Ik ben luthers opgevoed en kon prins worden van het prinsdom Orange.
Keizer Karel V vond dat goed, maar eiste wel dat ik rooms-katholiek werd.
Ik kreeg mijn opvoeding aan het hof in Brussel. Ik kende daar alle belangrijke mensen: Alva, Granvelle, Filips II, noem ze maar op. Ik kon best goed met hen opschieten en werd een belangrijk edelman.
Dat kwam ook omdat ik een goede band had met keizer Karel V.
Karel V werd opgevolgd door Filips II. Ik was vast van plan om trouw te zijn aan mijn nieuwe heer, Filips II. Maar toen Filips II in 1559 vertrok naar Spanje heb ik hem nooit meer gezien.
Filips II was tegen de protestanten. Daardoor werd hij uiteindelijk mijn vijand.
Als iemand me van tevoren had verteld dat ik leider zou worden van een opstand tegen Spanje zou ik dat nooit hebben geloofd.