Aletta Jacobs was een belangrijk voorvechtster voor de rechten van vrouwen.
Als eerste vrouw werd zij toegelaten tot een universiteit. In 1922 kon zij voor het eerst zelf stemmen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Na haar hebben nog veel andere vrouwen gestreden voor een aan de man gelijke positie.
In de volgende video krijg je een korte kijk op haar leven.
Feministische golf
De eerste groep vrouwen begon aan het eind van de 19de eeuw te strijden voor belangrijke rechten, zoals het vrouwenkiesrecht. Dit wordt de eerste feministische golf genoemd.
Doorbreken vaste rolverdeling
In de jaren zestig van de twintigste eeuw kwam er een tweede feministische golf. Die tweede feministische golf richtte zich nog steeds op een voor de wet gelijkwaardige positie van de vrouw. Daarnaast had men een nieuw doel: het doorbreken van de vaste rolverdeling tussen man en vrouw.
Probleemstelling
Grondwet 1848
In de grondwet van 1848 werden voor het eerst de grondrechten van burgers vastgelegd, waaronder de vrijheid van meningsuiting. Bovendien voerde de grondwet rechtstreekse verkiezingen van het parlement in. In de praktijk betekende dat dat ongeveer 10 procent van de mannen actief kiesrecht had.
In 1917 werd het algemeen kiesrecht ingevoerd – voor mannen – en twee jaar later ook het actief vrouwenkiesrecht.
Vrouwenemancipaptie
De emancipatie van de vrouw was een goed voorbeeld van de toenemende democratisering in de 19de eeuw. Steeds meer mensen namen deel aan het politieke proces. Daardoor konden ze zorgen voor veranderingen in de samenleving.
Eindproduct:
Je schrijft een artikel voor het fictieve tijdschrift Oud&Nieuw.
Het blad richt zich op mensen die aan het inburgeren zijn in Nederland.
In je artikel leg je uit dat de gelijke positie van vrouwen en mannen ongeveer een eeuw oud is en hoe die gelijkwaardigheid tot stand is gekomen.
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag en deelvragen
Hoofdvraag:
In hoeverre is vrouwenemancipatie verbonden met de emancipatie van andere groepen in de samenleving?
Deelvragen:
Bedenk zelf welke onderliggende deelvragen je moet beantwoorden om tot een antwoord op de hoofdvraag te komen.
Wat ga je leren?
Domein A: Historisch besef
A4 Verandering en continuïteit
Je kunt in historische processen de samenhang tussen veranderingen en continuïteit beschrijven.
Je kunt de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
A5 Historische vraag en bronnen
Je kunt een vraag formuleren.
Je kunt voor een vraag bruikbaar bronnenmateriaal verwerven en gegevens eruit selecteren.
Domein B: Oriëntatiekennis
Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken;
In deze opdracht spelen de volgende kenmerkende aspecten uit
tijdvak 8 een rol:
De opkomst van emancipatiebewegingen.
Voortschrijdende democratisering, met deelname van steeds meer mannen en vrouwen aan het politieke proces.
De opkomst van politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, nationalisme, socialisme, confessionalisme en feminisme.
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst.
feminisme
grondwet
grondrechten
staatsburgerschap
emancipatie
maatschappelijke stromingen
democratisering
Wat ga je doen?
Activiteiten
Stap
Activiteit
Wat kan ik al?
Wat weet je nog over emancipatie? Je haalt je voorkennis op.
Stap 1
Je leest de informatie over emancipatiebewegingen, democratisering en politiek-maatschappelijke stromingen. Ook kijk je video's over dit onderwerp. Aan de hand van de Kennisbanken en de video's beantwoord je een aantal vragen.
Stap 2
Je noemt twee gevolgen van de Industriële Revolutie die de democratisering bevorderde.
Stap 3
Je gebruikt de informatie over het leven van Klaas Ris om verschillende kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw te illustreren.
Stap 4
Je gebruikt een dagboekfragment van Aletta Jacobs om verschillende kenmerkende aspecten van de negentiende eeuw te illustreren.
Stap 5
Je bespreekt waarom vrouwen protesteerden tegen de Arbeidswet van 1890.
