Naast het christendom kwam er in de 7e eeuw een nieuwe machtige godsdienst op: de islam.
Er waren nu drie godsdiensten waarvan de aanhangers in één god geloofden:
Het jodendom, het christendom en de islam.
De drie godsdiensten zijn gebaseerd op de openbaringen van god aan Adam en Abraham.
Met die openbaringen begon het geloof (de religie).
De profeet Mohammed kreeg volgens volgelingen van de islam de opdracht om deze religie opnieuw te verspreiden.
Ontstaan van de islam
In de 6e eeuw woonden in de Arabische wereld verschillende stammen.
De leefomstandigheden waren moeilijk. Om te kunnen overleven moesten mensen bij een stam horen. Mensen waren erg trouw aan hun stam.
Elke stam had zijn eigen wetten. Veel stammen waren vijanden van elkaar. Ruzies tussen stammen leidden vaak tot eindeloze oorlogen.
De opkomst van de islam vanaf de 7e eeuw is een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis. Het nieuwe geloof zorgde voor eenheid: Arabische stammen vochten steeds minder met elkaar.
Lang voor de islam ontstond was Mekka al een belangrijke religieuze stad. Mekka was een rijke stad. Geweld was er verboden en er werd veel handel gedreven.
In Mekka werd de Ka'aba aanbeden. Dat is een vierkant bouwwerk rondom een zwarte meteoriet.
Mohammed
Rond het jaar 570 werd Mohammed geboren in de stad Mekka. Mohammed werd koopman.
Op zijn handelsreizen ontmoette hij christenen en joden.
Mohammed dacht veel na over hun godsdienst waarin maar één God werd aanbeden.
Ook ongelijkheid en onrecht in de maatschappij hadden de aandacht van Mohammed:
Hij keurde het af dat rijke mensen zich niets aantrokken van de armoede om zich heen.
Ook de stammenoorlogen in de gebieden rondom Mekka vond hij niet goed.
Hij bedacht dat de komst van een nieuwe profeet de problemen van de Arabieren zou oplossen.
Mohammed als profeet
In oude verhalen staat dat Mohammed in 610 bezoek kreeg van de aartsengel Gabriël. De engel riep hem op om als profeet de boodschap van God te verspreiden. Mohammed begon de boodschap van God aan het Arabische volk te vertellen.
Hij schreef de boodschap ook op. Het boek dat daaruit voortkwam heet de Koran. In de Koran staat:
'Allah (Arabisch woord voor God) is de enige en almachtige God.'
Allah schiep de mens en gaf hem voedsel en kleding.
Allah gaf de mensen ook regels waaraan ze zich moesten houden: de Sharia.
In ruil vroeg Allah dankbaarheid in de vorm van het gebed (Salaat) en zorg voor de armen.
Samen vormt dit 'de islam': de 'overgave aan Allah'. Aanhangers van de islam heten 'moslims'.
Mohammed zocht een oplossing voor de problemen in zijn streek. Hij stelde de Oemma in: de wereldwijde gemeenschap van moslims. Leden van de Oemma waren verplicht elkaar te helpen bij aanvallen van buitenaf. Zo probeerde hij de eenheid te bevorderen en een einde te maken aan de stammenoorlogen.
De verspreiding van de islam
Aanhangers van de islam moesten verplicht het geloof verspreiden. Dat deden ze met geweld. De Arabische legers waren erg sterk. Ze veroverden grote gebieden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika. In West-Europa werd in de 8e eeuw het Iberisch schiereiland (nu: Spanje en Portugal) veroverd.
Van Mekka naar Medina
De jaartelling van de islam begint in 622 met de vlucht van Mohammed naar Medina. Rijke mensen in Mekka waren het oneens met Mohammed. Ze vonden de islam een bedreiging voor hun handel.
Mohammed moest in 622 vluchten en trok naar Medina.
De stammen waren daar in oorlog met elkaar.
Zij wilden zich wel bekeren tot de islam als daardoor de oorlogen werden beëindigd.
Voor moslims zijn Medina, Mekka en Jeruzalem heilige steden.
Het zijn bedevaartsoorden.
Verovering van Mekka
Mohammed besloot om vanuit Medina een jihad (heilige oorlog) te voeren tegen Mekka.
Hij sloot bondgenootschappen met stammen in de omgeving van Mekka. Zo verzwakte hij de stad.
Na een jarenlange strijd kon Mohammed de stad innemen. Hij verklaarde de Ka'ba als centraal heiligdom van de islam.
Sjiieten en Soennieten
In 632 stierf Mohammed. Er ontstond al snel ruzie over wie hem moest opvolgen. De Soennieten waren een groep trouwe aanhangers van Mohammed. Ze zagen zichzelf als zijn opvolgers.
Een andere groep, de Sjiieten, vond dat alleen familieleden van Mohammed hem mochten opvolgen.
De Soennieten kozen Aboe Bakr, Mohammed's trouwste vriend, als leider.
Later werd iemand uit de groep van de Sjiieten de leider:
de neef van Mohammed, Ali ibn Abi Talib. Hij werd vermoord.
Daarna kwam er opnieuw een leider die tot de Soennieten behoorde.
Hiermee ontstond een strijd tussen de twee groepen moslims, een broederstrijd tussen de Soennieten en Sjiieten.
Deze strijd duurt nu nog steeds voort.
Uitbreiding van de islam
De opvolgers van Mohammed breidden het Arabische rijk flink uit door oorlogen te voeren.
Ze voerden hun 'heilige oorlog', de 'jihad', tegen veel landen. Ze veroverden grote delen van het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Ook Spanje werd ingenomen.
Tenslotte werden ze in 732 bij de stad Poitiers in Frankrijk tegengehouden door de Franken.
Het arrangement Geschiedenis Tijdvak 03 02 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.