02.1 De ideale staatsvorm h45

02.1 De ideale staatsvorm h45

De ideale staatsvorm

Intro en probleemstelling

Verschillende staatsvormen

In de tijd van Grieken en Romeinen bestonden er verschillende staatsvormen: democratieën, aristocratieën, monarchieën en mengvormen van deze drie. Tegenwoordig zijn er nog steeds verschillende staatsvormen. Die verschillen van de inrichting van het bestuur in de klassieke Oudheid. Maar de drie basisvormen van bestuur zijn nu nog steeds hetzelfde:

  • één persoon heeft de macht,
  • een beperkte groep mensen neemt de beslissingen,
  • iedereen mag over alle besluiten meebeslissen.


Wel of geen democratie?
Op veel plaatsen in de wereld wordt het idee ‘de meeste stemmen gelden’ gezien als het eerlijkste uitgangspunt voor een politiek systeem. Toch heeft dit democratische principe ook nadelen.
In de Oudheid dacht men al na over de voor- en nadelen van de verschillende bestuursvormen. De filosoof Plato was een tegenstander van de democratie. Hij vond het niet logisch om mensen te laten meebeslissen over zaken waar ze geen verstand van hebben. De staatsman Perikles was juist trots op de democratie: "Omdat ons bestuur in handen is van velen en niet van enkelen, verzekeren onze wetten gelijk recht aan allen."

Probleemstelling

Lees de volgende twee stellingen:

  • Het maken van keuzes kan niet aan de burgers worden toevertrouwd. Zij kunnen niet de juiste afweging maken in complexe zaken.
  • Wat burgers willen is vaak tegenstrijdig. Veel mensen hechten aan sociale zekerheid, maar weinig mensen willen veel belasting betalen.

In deze opdracht onderzoek je hoe men in de Oudheid over politiek en burgerschap dacht. Je kijkt of de argumenten die men in de Oudheid gebruikte in de discussies over de ideale staatsinrichting nog steeds voorkomen.

Aan het eind van de opdracht houden jullie een debat over de vraag of democratie de ideale staatsvorm is.

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag en deelvragen

Hoofdvraag:
Is democratie de ideale staatsvorm?

Deelvragen:

  1. Welke voordelen had de democratische staatsvorm volgens denkers in de Oudheid?
  2. Wat was de kritiek in de Oudheid op de uitgangspunten van de democratie?
  3. Welke voor- en nadelen hebben de alternatieve staatsvormen volgens de klassieke denkers?
  4. Zijn in onze moderne democratieën de nadelen verbeterd die men in de Oudheid aan de democratie toeschreef?
  5. Hoe kun je eigenlijk beoordelen welke staatsvorm het beste is?

Wat ga je leren?

Domein A: Historisch besef

  • Je kunt de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
  • Je kunt bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met:
    • het onderscheid tussen feiten en meningen.
    • tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie jij zelf.
    • de rol van waardepatronen in heden en verleden.
    • het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.

Domein B: Oriëntatiekennis

  • Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
  • In deze opdracht speelt het volgende kenmerkende aspect uit tijdvak 2 een rol:
    • De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat

Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst:

  • aristocratie
  • dictatuur
  • directe democratie
  • indirecte democratie
  • monarchie
  • oligarchie.

Wat ga je doen?

Activiteiten

Stap

Activiteit

Wat kan ik al?

Wat weet je nog over de Griekse en Romeinse staatsvormen? Je haalt je voorkennis op.

Stap 1

Je leest de informatie over de ontwikkeling van wetenschappelijk denken. Ook kijk je hier een video over. Aan de hand van de Kennisbank en de video beantwoord je een aantal vragen.

Stap 2 Met een kleroterion werd (willekeurig) bepaald welke burgers mochten deelnemen aan juryrechtbanken. Je bedenkt waarom het gebruik van een kleroterion de democratie in Athene beschermt.

Stap 3

Je bestudeert twee bronnen van Perikles en bekijkt de betrouwbaarheid van deze bronnen.

Afronding

Onderdeel

Activiteit

Begrippenlijst

Hier vind je de begrippen die passen bij de opdracht.

Eindproduct

Je bereidt een debat voor en voert deze uit.

Bronnen en video's

Hier vind je bronnen die passen bij deze opdracht.

Terugkijken

Terugkijken op de opdracht.


Tijd
De studiebelasting voor deze opdracht is 4 à 5 SLU.

Wat kun je al?

Wat weet je nog over de Griekse en Romeinse regeringsvormen? Je kunt je geheugen opfrissen met behulp van de volgende onderdelen uit de Kennisbank onderbouw.

