Thema: Landschappen - vmbo12

Thema: Landschappen - vmbo12

Thema Landschappen

Inleiding

Landschappen
In dit thema ga je aan de slag met landschappen in Nederland.

  • Landschapsvormen
    Er komen meerdere landschapsvormen voor in Nederland.
    Elke landschapsvorm ziet er weer anders uit: de één is heuvelachtig, de ander vlak, bestaande uit  klei-, zand- of veengrond.
    Hoe deze landschappen zijn ontstaan leer je hier.
  • Cultuurlandschappen
    Dit zijn ​landschappen die grotendeels door invloed van de mens zijn gevormd.
    Hier vallen agrarische landschappen onder, maar ook stedelijke en industriële landschappen en gebouwen.
    Veel door de mensen aangelegde waterwerken beschermen ons land tegen het steeds maar stijgende zeewater.
    Land wordt gewonnen door droogmakerij van grond (polders) ten behoeve van de landbouw.
    Nieuwe wildernisgebieden worden aangelegd om een stukje wildernis in de natuur te behouden.

 

Introductie - opdracht

Een definitie van een landschap is:
"Een landschap is een gebied waarvan het karakter wordt bepaald door de natuur en door menselijke factoren."

Deze definitie kom je in stap 1 Landschapsvormen tegen.

Zoek op internet naar een andere definitie van landschap.
Zorg dat je een definitie vindt die je zelf begrijpt.

Schrijf de definitie op.
Vergelijk de definitie met de definitie hierboven.

Laat de definitie ook lezen aan een klasgenoot.
Natuurlijk lees je ook zijn of haar definitie.
Kies samen de definitie uit die jullie het beste vinden.

Wat kan ik straks?

Aan het eind van het thema kan ik:

  Opdracht
benoemen wat wordt verstaan onder het begrip 'landschap'.
  • Landschapsvormen
vijf verschillende landschapstypen opnoemen die in Nederland voorkomen.
  • Landschapsvormen
van minstens drie typen omschrijven hoe deze landschappen zijn ontstaan.
  • Landschapsvormen
het verschil benoemen tussen natuurlandschap en cultuurlandschap.
  • Cultuurlandschappen
drie vormen van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
  • Cultuurlandschappen
omschrijven wat een droogmakerij of polder is en om welke reden dit land is drooggelegd.
  • Cultuurlandschappen

Wat ga ik doen?

Het thema 'Landschappen' bestaat uit de volgende onderdelen:

Onderdeel Tijd in lesuren Eindproduct
Inleiding 0,5 -
Opdracht: Landschapsvormen 3 Toets en/of foto-opdracht
Opdracht: Cultuurlandschappen 2 à 3 Toets
Afsluiting 0,5 Tabel
Totaal 7  

De tijd is een indicatie en afhankelijk van de keuze van het eindproduct.

Opdrachten

Landschapsvormen

Landschapsvormen

Intro

Nederland staat bekend als een vlak land met veel groen.

Als je wat beter kijkt, zie je heel wat verschillende landschappen in Nederland.

In deze opdracht staan landschapsvormen centraal.

Welke landschappen zie je op de afbeeldingen?

 

 

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip landschap omschrijven en het verschil tussen een natuurlandschap en cultuurlandschap uitleggen.
  • minimaal vijf landschapstypen noemen die in Nederland voorkomen.
  • van minimaal drie Nederlandse landschappen omschrijven hoe ze zijn ontstaan.
  • omschrijven hoe deze landschappen er uit zien.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft landschappen in je eigen omgeving en kunt van minimaal drie Nederlandse landschappen omschrijven hoe ze zijn ontstaan.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leert in de Kennisbank wat wordt verstaan onder het begrip 'landschap' en je maakt onderscheid tussen natuur- en cultuurlandschap. Je zoekt twee afbeeldingen over elk van deze landschappen.
Stap 2 Je bestudeert de kaart met verschillende landschapssoorten in Nederland. Je maakt er een oefening over.
Stap 3 Je leest in de Kennisbank over duinlandschap. Je bekijkt een video en maakt een oefening.
Stap 4 Je leest in de Kennisbank over rivierkleilandschap. Je bekijkt een video en maakt een oefening.
Stap 5 Je leest in de Kennisbank over heuvellandschap. Je bekijkt een video  en beantwoordt vragen.
Stap 6 Je leest in de Kennisbank over veenlandschap. Je bekijkt video's over laagveen en hoogveen en maakt er een oefening over.
Stap 7 Je leest in de Kennisbank over zeekleilandschap en polders. Je bekijkt twee video's en beantwoordt vragen.
Stap 8 Je leest in de Kennisbank over zandlandschap. Je bekijkt video's over stuifzand en stuwwallen. Je maakt een oefening.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over landschapsvormen.
Eindopdracht A Kies je voor eindopdracht A: dan maak je een toets.
Eindopdracht B Kies je voor eindopdracht B: dan combineer je foto's met een omschrijving.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Nederlandse landschappen

