Je kunt de betekenis van historische gebeurtenissen, verschijnselen en ontwikkelingen voor het heden aangeven.
Je kunt bij het geven van oordelen over het verleden rekening houden met:
het onderscheid tussen feiten en meningen.
tijd- en plaatsgebondenheid van interpretaties en oordelen afkomstig van personen uit het verleden en afkomstig van hedendaagse personen, onder wie jij zelf.
de rol van waardepatronen in heden en verleden.
het ondersteunen van uitspraken met behulp van argumenten.
Domein B: Oriƫntatiekennis
Je kunt bij een kenmerkend aspect van een tijdvak een passend voorbeeld geven van een gebeurtenis, ontwikkeling, verschijnsel of handeling dan wel gedachtegang van een persoon en dit voorbeeld gebruiken om het betreffende aspect te verduidelijken.
In deze opdracht speelt het volgende kenmerkende aspect uit tijdvak 2 een rol:
De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat
Onderstaande kernbegrippen worden toegelicht in de begrippenlijst: