Taalkunde, wiskunde en statistiek werden in deze periode sterk ontwikkeld. De theologen bedachten dat je aan zinsbouw en de frequentie waarmee bepaalde woorden in de openbaringen van de profeet Mohammed voorkomen kunt aantonen dat de tekst echt is. Al-Kindi kwam op het idee gebruik te maken van de statistiek door frequenties te tellen en daar conclusies uit te trekken.