Afronding
Onderdeel
Activiteit
Begrippenlijst
Hier vind je de begrippen die passen bij de opdracht.
Eindproduct
Je presenteert je antwoord op de hoofdvraag op een poster.
Video's en bronnen
Hier vind je bronnen die passen bij deze opdracht.
Examenvragen
Hier vind je bij de opdracht passende examenvragen.
Terugkijken
Terugkijken op de opdracht.
Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is ongeveer 7 SLU.
Wat kun je al?
Wat weet je nog over de emancipatie en de democratisering?
Je kunt je geheugen opfrissen met behulp van het volgende onderdeel uit de Kennisbank onderbouw.
Denk je dat jij nog voldoende kennis hebt? Maak dan eerst de toets. Scoor je een voldoende? Dan hoef je de Kennisbank die hieronder staat niet te lezen. Scoor je onvoldoende? Dan moet je de volgende Kennisbank alsnog bestuderen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
Bestudeer de onderdelen uit de Kennisbank geschiedenis tweede fase.
Besteed aan ieder onderwerp ongeveer een half uur. Maak tijdens het bestuderen van de onderwerpen aantekeningen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.
De eerste Arbeidswet van 1889 werd ingevoerd door de rooms-katholieke Gustave Louis Marie Hubert Ruijs de Beerenbrouck. De wet hield in dat er een arbeidsverbod was voor kinderen onder de 12 jaar. Vrouwen en kinderen onder de 16 jaar mochten maximaal elf uur per dag werken. Ook werd het verboden op zondag te werken en kwam er een arbeidsinspectie. De Arbeidswet verbood ook vrouwen die op gevaarlijke plekken werkte, zoals fabrieken en werkplaatsen, te gaan werken binnen 4 weken na de bevalling.
Maak de examenopdracht.
Afsluiting
Begrippenlijst
Feminisme
Emancipatiestrijd van vrouwen die ernaar streeft dat vrouwen dezelfde rechten krijgen als mannen.
Grondwet
De grondwet is het belangrijkste staatsdocument van Nederland. In de Grondwet staan de regels voor onze staatsinrichting en voor de grondrechten van de burgers. Andere wetten moeten de bepalingen van de Grondwet in acht nemen. De Grondwet heeft acht hoofdstukken en een bijlage met toegevoegde artikelen.
Grondrechten
Grondrechten zijn rechten die beogen mensen de gelegenheid te geven zich zo goed mogelijk te ontplooien.
Staatsburgerschap
Status waarbij je volwaardig deel uitmaakt van een staat met de daarbij behorende plichten en rechten.
Emancipatie
Emancipatie is het streven naar en de ontwikkeling van gelijke rechten en zelfstandigheid voor groepen die eerst werden gediscrimineerd en/of achtergesteld.
Politiek-maatschappelijke stromingen
In de 19e eeuw waren en nog geen politieke partijen in Nederland. Wel waren er groepen mensen met dezelfde opvatting over hoe het land bestuurd zou moeten worden. Bijvoorbeeld de rijke fabrikanten die hoorden bij de liberale stroming, de arbeiders bij de socialistische stroming. Katholieke en protestantse arbeiders hoorden vaak bij de confessionele stroming.
Democratisering
Steeds meer groepen krijgen door inspraak invloed op het bestuur en de politiek.
Eindproduct: Poster
Deelvragen en hoofdvraag beantwoorden
Werk samen met klasgenoot.
Bedenk de deelvragen die jullie nodig hebben om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden.
Onder het knopje 'Video's en bronnen' vinden jullie enkele video's en bronnen bij dit onderwerp.
Bekijk de video's en bestudeer de bronnen.
Probeer de deelvragen te beantwoorden.
Zoek eventueel aanvullend bronnenmateriaal.
Beantwoord vervolgens de hoofdvraag.
Poster
Maak samen een beeldplan voor een poster.
Zorg voor een logische indeling. Welke deelvragen willen jullie beantwoorden op de poster?
Schrijf korte tekstjes en zoek passende beelden. Bekijk de beoordelingscriteria.
Pas de poster eventueel nog wat aan.
Maak je liever een ander eindproduct bij deze hoofdvraag?