In Nederland kun je onderscheid maken tussen natuurlandschap en cultuurlandschap.

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina Landschap.

Landschap


Maak nu de volgende opdracht.

Stap 2: Landschapsvormen

Bestudeer nu in de Kennisbank de pagina Nederlandse landschappen.
Je ziet op die pagina een kaart van Nederland.
Daarop staan alle landschapsvormen die in Nederland voorkomen.

Nederlandse landschappen


Maak nu de volgende oefening.

Stap 3: Duinlandschap

Duinlandschap

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over duinlandschap.

Duinlandschappen


Bekijk de volgende video over het ontstaan van de zeeduinen.
In welke provincies in Nederland tref je duinlandschap aan?


Gebruik de informatie uit de Kennisbank en de informatie uit de video bij het maken van de volgende oefening.

 

Stap 4: Rivierlandschap

Rivierlandschap

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over rivierkleilandschap.

Rivierkleilandschap


Bekijk de video en maak de oefening.
Noem, behalve de kleigrond, nog een ander kenmerk van een kom.

Maak na het bekijken van de video de oefening over rivierkleilandschap.



 

Stap 5: Löss - heuvellandschap

 

Holle weg in Zuid-Limburg

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over heuvellandschap.

Löss of heuvellandschap


Bekijk de video en maak de oefening.
Waarom vindt op de heuvels in Zuid-Limburg geen akkerbouw plaats?

Stap 6: Veenlandschap

Veenlandschap

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over veenlandschap.

Veenlandschap


Kijk naar de volgende twee video's over hoogveen en laagveen.
Maak daarna de oefening.

Video: Landschap laagveen


Video: Kenmerken hoogveen

 

Stap 7: Zeekleilandschap

Polderlandschap

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over zeekleilandschap.

Zeekleilandschap


Kijk naar de volgende twee video's en maak de oefening.

Video: Polders in Zeeland



Video: De Beemster
Noem een van de redenen waarom de Beemster destijds is drooggelegd.

 

Stap 8: Zandlandschap

Zandlandschap

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over zandlandschap.

Zandlandschap


Bekijk de video's over stuwwalen en stuifzand.
Maak daarna de oefening.

Video: Ontstaan stuwwallengebied


Video: Stuifzand
Hoe kan het stuifzand in bedwang worden gehouden, zodat het niet alle kanten op waait?

Afronding

Begrippen

Zandlandschap
Landschap ontstaan door afzettingen van (dek)zand.

Dekzand
Door de wind afgezet zand.

Rivierkleilandschap
Landschap ontstaan door overstromingen van rivieren.
Zeekleilandschap
Een land dat is ontstaan door overstromingen van de zee die zeeklei achter liet.
Duinlandschap
Gebied aan de kust met duinen.
Veenlandschap
Gebied met veen.
Lösslandschap
Heuvelachtig gebied met de vruchtbare grondsoort löss.
Rivierbedding
Het gebied dat een rivier heeft uitgesleten.
Uiterwaarde
Het gebied tussen de zomerdijk en winterdijk.
Rivierdijk
Dijken aan weerszijden van een rivier bedoeld om overstromingen van het binnendijkse gebied te voorkomen.
Duin
Heuvel van zand ontstaan door de wind.
Veen
Grondsoort bestaande uit organisch materiaal.
Löss
Zeer vruchtbare grondsoort met een kleine korrelgrootte.
Heuvel
Reliëf met hoogteverschillen tussen de 150 en 500 meter.
Rivier
Een natuurlijke waterloop die water afvoert van een hoger gelegen gebied naar een lager gelegen gebied.
Sedimentatie
Het afzetten, op de bodem terechtkomen, van sedimenten zoals zand, grind en klei in een ander gebied dan de plek van herkomst.
Erosie
Het uitschuren en afvoeren van los materiaal van de aardkorst naar een andere plek door wind, water en ijs.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap.