Denk je dat jij nog voldoende kennis hebt? Maak dan eerst de toets.
Scoor je een voldoende? Dan hoef je de Kennisbanken niet te lezen.
Scoor je onvoldoende? Dan moet je de Kennisbanken alsnog bestuderen.

De Griekse beschaving

Romeinse Rijk

Aan de slag

Stap 1: Kennisbank

Bestudeer het onderdeel uit de Kennisbank geschiedenis tweede fase.
Maak tijdens het bestuderen van het onderwerp aantekeningen.

De ontwikkeling van wetenschappelijk denken

Kijk ook de volgende video van SchoolTV over de Griekse polis. Vul je aantekeningen aan.
Beantwoord daarna de Kennisbankvragen.

Stap 2: Kleroterion

Maak de volgende opdracht.

Stap 3: Perikles

Perikles (495-429 v.Chr.) was een belangrijk staatsman in de Atheense stadstaat.
Hij stond bekend om zijn welsprekendheid en zijn democratische ideeën.

Afsluiting

Begrippenlijst

Aristocratie
Grieks voor "regering van de besten". Een land dat geregeerd wordt door een groep mensen uit rijke en belangrijke families.
Dictatuur
Benaming voor een land of regeringsvorm waarin één groep of één persoon alle macht heeft.
Directe democratie
Bestuursvorm waarbij burgers zelf direct invloed uitoefenen op het wetgevingsproces.
Indirecte democratie
Een regeringsvorm waarbij de bevolking een aantal volksvertegenwoordigers kiest die het land besturen. Wordt ook wel parlementaire of representatieve democratie genoemd.
Monarchie
Een regeringsvorm waarbij een vorst aan het hoofd staat die zijn positie door erfopvolging heeft verkregen.
Oligarchie
Bij een oligarchie is de macht in handen van een kleine groep mensen uit de hogere klassen. Buitenstaanders worden door die groep uitgesloten.

Eindproduct: Debat

Bronnen
Onder de knop 'Video's en bronnen' vind je de bron 'Regeringsvormen: democratie, aristocratie, oligarchie, etc.'. Lees deze teksten goed door. Zorg dat je weet wat de verschillende regeringsvormen inhouden.

Onder de knop 'Bronnen' vind je ook de bron 'Demagogen': een samenvatting van een artikel van Anton van Hooff uit het Historisch Nieuwsblad. Lees de samenvatting helemaal door. Maak tijdens het doornemen aantekeningen.

De derde bron die je onder de knop 'Bronnen' vindt, is de bron 'Plato tegen democratie'. Lees ook deze bron door. Maak weer aantekeningen.

Tenslotte vind je onder de knop 'Bronnen' een artikel van Ronald van Raak van de opiniepagina van De Volkskrant. Het artikel heeft als kop 'Partijen democratie overleeft Maurice de Hond'. Het artikel gaat over het nut van referenda en opiniepeilingen. Neem ook dit artikel door.

Informatieverwerking en meningsvorming

  • Beantwoord samen met een klasgenoot de deelvragen 1 tot en met 4 uit de intro.
    Maak bijvoorbeeld een of meer schema's om alle gegevens overzichtelijk op een rijtje te zetten.
  • Beantwoord vervolgens deelvraag 5: 'Hoe kun je eigenlijk beoordelen welke staatsvorm het beste is?' Bepaal nu samen welk standpunt jullie zouden willen innemen tijdens het debat.
  • Bedenk welke argumenten je 'tegenstanders' in het debat zullen aandragen voor andere standpunten dan jullie standpunt. Welke tegenargumenten kunnen jullie daarop in het debat inbrengen?
  • Bedenk ook welke tegenargumenten tegen jullie standpunt door jullie 'tegenstanders' in het debat naar voren gebracht zullen worden. Welk weerwoord hebben jullie hierop?

Voorbereiden, houden en nabespreken van het debat
Er zijn verschillende websites met informatie over debatteren.
Kijk maar eens op een van de volgende sites:
Op weg naar het Lagerhuis
Nederlands Debat Instituut

Jullie geven antwoord op de vraag: "Is democratie de ideale staatsvorm?"
Dat doen jullie door jullie voor te bereiden op een debat waarin deze vraag centraal staat.

Tip voor de nabespreking
Zijn er in het debat argumenten genoemd die ook door de denkers uit de Oudheid zijn gebruikt? Denk daarbij aan het argument van Plato. Die vond dat het niet logisch is om mensen te laten meebeslissen over zaken waar ze geen verstand van hebben.

Beoordeling
Jouw bijdrage aan het debat krijgt een positieve beoordeling als:

  • Je bijdrage eraan bijdraagt dat in het debat de hoofdvraag en alle deelvragen worden beantwoord.
  • Jij je uitspraken ondersteunt met behulp van argumenten.
  • Je argumenten kunt ontlenen aan Griekse of Romeinse denkers.
  • Je goed onderscheid maakt tussen feiten en meningen.
  • Je een actieve houding laat zien tijdens de voorbereidingen en het debat.

