Hoi, ik ben John Green, je kijkt Crash Course World History, en vandaag hebben we het over onze goede vriend handel, en ook bedrijven. "Oh geweldig(!) Nóg een marxistisch betoog van mijn vakbond-liefhebbende leraar over hoe capitalisme de wereld vernietigt. " Weet je, vroegere-ik, alle kapitalisten noemen me een Marxist, alle Marxisten noemen me een capitalist. Ik...doe het nooit goed! Luister, vroegere-ik, ik ben dankbaar dat er een markt is voor mensen om boeken te verkopen en YouTube video's te maken, en kapitalisme is best goed in goederen en diensten toegankelijk te maken voor grote groepen mensen. Bovendien, hoe zou ik anders het zweet van het proletariaat in dit heerlijke caloriearme Dr.Pepper veranderen? (Nee, geen sponsor... Ik zou willen dat ze een sponsor waren.) Maar, vroegere-ik, ik heb ondertussen aardig wat bekertjes zweet van het proletariaat op en het heeft net niet die koolzuurhoudende schwung van caloriearme Dr. Pepper. Waar hadden we het ook al weer over? O ja, kapitalisme. Ik mag kapitalisme. Wat ik niet mag zijn monopolies en geweld, en dit zijn beiden kenmerken van een van de eerste kapitalistische ondernemingen, wat tevens het onderwerp van de aflevering van vandaag is: Verenigde Oostindische compagnie. (Mag ik jullie eraan herinneren dat dingen verkeerd uitspreken mijn ding is.) In het Engels is dat "the Dutch East India Company" Ik zou graag de Nederlandse term gebruiken maar ik kan die niet uitspreken, dus sluiten we een compromis en noemen we het de VOC. Jullie herinneren je waarschijnlijk van onze eerste serie, dat handel in de Indische Oceaan van een leien dakje ging voor honderden jaren, totdat de Portugezen probeerden en faalden de handel over te nemen in de 15e en 16e eeuw. Wat je je misschien ook herinnert is dat tussen de Portugezen en het enorm machtige Britse rijk er nog een ander Europese grootmacht was: De Nederlanders. Toentertijd was Nederland een land met 1,5 miljoen inwoners, wat ongeveer evenveel inwoners is als er nu in Greater Indianapolis wonen. Toegegeven, ze hadden al wat indrukwekkende dingen bereikt, zoals het grootste deel van hun land uit de oceaanbodem gegraven te hebben (John Green, het waren molens we hebben niets gegraven dat is niet eens logisch) maar de manier waarop ze de wereldhandel grondig gedomineerd hebben voor vijftig jaar, leert ons veel over kapitalisme, technologie, en ook geweld. Uiteraard zouden we kunnen beginnen met de opstand van de Verenigde Provincies en de Unie van Utrecht in 1579, wat de Nederlanden creëerde, of misschien de beslissing van de Katholieke Hertog van Parma in 1585 om de Protestanten het belegde Antwerpen te laten verlaten waarna ze hun handel naar Amsterdam verplaatsten of we kunnen beginnen in 1595 met het ontstaan van de eerste investeringssyndicaat in Amsterdam: de Compagnie van Verre, wat tevens ook is hoe ik mijn Minecraft server noem. De stichter van de Compagnie van Verre publiceerde een rapport genaamd "itinerario" wat enthousiast verhaalde over rijkdom en kruiden uit Zuid-Oost Azië. Er is een belangrijke passage: Iin het rapport wat de rijkdom op de eilanden aan de oostkant van Malacca beschreef: "In dit gebied dat Sunda heet is er veel peper, die ook nog eens beter is dan de peper uit India of Malabar Er is zo veel van, dat ze er jaarlijks 500,000 pond vandaan kunnen verschepen. Daarbij heeft het gebied ook veel wierook, kamfer en diamanten, aan wie men zouden moeten kunnen verschepen zonder al te veel moeite, aangezien de Portugezen er niet komen, omdat velen uit Java zelf naar Malacca gaan om hun waren te verkopen." Misschien valt het je op dat het idee in eerste instantie was om in het al bestaande handelssysteem in te breken en de Portugezen te vervangen. Vergelijkbaar met hoe de handel in de West-Indische Oceaan bloeide voor de Europeanen kwamen, was regio van de Zuid-Chinese zee en Indische Oceaan een handelsbroedplaats, wellicht zelfs nog waardevoller door de rijkdom van China. Het lijkt dat de Nederlanders in eerste instantie van plan waren om op een zelfde manier in dat bestaande handelsnetwerk te breken, bijvoorbeeld, volgens Jacob van Neck, de kapitein van de eerste succesvolle expeditie naar Indonesië, was het plan om "niemand te beroven van hun eigendom, maar eerbaar te handelen met alle buitenlandse naties." Redelijk snel maakte dat plan van vrije handel ruimte voor de harde waarheid; het feit dat competitie lagere