgebied in Spanje, Italië en Oostenrijk.
En ik werd door de Duitse keurvorsten gekozen als keizer van het Heilige Roomse Rijk. Over de overzeese gebieden heb ik het dan nog niet eens! Ik heb mijn hele leven veel gereisd om al die gebieden goed te besturen.
Ik trad hard op tegen de protestanten.
Video: Karel V
Karel V: keizer van een enorm groot rijk
Het bestuur in de Nederlanden
Elke provincie had zijn eigen standenvergadering ofwel Staten-vergadering.
Hierin zaten vertegenwoordigers van de drie standen: de adel, de geestelijkheid en de burgerij (steden).
De adel had in deze raad veel macht.
Aan het hoofd van een provincie stond een stadhouder.
Zo was Willem van Oranje stadhouder van Holland, Utrecht en Zeeland.
Het bestuur in de Nederlanden - 2
Van elke staat of provincie zaten er vertegenwoordigers in de Staten-Generaal.
De Staten-Generaal was in de 15e eeuw opgericht (Brugge, 1464).
Een vorst kon zo gemakkelijk opdracht geven voor belastingverhogingen.
Hij vroeg de Staten-Generaal dan om een bede.
Een bede was eigenlijk geen verzoek, maar een bevel om meer belasting te innen.
Het bestuur in de Nederlanden - 3
Door de instelling van een centraal bestuur in Brussel veranderde er veel.
De vorst (Karel V) wilde niet langer afhankelijk zijn van de Staten-Generaal. Hij wilde een bestuur dat alleen bestond uit ambtenaren en juristen.
Naast de Staten-Generaal richtte hij drie nieuwe bestuursonderdelen op: de Raad van State, Raad van Financiėn en Geheime Raad.
De adel en de rijke burgers waren bang dat ze door het nieuwe bestuur hun politieke macht zouden kwijtraken.
Vooral de adel was ontevreden.
Het bestuur in de Nederlanden - Landvoogdes
Raad van State
In de Raad van State, opgericht in 1531 door Karel V, zaten de adviseurs van de landvoogd(es). Deze adviseurs waren de hoogste edelen van het land. Ze adviseerden over belangrijke onderwerpen. De Raad kwam bijna nooit samen en had dus weinig macht.
Raad van Financiën
In deze raad zaten hoge ambtenaren. Ze beheerden de financiën en zorgden voor het innen van de belastingen.
Geheime Raad
Deze raad bestond uit juristen. De Geheime Raad zorgde voor nieuwe wetten.
Het begin van de Opstand
In 1566 was er veel armoede. Mensen waren ontevreden.
Ze waren ook woedend over de harde kettervervolging van protestanten. De landvoogdes Margaretha van Parma beloofde op verzoek van de adel om de vervolgingen van de protestanten te verzachten.
Veel gevluchte protestanten keerden terug.
De protestanten hielden hagenpreken. Dat waren verboden protestantse kerkdiensten in de openlucht. Mensen werden er opgeroepen tot de zuivering van Rooms-katholieke kerken.
In 1566 leidde dat tot de Beeldenstorm: Woedende groepen protestanten
vernielden heiligenbeelden en meubelen in Rooms-katholieke kerken.
Filips II stuurde naar aanleiding van de Beeldenstorm de hertog van Alva met een groot leger naar de opstandelingen in de Nederlanden.
'De Opstand' was begonnen: De opstand van de Nederlanden tegen de Spaanse overheersing.
Die strijd zou tachtig jaar duren. We noemen het 'de Tachtigjarige oorlog'.
Video: Onrust in de Nederlanden
Onrust in de Nederlanden
Fase 1: 1566 - 1572
De Beeldenstorm en het begin van de oorlog.
In 1566 vond de Beeldenstorm plaats. Filips II stuurde vanuit Spanje de hertog van Alva naar de Nederlanden om orde op zaken te stellen.
Protestanten werden hard vervolgd en onderdrukt.
Willem van Oranje werd leider van de opstandige edelen.
Hij probeerde met kleine legertjes de Spanjaarden vanuit het buitenland te bevechten.
Dat lukte niet erg goed.
Video: Willem van Oranje
Willem van Oranje: leider van de opstand in de Nederlanden
Fase 2: 1572 - 1576
Vanaf 1572 kwamen huurlegers van Willem van Oranje vanuit Duitsland naar Nederland om tegen de Spanjaarden te vechten. Ze begonnen de strijd te winnen.
De watergeuzen waren een opstandelingenleger in Nederland.
Zij veroverden vanaf zee de stad Den Briel.
De opstandelingen konden hun strijd nu verder voeren vanuit Den Briel. Steeds meer steden steunden de opstandelingen. In 1572 werden de Staten van Holland weer bij elkaar geroepen. Willem van Oranje werd stadhouder en riep godsdienstvrijheid af.
Holland en Zeeland vochten nu tegen Filips II.
In de andere provincies was Filips II nog de baas.
In 1576 werd er vrede gesloten. De Zuidelijke Nederlanden sloten zich aan bij Holland en Zeeland. Samen wilden zij de Spanjaarden wegjagen.
De naam 'geuzen' werd gebruikt als naam voor de tegenstanders van de Spanjaarden. Geuzen waren mensen uit de lage adel, avonturiers en zeelui, maar ook gewone mensen. De geuzen werden een belangrijk leger. Ze vochten ook op zee.
Hun belangrijkste daad is de inname van Den Briel op 1 april 1572. Willem van Oranje viel op hetzelfde moment vanuit het Oosten aan.