Ga met een onderbouwd voorstel naar je docent. Informeer dan ook of er andere beoordelingseisen zijn.
Beoordeling
In je product moet duidelijk worden dat je kennis hebt van:
De geschiedenis van emancipatiebewegingen en vrouwenemancipatie in het bijzonder.
De verschillende stappen in de democratisering van Nederland.
De (opkomst van) politiek-maatschappelijke stromingen: liberalisme, [nationalisme] socialisme, confessionalisme en feminisme.
Op een informatieve poster kun je laten zien wat de belangrijkste delen van de lesstof zijn. Ook kun je weergeven hoe bepaalde delen zich tot elkaar verhouden.
Video's en bronnen
Op internet zijn er veel geschiedenisvideo's te vinden.
De volgende video's van Joost van Oort passen bij deze opdracht.
Op deze pagina vind je een of meerdere examenvragen.
De vragen sluiten zo goed mogelijk aan bij de opdracht die je net hebt afgerond.
Maak bij het beantwoorden ook gebruik van wat je al eerder geleerd hebt.
Als je de vraag niet kunt beantwoorden, probeer het dan later opnieuw.
Nadat je de vragen beantwoord hebt, kun je de vraag zelf nakijken en je score aangeven.
Lees de probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
Past de probleemstelling goed bij de opdracht?
Kan ik wat ik moet kunnen?
Zorg dat je de kenmerkende aspecten die horen bij de opdracht kunt noemen.
Kun je de genoemde begrippen omschrijven.
Hoe ging het?
Tijd
Bij de activiteiten stond een studiebelasting van ongeveer 7 SLU. Klopte dat een beetje?
Inhoud
Was de inhoud van de opdracht nieuw voor je of wist je het meeste al?
Schrijf op wat nieuw voor je was.
Eindopdracht
Ben je tevreden over het eindproduct dat jullie hebben gemaakt?
Schrijf op wat je goed vindt aan het eindproduct. Schrijf ook een ding op dat je minder goed vindt.
Afsluiting
Heb je de examenvragen gemaakt?
Was je goed voorbereid op deze vragen?
Het arrangement 08.3 Emancipatie en democratisering h45 is gemaakt met
Wikiwijs van
Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt,
maakt en deelt.
Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:
het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.
De opdracht 'Emancipatie en democratisering' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.
Fair Use
In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
Meer informatie: Fair use
Vragen
Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de helpdesk van VO-content.
Aanvullende informatie over dit lesmateriaal
Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:
Toelichting
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 8 met het onderwerp: Emancipatie en democratisering. Emancipatie is het streven van groepen in de samenleving om een achtergestelde positie om te zetten in een volwaardige positie. Arbeiders gingen zich organiseren om materiële en concrete verbeteringen te bereiken zoals betere werkomstandigheden, een eerlijk loon en betere huisvesting. Ze richtten vakbonden op en er werd een politieke partij opgericht die voor deze groep opkwam. De emancipatie van vrouwen uit de arbeidersklasse ging op in de algemene strijd naar gelijke rechten en verbetering van de omstandigheden van de arbeidersklasse. Feministen gaven eigen kranten uit, demonstreerden, hadden eigen verenigingen, boden petities aan, enz. Het zorgde uiteindelijk voor, onder andere, gelijk kiesrecht voor mannen en vrouwen. De katholieken streefden naar een volwaardige positie van het katholieke volksdeel in de maatschappij door actief te worden in de politiek en door het oprichten van de landelijke katholieke kiesvereniging. De emancipatie van de protestanten richtte zich vooral op de gelijkberechtiging van het confessionele onderwijs met het openbare onderwijs en dit werd vooral gedaan door het oprichten van een politieke partij. Zowel de katholieken als de protestanten konden door de acties eigen scholen oprichten. Over het algemeen is de grondwet aangepast waardoor er meer vrijheid kwam voor godsdienst en onderwijs. Het onderwijs zelf verbeterde ook. Personen die een belangrijke rol hebben gespeeld in deze periode zijn: Pieter Jelles Troelstra, Aletta Jacobs, Herman Schaepman en Abraham Kuyper. Ook ontstonden er politiek-maatschappelijke stromingen zoals het socialisme, nationalisme, feminisme, confessionalisme en het liberalisme. Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap. Na de Franse revolutie kreeg de vorst minder macht. In Nederland gebeurde dit na de grondwetswijziging van Thorbecke in 1848. In deze wijziging stond de scheiding der machten (trias politica), grondrechten, ministeriële verantwoordelijkheid, rechtstreekse verkiezingen, Tweede Kamer controleert, openbare vergaderingen, recht op amendement en onderzoek en het opstellen en openbaar maken van de jaarlijkse begroting. Na 1848 was er meer economische en politieke vrijheid, kwam er de eerste sociale wetgeving en de regering begon zich in verschillende partijen te organiseren. Daarnaast werd het kiesrecht uitgebreid. Het materiaal bespreekt daarnaast nog 'IR en democratisering', 'Klaas Ris', 'Aletta Jacobs' en 'vrouwenstaking'. Begrippen die nog bij deze les horen zijn staatsburgerschap en politiek-maatschappelijke stromingen.
