Intro en probleemstelling

Verschillende staatsvormen

In de tijd van Grieken en Romeinen bestonden er verschillende staatsvormen: democratieën, aristocratieën, monarchieën en mengvormen van deze drie. Tegenwoordig zijn er nog steeds verschillende staatsvormen. Die verschillen van de inrichting van het bestuur in de klassieke Oudheid. Maar de drie basisvormen van bestuur zijn nu nog steeds hetzelfde:


Wel of geen democratie?
Op veel plaatsen in de wereld wordt het idee ‘de meeste stemmen gelden’ gezien als het eerlijkste uitgangspunt voor een politiek systeem. Toch heeft dit democratische principe ook nadelen.
In de Oudheid dacht men al na over de voor- en nadelen van de verschillende bestuursvormen. De filosoof Plato was een tegenstander van de democratie. Hij vond het niet logisch om mensen te laten meebeslissen over zaken waar ze geen verstand van hebben. De staatsman Perikles was juist trots op de democratie: "Omdat ons bestuur in handen is van velen en niet van enkelen, verzekeren onze wetten gelijk recht aan allen."

Probleemstelling

Lees de volgende twee stellingen:

In deze opdracht onderzoek je hoe men in de Oudheid over politiek en burgerschap dacht. Je kijkt of de argumenten die men in de Oudheid gebruikte in de discussies over de ideale staatsinrichting nog steeds voorkomen.

Aan het eind van de opdracht houden jullie een debat over de vraag of democratie de ideale staatsvorm is.