Eindopdracht A: Toets

In deze stap maak je de toets 'Landschapsvormen'.
De toets bestaat uit gesloten vragen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

 

Eindopdracht B: Foto's

Terugkijken

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je vijf landschapstypen opnoemen die in Nederland voorkomen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Heb je genoeg tijd gekregen om alle opdrachten te voltooien?

  • Eindopdracht B
    Wat vond je van de eindopdracht?
    Heb je de fotoopdracht goed gemaakt?

Cultuurlandschappen

Cultuurlandschappen

Intro

Een landschap dat is ontstaan door de activiteiten van mensen noem je een cultuurlandschap.

Een cultuurlandschap bestaat uit elementen als wegen, akkers en weilanden, parken en vijvers, huizen en fabrieken, dorpen en steden.

Het grootste deel van het cultuurlandschap is in gebruik voor de agrarische sector.

Daaronder vallen akker- en tuinbouw, veeteelt, visserij en melkhouderij.

Heeft jouw woonomgeving een agrarische bestemming?
Waaraan merk je dat?

Wat kan ik straks?

Aan het eind van deze opdracht kan ik:

  • het begrip landschap omschrijven en het verschil tussen een natuurlandschap en een cultuurlandschap beschrijven.
  • aangeven welke sector het grootste deel van het landoppervlak in gebruik heeft.
  • drie voorbeelden van agrarisch gebruik van het landoppervlak noemen.
  • omschrijven wat een polder of droogmakerij is.

Wat ga ik doen?

Activiteiten
De activiteiten in deze opdracht dragen bij tot het volgende leerdoel:
Je beschrijft landschappen in de eigen omgeving.

Aan de slag
Stap Activiteit
Stap 1 Je leest over de toepassing van cultuurlandschap. Je leest in de Kennisbank over bodemgebruik en maakt er een oefening over.
Stap 2 Je leest over het agrarisch gebruik van de bodem en hoe verschillend het wordt toegepast in delen van Nederland. Je bekijkt een video en maakt een oefening.
Stap 3 Je leest over het nut van waterwerken en het zeewaterniveau. Je bekijkt een video en beantwoordt daar vragen over.
Stap 4 Je leest over het ontstaan van Flevoland. Je bekijkt er video's over en beantwoordt een vraag.
Stap 5

en

Je leest over polders en droogmakerijen. Je bekijkt een video en zoekt informatie over drie grote Nederlandse polders.
Stap 6 en Je bekijkt een video over natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Je overlegt met een klasgenoot over de vraag of dit om natuur- of om cultuurlandschappen gaat.
Afronding
Onderdeel Activiteit
Begrippen De begrippen gaan over landschapsvormen.
Eindopdracht Je maakt de toets.
Terugkijken Terugkijken op de opdracht.


Benodigdheden
Geen bijzonderheden.

Tijd
Voor deze opdracht heb je ongeveer 2 à 3 lesuren nodig.

Aan de slag

Stap 1: Bodemgebruik Nederland

Landbouwgrond

Zo’n beetje iedere vierkante meter van het Nederlandse landschap is door mensen aangelegd.
Je spreekt daarom over cultuurlandschap.
Dat is landschap dat onder invloed van de mens is gevormd.

Het grootste deel daarvan is agrarisch cultuurlandschap.
Het is ten behoeve van landbouw ontwaterd, in percelen verdeeld en toegankelijk gemaakt.

Verder wordt het cultuurlandschap ook gebruikt voor stedenbouw en voor industrie.
Het wordt dan ook vaak aangeduid als stedelijke of industriële landschappen.

Bestudeer uit de Kennisbank de pagina over bodemgebruik.

Bodemgebruik


Maak vervolgens de oefening.

Stap 2: Agrarische sector

Agrarisch terrein is terrein dat in gebruik is voor landbouw en tuinbouw.
Bestudeer uit de Kennisbank de pagina's over agrarisch gebruik en de regionale verschillen.