Leerniveau
HAVO 4;
HAVO 5;
Leerinhoud en doelen
De tijd van burgers en stoommachines (1800 - 1900);
Geschiedenis;
Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 8 met het onderwerp: Emancipatie en democratisering. Emancipatie is het streven van groepen in de samenleving om een achtergestelde positie om te zetten in een volwaardige positie. Arbeiders gingen zich organiseren om materiële en concrete verbeteringen te bereiken zoals betere werkomstandigheden, een eerlijk loon en betere huisvesting. Ze richtten vakbonden op en er werd een politieke partij opgericht die voor deze groep opkwam. De emancipatie van vrouwen uit de arbeidersklasse ging op in de algemene strijd naar gelijke rechten en verbetering van de omstandigheden van de arbeidersklasse. Feministen gaven eigen kranten uit, demonstreerden, hadden eigen verenigingen, boden petities aan, enz. Het zorgde uiteindelijk voor, onder andere, gelijk kiesrecht voor mannen en vrouwen. De katholieken streefden naar een volwaardige positie van het katholieke volksdeel in de maatschappij door actief te worden in de politiek en door het oprichten van de landelijke katholieke kiesvereniging. De emancipatie van de protestanten richtte zich vooral op de gelijkberechtiging van het confessionele onderwijs met het openbare onderwijs en dit werd vooral gedaan door het oprichten van een politieke partij. Zowel de katholieken als de protestanten konden door de acties eigen scholen oprichten. Over het algemeen is de grondwet aangepast waardoor er meer vrijheid kwam voor godsdienst en onderwijs. Het onderwijs zelf verbeterde ook. Personen die een belangrijke rol hebben gespeeld in deze periode zijn: Pieter Jelles Troelstra, Aletta Jacobs, Herman Schaepman en Abraham Kuyper. Ook ontstonden er politiek-maatschappelijke stromingen zoals het socialisme, nationalisme, feminisme, confessionalisme en het liberalisme. Democratisering is het streven naar politieke medezeggenschap. Na de Franse revolutie kreeg de vorst minder macht. In Nederland gebeurde dit na de grondwetswijziging van Thorbecke in 1848. In deze wijziging stond de scheiding der machten (trias politica), grondrechten, ministeriële verantwoordelijkheid, rechtstreekse verkiezingen, Tweede Kamer controleert, openbare vergaderingen, recht op amendement en onderzoek en het opstellen en openbaar maken van de jaarlijkse begroting. Na 1848 was er meer economische en politieke vrijheid, kwam er de eerste sociale wetgeving en de regering begon zich in verschillende partijen te organiseren. Daarnaast werd het kiesrecht uitgebreid. Het materiaal bespreekt daarnaast nog 'IR en democratisering', 'Klaas Ris', 'Aletta Jacobs' en 'vrouwenstaking'. Begrippen die nog bij deze les horen zijn staatsburgerschap en politiek-maatschappelijke stromingen.
Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten
terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI
koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI
koppeling aan te gaan.
Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.
Arrangement
Oefeningen en toetsen
Emancipatie en democratisering
Emancipatie en democratisering
IMSCC package
Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.
Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat
alle
informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen
punten,
etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.
Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en
het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op
onze Developers Wiki.