Weging

  • 40 % mate van volledigheid.
  • 40 % beheersing van de vaardigheid.
  • 20 % uitvoering van je eindproduct.

Debat voeren

Bij een debat hebben twee of meer mensen een verschillende mening over een onderwerp. Deze standpunten worden helder in beeld gebracht door argumenten voor het eigen standpunt te geven, of door de argumenten van de ander met tegenargumenten te bestrijden.

 

Video's en bronnen

Op internet zijn er veel geschiedenisvideo's te vinden.
De volgende video van Joost van Oort past bij deze opdracht:

Video: De Griekse stadstaat

Hieronder vind je vier verschillende bronnen.

Terugkijken

Intro + probleemstelling

  • Lees de probleemstelling van deze opdracht nog eens door.
    Past de probleemstelling goed bij de opdracht?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Zorg dat je het kenmerkende aspect dat past bij deze opdracht kunt noemen.
  • Kun je de genoemde begrippen omschrijven.

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond een studiebelasting van 4 à 5 SLU. Klopte dat een beetje?
    Konden jullie in die tijd ook het debat houden? Vond je dat de tijd tussen voorbereiden/debat voeren/nabespreken goed verdeeld was? Wat had in jouw ogen beter gekund?
  • Inhoud
    Kende je de genoemde regeringsvormen al? Welke regeringsvorm was nieuw voor je? Kun je uitleggen waarom de oorsprong van onze huidige democratie in de Griekse oudheid ligt?
  • Eindopdracht
    Ben je tevreden over jouw rol in het debat?
    Schrijf op wat je goed vond gaan tijdens het debat. Schrijf ook een ding op dat je minder goed vond gaan.
  • Het arrangement 02.1 De ideale staatsvorm h45 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2021-08-18 14:05:13
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    De opdracht 'De ideale staatsvorm' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO in opdracht van Stichting VO-content.

    Fair Use
    In de Stercollecties van VO-content wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Vragen
    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via de
    helpdesk van VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Deze les valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor geschiedenis voor havo, leerjaar 4 en 5. Dit is tijdvak 2 met het onderwerp: De ideale staatsvorm. De filosofie is oorspronkelijk gericht op het zoeken naar kennis. Het Griekse concept van "polis" (stadstaat) en de machthebbers die economische, militaire en politieke macht hadden vanwege hun bezittingen, beïnvloedden het denken. Griekse denkers zoals Thales, Herakleitos, Parmenides en Demokritos probeerden natuurverschijnselen te verklaren zonder bovennatuurlijke krachten. Door de toenemende handel en rijkdom, kwamen er 'nieuwe' rijken zoals grootgrondbezitters. Zij droegen veel van de kosten binnen de staat en deze nieuwe status werd ook omgezet in politieke macht. Dit zorgde echter voor tweestrijd aangezien de arme burgers en kleine boeren geen inspraak hadden. Deze strijd zorgde voor de invoering van de democratie. Actieve inspraak in bestuur zorgde ook voor een verandering in het onderwijs want de mannen die mochten stemmen moesten hun gedachten goed kunnen verwoorden en mensen kunnen overtuigen. In de democratie ontstonden sofisten, zoals Protagoras en Gorgias, die het relativisme propageerden. Filosofen zoals Sokrates, Plato en Aristoteles stonden hier tegenover en streefden naar universele kennis en objectieve waarheid. Plato introduceerde het concept van Ideeënleer en pleitte voor een samenleving geregeerd door filosofen. Na de dood van Alexander de Grote, viel het rijk in vier delen en begon het hellenisme als zoektocht naar onzekerheden in het leven. Twee belangrijke hellenistische denkrichtingen zijn het epicurisme (het leven is van tijdelijke aard en je moet je als mens wapenen tegen het toeval) en stoa (niets gebeurt toevallig, alles is voorzien door een hogere macht, die wordt aangeduid met Rede (ratio, verstand) of Voorzienigheid). In de les wordt ook het Kleroterion besproken en Perikles. Begrippen die in deze les aan bod komen zijn: aristocratie, dictatuur, directe democratie, indirecte democratie, monarchie en oligarchie.
    Leerniveau
    HAVO 4; HAVO 5;
    Leerinhoud en doelen
    Geschiedenis; De tijd van Grieken en Romeinen (3000 v C - 500 n C);
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    4 uur en 30 minuten
    Trefwoorden
    arrangeerbaar, democratie, dictatuur, filosofen, geschiedenis, griekse beschaving, ideale staatsvorm, monarchie, romeinse rijk, stercollectie