Agrarisch gebruik

 

Bekijk de video van Schooltv over de Nederlandse landbouw.
Noem eens twee producten die we wereldwijd exporteren.

Maak nu de oefening over de agrarische sector.

Stap 3: Waterwerken

NAP meter

Waterwerken zijn door mensen gemaakte gebouwen en constructies die ons moeten beschermen tegen water. Denk hierbij bijvoorbeeld aan dammen, dijken of sluizen.
Zonder onze waterwerken zou de helft van Nederland onder water staan.

Op de website van flood.firetree.net kun je zien welke delen van de wereld onder water komen te staan bij verschillende stijgingen van de zeespiegel.
Als je inzoomt en het zeespiegelniveau aanpast op de site, kun je zien wat het voor Nederland voor gevolgen heeft.

De grens tussen land boven en onder zeeniveau wordt aangeduid met NAP (Normaal Amsterdams Peil).

In deze video van Schooltv kun je zien wat Nederland al heeft gerealiseerd aan waterwerken om boven de zeespiegel te blijven.

 


Zoek in de Bosatlas een reliëfkaart van Nederland op.
Ligt de plaats waarin jij woont boven of onder zeeniveau?

 

Stap 4: Flevoland

Flevoland is een provincie in het midden van Nederland.
Het is de jongste en qua landoppervlakte de kleinste van de twaalf provincies.
Flevoland bestaat uit de Noordoostpolder en de Flevopolder.
Beide zijn ontstaan door drooglegging van delen van de voormalige Zuiderzee.
Het is het grootste waterwerk ter wereld.

In 1938 is men begonnen met het droogleggen van het IJsselmeer.
De eerste polder was de Noordoostpolder.
Enige jaren later was de beurt aan de Flevopolder.
In 1968 was de polder helemaal drooggemalen.

Bekijk de video:

Bekijk de video. Welke methode is gebruikt om Flevoland droog te leggen?

Stap 5: Polders/droogmakerijen

De Flevopolder is de grootste, maar zeker niet de eerste droogmakerij.

Bekijk de video ‘Polders in laag Nederland’.

Bij een polder zie je een molen of een gemaal voor het wegpompen van het water.
Een polder is ook altijd omringd door een stelsel van sloten.
De sloten zijn nodig voor het wegvoeren van het water en het verlagen van het grondwaterpeil.
Op deze afbeelding is dat goed zichtbaar.

 

Alleen door het water voortdurend op peil te houden konden de polders worden drooggelegd.
Daarna werden ze geschikt gemaakt om in te wonen en te werken.

Maak de volgende oefening over polders/droogmakerijen.

Stap 6: Nieuwe natuur

Puur ongerepte natuur die nog nooit door mensen is beïnvloed, is er al lang niet meer in Nederland. Maar, op steeds meer kleine en grote natuurterreinen mag de natuur weer haar eigen gang gaan. Zulke gebieden worden 'wildernisgebieden' genoemd.

In deze video laat Staatsbosbeheer zien hoe de natuur (na een storm) zijn gang kan gaan in een wildernisgebied.
“Wildernis bestaat in Nederland”, vindt Staatsbosbeheer.
“Gebieden waar we de natuur haar gang laten gaan. Het is de natuur op haar natuurlijkst.”

Kijk naar de video over een wildernisgebied in Drenthe.


Vallen wildernisgebieden van Staatsbosbeheer onder natuur- of onder cultuurlandschap?
Bespreek de vraag met een paar klasgenoten.

Afronding

Begrippen

Polder
Een omdijkt gebied waarin de mens de waterstand kunstmatig beheerst.
Grondsoort
Materiaal dat op de aardkorst ligt.
Akkerbouwgebied
Gebied waar gewassen worden verbouwd.
(Glas)tuinbouwgebied
Gebied waar veel gewassen, zoals bloemen, fruit en groente, in kassen worden verbouwd.
Veeteeltgebied
Gebied waar veel vee wordt gehouden voor de consumptie van vlees en het verkrijgen van eieren, wol, leer, etc.
Industriegebied
Gebied met veel fabrieken, magazijnen, loodsen, etc. bij elkaar.
Recreatiegebied
Gebied dat is bedoeld om zich in de vrije tijd te vermaken.
Bodem
Het bovenste deel van de aardkorst.
Bodemvruchtbaarheid
In hoeverre een bodem voedingsstoffen bevat voor de vegetatie.
Natuurgebied
Beschermd gebied met veel natuur.
Bosgebied
Met bos begroeid gebied.
Infrastructuur
Alle verbindingen van punt A naar punt B.

