Inleiding - Strijd tussen kerk en staat
De christelijke wereld in de Middeleeuwen viel ongeveer samen met het grondgebied van Europa. De paus stond aan het hoofd van de christelijke Kerk.
Omdat de Kerk een belangrijke rol speelde in het leven had de paus veel macht. Toch was die macht niet altijd even vanzelfsprekend. Ook de koningen hadden veel macht en kregen soms ruzie met de paus.
Investituurstrijd
De Investituurstrijd is de naam voor de machtsstrijd tussen 1075 en 1077 tussen de Duitse koning Hendrik IV en paus Gregorius VII.
Hun strijd ging over wie de bisschoppen mocht benoemen.
Koning Hendrik IV benoemde graag bisschoppen als leenman, omdat die niet mochten trouwen en geen opvolgers hadden. Na het overlijden van een bisschop kreeg de koning de leen weer terug. De koning behield zo de controle over zijn gebied.
Paus Gregorius VII wilde niet dat de koning de bisschoppen kon benoemen. Hij vond dat alleen de paus, het hoofd van de kerk, dat mocht doen.
De koning kwam in opstand, maar de paus was sterker. In 1077 werd het benoemen van bisschoppen weer een taak van de paus.
Investituurstrijd - 2
Hendrik IV
Koning Hendrik IV was de grote tegenspeler van het pauselijk gezag van Gregorius VII. In 1075 kwam het tot een uitbarsting. De paus steunde opstandige edelen tegen Hendrik. Na een benoeming van een bisschop in Milaan door Hendrik IV liep de zaak uit de hand. In een samenkomst van Duitse bisschoppen werd Gregorius VII door Hendrik afgezet. Gregorius op zijn beurt deed koning Hendrik IV en zijn medestanders in de ban.
Een groot aantal Duitse bisschoppen en edelen keerden zich tegen Hendrik. Deze had zich vergist in de macht en status van de paus. De in het nauw gedreven koning koos eieren voor zijn geld en onderwierp zich in 1077 aan de paus.
Paus Gregorius VII
Het streven van Gregorius VII naar absolute macht binnen Kerk en maatschappij stond in dienst van een religieus doel. Hij was voorstander van een maatschappij die in alle facetten was doordrongen van het christelijke geloof.
Hij wordt gezien als een belangrijk kerkhervormer die de Kerk terug wilde brengen naar zijn geestelijke idealen. Hij streed tegen allerlei vormen van machtsmisbruik en had een diepe afkeer van voorgangers die hadden geleefd als losgeslagen wereldlijke vorsten.
Kruistochten
In de late Middeleeuwen werden er kruistochten gehouden.
Het geloof speelde daarbij een belangrijke rol.
Een belangrijk doel van de kruistochten was het voeren van strijd tegen de islam. Voor veel ridders en vorsten werden de kruistochten een traditie en een bewijs van mannelijkheid.
Hebzucht en de zoektocht naar avontuur waren ook redenen om op kruistocht te gaan.
Tegenpaus
Nadat paus Gregorius II de Investituurstrijd had gewonnen ging de strijd tegen Koning Hendrik IV gewoon verder:
koning Hendrik IV benoemde zelf een paus, de tegenpaus.
Die kon op zijn grondgebied bisschoppen benoemen.
Er waren nu twee pausen. Daardoor nam de mensen de paus niet meer serieus. Zijn aanzien nam af.
Oproep tot de eerste kruistocht
De tegenpaus werd weggestuurd door paus Urbanus II.
Urbanus II ging in 1089 in Rome wonen.
In 1095 had Urbanus II een bijeenkomst met Franse, Duitse en Italiaanse bisschoppen.
Keizer Alexius van het Byzantijnse (Oost-Romeinse) rijk vroeg op die bijeenkomst de paus om militaire steun.
Hij had steun nodig omdat de Turken het Byzantijnse Rijk bedreigden.
En ook omdat het Heilige land was bezet door moslims die het islamitische geloof aanhingen.
Oproep tot de eerste kruistocht - 2
Urbanus II ging in op het verzoek van de Byzantijnse keizer. Hij zag dat als zijn christelijke plicht. Hij hoopte ook zijn aanzien te herstellen. En hij hoopte dat ridders en vorsten niet meer met elkaar vochten, maar samen strijd gingen voeren.
In 1095 predikte Urbanus II de Eerste Kruistocht.
In heel Europa werden mensen opgeroepen voor de Heilige Strijd.
De uitroep 'Deus lo Volt!' (God wil het!) werd de strijdkreet van de kruisvaarders. Het aanzien van de paus nam toe door zijn oproep tot de heilige strijd.
Resultaten van de kruistochten
In 1099 werd Jeruzalem door de kruisvaarders veroverd.
In 1187 werd Jeruzalem door de moslims weer heroverd.
In de tweehonderd jaar daarna werden nog ongeveer 9 grote kruistochten gehouden. Daarna waren de kruistochten voorbij.
Kooplieden uit Italiaanse steden als Venetië, Genua en Pisa gebruikten de kruistochten om handel te drijven in het Midden-Oosten.
Ze hadden handelsafspraken
gemaakt met de Byzantijnse keizer.
Ze werden erg rijk.
Het was daarom erg raar dat de rijke hoofdstad Constantinopel in 1204 werd geplunderd (leeggeroofd en vernield) door de (christelijke) kruisvaarders. De relatie tussen westerse en oosterse christenen was vanaf dat jaar heel slecht.
Video: Kruistochten
Wat waren de kruistochten?