stap 1
Verschillende uitgaven
Hieronder zie je een aantal verschillende uitgaven van een gezin.
1 brood |
5 huur woning |
9 nieuwe schoenen |
2 kaas |
6 gas en elektra |
10 reparatie wasmachine |
3 melk |
7 krantenabonnement |
11 nieuwe computer |
4 rijst |
8 contributie muziekschool |
12 reparatie fiets |
- Wat is het verschil tussen de producten in het 1e rijtje en de producten in het 2e rijtje?
- Schrijf op wat het verschil is tussen het 2e rijtje en het 3e rijtje.
Bestudeer nu de eerste pagina van het onderdeel:
Bekijk nogmaals de drie kolommen met uitgaven.
- In welke kolom gaat het om dagelijkse uitgaven?
- In welke kolom gaat het om vaste uitgaven?
- In welke kolom gaat het om incidentele uitgaven?
stap 2
Edwin en Bianca zijn het niet met elkaar eens.
Volgens Edwin behoren de telefoonkosten van zijn abonnement tot de dagelijkse uitgaven; je maakt immers iedere dag gebruik van je telefoon.Volgens Bianca behoren de telefoonkosten tot de vaste uitgaven; je betaalt maar één keer per maand.
1. Wie heeft er volgens jou gelijk? Leg je antwoord uit.
Bianca haar jongere zusje Yvonne mag geen abbonement van hun ouders, maar krijgt beltegoed.
2. Tot welke uitgaven behoort het beltegoed van Yvonne? Leg je antwoord uit.
3. Kan jij zelf nog een voorbeeld noemen van kosten waar jezelf over twijfelt tot welke uitgaven deze behoort? Schrijf een voorbeeld op en leg uit tussen welke twee uitgaven je twijfelt en waarom.
stap 3
Schrijf of type eerst 3 soorten uitgaven die er zijn naast elkaar (houd genoeg ruimte er tussen).
dagelijkste uitgaven, vaste lasten Incidentele uitgaven
Zet nu onderstaande uitgaven in het juiste rijtje:
1 boodschappen |
5 winterjas |
9 bioscoop |
2 nieuwe computer |
6 auto verzekering |
10 kapper |
3 huur woning |
7 aanschaf auto |
11 vakantie |
4 abbonement sportschool |
8 benzine |
12 gas/water/ licht
|
dagelijkste uitgaven, vaste lasten Incidentele uitgaven
1. boodschappen 3. huur woning 2. nieuwe computer
antwoorden
stap 1
1. + 2
1e rijtje boodschappen (dagelijkste uitgaven)
2e rijtje uitgaven die je iedere maand hebt (vaste lasten)
3e rijtje uitgaven die je soms hebt en duurder zijn (incidentele uitgaven)
3. eerste rijtje
4. tweede rijtje
5. derde rijtje
stap 2
1. Bianca heeft gelijk. Vaste lasten komen steeds terug op een vast moment.
2. Beltegoed is een kleine uitgaven die je regelmatig doet. Misschien niet dagelijks of wekelijks, maar hij behoort wel tot je dagelijkste uitgaven.
3. Voorbeelden waardoor je kunt twijfelen zijn bijvoorbeeld de bioscoop en de kapper.
Als iemand bijna nooit naar de bioscoop gaat dan denk je al snel dat het een incidentele uitgave is. Incidentele uitgaven doe je inderdaad heel soms, maar het gaat ook om grotere uitgaven zoals een vakantie of een nieuwe wasmachine. En al ga je niet dagelijks naar de bioscoop het is wel een dagelijkse uitgaven (een klein bedrag dat je uit de huishoud portemonee kunt betalen).
Als je vader elke maand naar de kapper gaat dan lijken het wel vaste lasten. Maar vaste lasten keren inderdaad regelmatig (iedere maand/ kwartaal/ terug) toch valt de kapper daar niet onder. Als je vader niet naar de kapper gaat hoeft hij ook niet te betalen. Vaste lasten betaal je dus altijd, je zit er meer aan vast. De kapper is ook een kleiner bedrag dat je uit de huishoudportemonee betaalt en dus dagelijkse kosten.
Stap 3
dagelijkste uitgaven, vaste lasten Incidentele uitgaven
1. boodschappen 3. huur woning 2. nieuwe computer
8. benzine 4. abbonement sportschool 5. winterjas
9. bioscoop 6. autoverzekering 7. aanschaf auto
10. kapper 12. gas/water/licht 11. vakantie