Eindopdracht: Toets

In deze stap maak je de toets 'Cultuurlandschappen'.
De toets bestaat uit gesloten vragen, waarbij je het juiste antwoord moet kiezen.

Als je alle vragen beantwoord hebt, zie je je score.
Je krijgt van de vragen die je fout hebt, het goede antwoord te zien.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van deze opdracht nog eens door.
    Kun je twee voorbeelden noemen van cultureel landschap?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van deze opdracht nog eens door.
    Kun je uitleggen wat de oorzaak is van regionale verschillen in de agrarische sector?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Bij de activiteiten stond dat je ongeveer 2 à 3 uur met de opdracht bezig zou zijn.
    Heb je genoeg tijd gekregen om alle opdrachten te voltooien en de toets te maken?

Afsluiting

Kennisbanken

Het thema 'Landschappen' bestaat uit de volgende Kennisbankitems.

Eindopdracht

Ter afsluiting van het thema Landschappen ga je verschillende landschapsvormen in Nederland in kaart brengen.
Overleg met je docent of je de opdracht samen met een klasgenoot of alleen gaat maken.

De tabel komt er dan als volgt uit te zien:

  • In de eerste kolom schrijven jullie alle in Nederland voorkomende landschapsvormen op.
    Deze informatie vind je terug in de verschillende stappen van deze opdracht.
  • In de tweede kolom schrijf je in het kort, waar deze landschapsvormen in Nederland voorkomen.
    Informatie daarover kun je in de Kennisbank terugvinden of via internet.
  • In de derde kolom noteer je in het kort de kenmerken van deze landschapsvorm (heuvelachtig, structuur en mate van vruchtbaarheid van de grond, etc.).
    Ook deze informatie kun je uit de verschillende stappen halen of van internet.

Kijk in de gereedschapskist hoe je zo'n tabel samenstelt.

Klaar?
Bekijk nog even de beoordelingscriteria voor het maken van een tabel in de gereedschapskist.
Lever de tabel daarna in bij jullie docent.
Hij/zij zal bij de beoordeling letten op:

  • Hebben jullie alle informatie verwerkt in de kolommen?
  • Ziet de tabel er verzorgd uit en bevat deze niet teveel taalfouten?

Tabel maken

Een tabel of schema is een manier om gegevens in beeld te brengen, op zo’n manier dat het er overzichtelijk uit ziet.

 

D-toets

Test je kennis. Maak de diagnotische toets.

Terugkijken

Intro

  • Lees de intro van dit thema nog eens door.
    Kreeg je bij het lezen een idee over landschapsvormen en cultuurlandschappen?

Kan ik wat ik moet kunnen?

  • Lees de leerdoelen van dit thema nog eens door.
    Kun je verschillende landschapstypen opnoemen die in Nederland voorkomen?

Hoe ging het?

  • Tijd
    Voor dit thema was ongeveer zeven uur gepland.
    Klopt dat met het aantal lessen dat je over dit thema hebt gehad?
    Had je voldoende tijd om alle gegevens voor de tabel te verzamelen en deze als eindopdracht te maken?
  • Inhoud
    In dit thema kwamen droogmakerijen en polders aan de orde.
    Kun je een reden noemen waarom land destijds werd drooggelegd?
  • Eindopdracht
    Wat vond je van de eindopdracht? Heb je de tabel alleen gemaakt of samen met een klasgenoot?
    Is het gelukt een duidelijke tabel te maken over de verschillende landschapsvormen in Nederland?
  • Het arrangement Thema: Landschappen - vmbo12 is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.

    Auteur
    VO-content
    Laatst gewijzigd
    2025-11-07 09:38:14
    Licentie

    Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om:

    • het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat
    • het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken
    • voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden.

    Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

    Het thema 'Landschappen' is ontwikkeld door auteurs en medewerkers van StudioVO.