De opstandelingen hadden nu een gebied van waaruit zij de oorlog tegen de Spanjaarden voort konden zetten. Ze werden daardoor sterker.
In 1573 werden steden als Alkmaar en Leiden met hulp van de geuzen bevrijd.
Video: Beleg van Antwerpen
Beleg van Antwerpen: Spanje zet druk op de Republiek
Fase 3: 1576 - 1588
In 1579 onderwierpen de Zuidelijke Nederlanden zich opnieuw aan Filips II. Ze waren het niet eens met de vervolging van katholieken door de protestantse opstandelingen in het noorden.
De Spaanse Nederlanden verenigden zich in de Unie van Atrecht. De Noordelijke provincies en de Vlaamse steden Antwerpen en Gent verbonden zich in de Unie van Utrecht. De strijd tussen de opstandelingen en de Spanjaarden begon opnieuw.
In 1584 liet Filips II Willem van Oranje vermoorden. Dat was een zware slag voor de opstandelingen. In 1588 besloten de opstandelingen dat het hoogste gezag in het land niet langer bij een koning of vorst moest liggen, maar bij henzelf. Dat gebeurde: de soevereiniteit, het hoogste staatsgezag, kwam bij de staten te liggen. Omdat de staten vertegenwoordigd waren in de Staten-Generaal werd dat de regering van het land.
De opstandige provincies werden zo samen de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Video: Moord op Willem van Oranje
De moord op Willem van Oranje
Fase 4: 1588 - 1598
Het jaar 1588 was heel belangrijk. De opstandelingen leken de oorlog tegen Spanje te gaan verliezen.
Twee gebeurtenissen voorkwamen dat:
Filips II raakte in oorlog met Frankrijk. Dat kostte hem veel tijd.
De Armada, een grote oorlogsvloot van de Spanjaarden, verloor van de Engelsen. Met deze vloot wilde Filips vechten tegen de Nederlandse opstandelingen. Dat kon nu niet doorgaan.
De opstandige provincies hadden nu tijd om in Nederland hun zaken te regelen.
Tussen 1588 - 1598 vocht stadhouder prins Maurits, de zoon van Willem van Oranje, tegen de Spanjaarden.
Hij won de strijd. Koning Filips II werd onttroond en de Nederlanden gingen voortaan verder als een republiek.
Fase 5: De Republiek na 1600
Vanaf 1598 volgden nog vele veldslagen tussen de legers van de Republiek en de Spaanse legers.
Geen van de partijen kon echter de oorlog winnen.
In 1609 tot 1621 werd een wapenstilstand afgesproken. In die periode werd geen oorlog gevoerd.
In 1621, toen dit Twaalfjarig Bestand afliep, werd de oorlog voortgezet.
In de periode 1621 - 1648 kon geen van beide partijen de ander definitief verslaan.
In 1648 werd definitief vrede gesloten:
de vrede van Münster.
De Tachtigjarige oorlog was geëindigd.
De eerste keer dat de Staten-Generaal in Den Haag bij elkaar kwam, was aan het eind van de zestiende eeuw.
Deze nieuwe Staten-Generaal zat heel anders in elkaar dan de oude.
De Staten-Generaal van de Republiek had nu de hoogste macht en regeerde het land. Het was een vergadering van de zeven zelfstandige provincies die samen de Republiek vormden. Alleenheerschappij door een koning was niet meer mogelijk.
Uit elke provincie zaten er mensen in de Staten-Generaal in Den Haag. Meestal waren dit edelen of rijke burgers. De rijke kooplieden uit Holland en Zeeland waren erg machtig.
Iedereen die voor de overheid wilde werken, moest protestants zijn. Er zaten dus geen katholieken in de Staten-Generaal.
Bij de vrede van Münster in 1648 kreeg de Republiek het recht om de Schelde af te sluiten. Schepen konden nu niet meer naar Antwerpen varen.
De schepen voeren nu naar Amsterdam.
Amsterdam groeide uit tot een wereldhaven.
Veel mensen die werden vervolgd om hun geloof vluchtten naar Amsterdam. Zo kwamen veel Franse protestanten in Amsterdam terecht.
Dit waren hugenoten.
Land van Middeleeuwse steden
De belangrijkste steden in de 15e eeuw lagen in Vlaanderen in Belgiė. Brugge en Gent waren rijke handelssteden. Ze waren zeer machtig. De Vlaamse steden dreven handel met Engelse, Duitse en Italiaanse steden.
In het Noordoosten waren de Hanzesteden rijke steden. De belangrijkste stad in de provincie Holland was Dordrecht.
De provincie Holland werd in de 16e eeuw steeds belangrijker. De Hanzesteden werden steeds onbelangrijker.
Grote zeeschepen konden in de provincie Holland gemakkelijker terecht. Bovendien werkten de steden in Holland meer met elkaar samen.
En ze stonden samen sterk tegenover concurrenten of vijanden.
Land van Middeleeuwse Steden - 2
De steden waren economische centra in een samenleving waarin men vooral aan landbouw deed.
De steden betaalden de meeste belasting voor de vorst.
De burgers in de steden waren rijk geworden door handel. Ze kregen steeds meer macht.
De vorst legde steeds hogere belastingen op.
De rijke inwoners van de steden waren het daar niet mee eens.
Ze kregen onenigheid met de vorst.
In 1537 legde Karel V de stad Gent een zware belasting op. Er ontstond een opstand.
Karel V kwam zelf naar de stad om de inwoners te straffen. Hij ontnam hen allerlei voorrechten en hun zelfstandigheid.
Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 05 03 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.