    Fair Use
    In de Stercollecties van StudioVO wordt gebruik gemaakt van beeld- en filmmateriaal dat beschikbaar is op internet. Bij het gebruik zijn we uitgegaan van fair use.
    Meer informatie: Fair use

    Mocht u vragen/opmerkingen hebben, neem dan contact op via
    de helpdesk VO-content.

    Aanvullende informatie over dit lesmateriaal

    Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar:

    Toelichting
    Dit thema valt onder de arrangeerbare leerlijn van de Stercollecties voor Aardrijkskunde voor VMBO leerjaar 1 en 2. In het thema ''Landschappen'' worden twee verschillende onderwerpen besproken. In het eerste onderwerp, genaamd "Landschapsvormen", wordt het verschil tussen een natuurlijk landschap en een cultuurlandschap uitgelegd. Vervolgens wordt er dieper ingegaan op de natuurlijke landschappen die we in Nederland hebben, namelijk het duinlandschap, rivierlandschap, heuvellandschap, veenlandschap, zeekleilandschap en zandlandschap. In het tweede onderwerp, genaamd "Cultuurlandschappen," wordt aandacht besteed aan het bodemgebruik in Nederland, de agrarische sector en de strijd van Nederland tegen het water. Aan de hand van Flevoland als voorbeeld wordt uitgelegd hoe we in Nederland omgaan met het waterprobleem en hoe we met behulp van polders en droogmakerijen ervoor zorgen dat we onder zeeniveau kunnen leven.
    Leerniveau
    VMBO gemengde leerweg, 2; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 1; VMBO gemengde leerweg, 1; VMBO theoretische leerweg, 2; VMBO basisberoepsgerichte leerweg, 2;
    Leerinhoud en doelen
    Landschappen (en menselijke activiteit); Landschapzones; Aardrijkskunde;
    Eindgebruiker
    leerling/student
    Moeilijkheidsgraad
    gemiddeld
    Studiebelasting
    7 uur 0 minuten
    Trefwoorden
    aardrijksunde, agrarische sector, arrangeerbaar, cultuurlandschap, droogmakerijen, landschappen, landschapsvormen, polder, stercollecties, vmbo leerjaar 1 & 2

    Gebruikte Wikiwijs Arrangementen

    VO-content - Gereedschapskist. (2019).

    Gereedschapskist activerende werkvormen

    https://maken.wikiwijs.nl/105906/Gereedschapskist_activerende_werkvormen

    VO-content - Toetsen. (z.d.).

    Thema Landschappen toetsen

    https://maken.wikiwijs.nl/144787/Thema_Landschappen_toetsen

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Opdracht: Landschapsvormen - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/130268/Opdracht__Landschapsvormen___vmbo12

    VO-content Aardrijkskunde. (2018).

    Opdrachten: Cultuurlandschappen - vmbo12

    https://maken.wikiwijs.nl/130269/Opdrachten__Cultuurlandschappen___vmbo12

  • Downloaden

    Het volledige arrangement is in de onderstaande formaten te downloaden.

    Metadata

    LTI

    Leeromgevingen die gebruik maken van LTI kunnen Wikiwijs arrangementen en toetsen afspelen en resultaten terugkoppelen. Hiervoor moet de leeromgeving wel bij Wikiwijs aangemeld zijn. Wil je gebruik maken van de LTI koppeling? Meld je aan via info@wikiwijs.nl met het verzoek om een LTI koppeling aan te gaan.

    Maak je al gebruik van LTI? Gebruik dan de onderstaande Launch URL’s.

    Arrangement

    Oefeningen en toetsen

    Landschappen D-toets

    IMSCC package

    Wil je de Launch URL’s niet los kopiëren, maar in één keer downloaden? Download dan de IMSCC package.

    QTI

    Oefeningen en toetsen van dit arrangement kun je ook downloaden als QTI. Dit bestaat uit een ZIP bestand dat alle informatie bevat over de specifieke oefening of toets; volgorde van de vragen, afbeeldingen, te behalen punten, etc. Omgevingen met een QTI player kunnen QTI afspelen.

    Versie 2.1 (NL)

    Versie 3.0 bèta

    Voor developers

    Wikiwijs lesmateriaal kan worden gebruikt in een externe leeromgeving. Er kunnen koppelingen worden gemaakt en het lesmateriaal kan op verschillende manieren worden geëxporteerd. Meer informatie hierover kun je vinden op onze Developers Wiki.