prijzen betekende. Dus rond 1601 waren er dusdanig veel welvarende handelsbedrijven dat de inkoopkosten van specerijen in Indonesië omhoog gingen, en ook was er plotseling heel veel peper in Amsterdam, wat op zijn beurt betekende dat de prijs die voor de peper gevraagd kon worden kelderde. Er moest iets gedaan worden. In een perfecte wereld zou dit lagere prijzen voor iedereen betekenen, met een efficiente markt, maar in plaats daarvan gebeurde de VOC. We gaan naar de Thought Bubble. In 1601, de Verenigde Provinciën (oftewel Nederland) werden op nationale schaal geregeerd door een representatief bestuurslichaam dat vergaderde in Den Haag; De Staten Generaal, al was iedere individuele provincie voor het grootste gedeelte autonoom. Het lukte de leider van deze Staten Generaal om alle provincies te overtuigen een handelslichaam te vormen om de Oost-Indische handel te monopoliseren Dit nieuwe bedrijf, de VOC, werd gerund door een raad van 17 mensen, genaamd de Heeren XVII, en deze bestuurders zouden zeggenschap hebben over een bedrijf wat bevoorrecht was om haar eigen mensen in te huren, en ook om oorlog te voeren. Ik zeg "zouden" want, het duurde een jaar voor communicatie vanuit Nederland Oost-Indië zou bereiken, en nog een jaar voor de bedrijfsleiders om antwoord te geven. Dus de VOC diende praktisch gezien als een soevereine staat, met de macht om zo veel geweld als nodig te gebruiken om handelsmacht op te bouwen en te houden. Zoals auteur Stephen Brown omschreef: "De VOC handelde in feite als een staat binnen een staat." En de VOC, samen met haar zusterbedrijf de West Indische Compagnie (WIC) heeft zeker geweld gebruikt. Ze vielen de Portugese en Spaanse nederzettingen aan in Chili, Brazilië, Oost- als West-Afrika, de Perzische Golf, India, Sri Lanka, Indonesië, China en de Filipijnen tussen 1602 1663, wat je zou kunnen zien als een vroege wereldoorlog. De VOC onderscheidde zich ook van veel andere bedrijven omdat het gesponsord was met 6.5 miljoen gulden, wat tegenwoordig een kleine 100 miljoen euro zou zijn. En met dat kapitaal werd verwacht dat het voor een hele tijd missies zou betalen -- dus niet alleen voor een eerste handelsmissie. En dit soort handelsdenken op lange termijn was uniek. Zeker in vergelijking met de investeringsstrategieën van één van de grootste concurrenten van de VOC, het Britse East India Company. Het toont het scherpzinnige financiële inzicht van dit Nederlandse model. Dank je, Thought Bubble. Kortom, we hebben een bedrijf wat praktisch gezien een land is, maar het is niet echt een goed land, want het heeft geen van de verantwoordelijkheden van regeren, noch hoeft het naar haar volk te luisteren om besluiten te nemen. Het enige wat dit land hoeft te doen is geld verdienen. En daar was het erg goed in. Rond 1648 waren de Verenigde Provincies in de beste financiële staat van heel Europa. Je kan dit voor een deel afleiden van rentepercentages. Toegegeven, rentepercentages zijn slechts één manier om financiële welvaart en macht te meten, maar het is vandaag nog steeds een belangrijke factor. Dus de Nederlandse bedrijven konden geld lenen met een jaarlijks rentepercentage van 4 procent, en dat is best goedkoop als je het vergelijkt met het rentepercentage van 10 procent voor Engelse bedrijven ... of de 24,99 procent wat het mij kost om geld te lenen met mijn credit card. En juist omdat de Nederlandse schulden zo veel goedkoper waren, konden ze twee een half keer meer investeren dan de Engelsen, zoals in een leger en een vloot. Dit gaf de Nederlanders een enorme voorsprong op hun rivalen. Één reden voor de lage rentepercentages was omdat de bedrijven welvarend waren en dus meestal mensen terug betaalden. Maar nog een reden is dat doorsnee Nederlanders al vaker geld investeerden in obligaties voor het droogleggen van land, de beroemde dijken en windmolens die land onder de zeespiegel in velden omtoverde, waar je tulpen kon laten groeien...of iets anders, maar nee, ze kweken alleen tulpen. Volgens bedrijfshistoricus William Bernstein, werd de traditie van het investeren in bindingen "overgedragen in de handel: na 1600 was het voor Nederlandse burgers even normaal om een aandeel in een handelsschip naar de Oostzee of de Specerijeilanden te bezitten." En een aandeel is nog een erg interessant idee dat de Nederlanders omarmden. Dit liet kooplieden hun risico verspreiden, door een procentueel aandeel te kopen in handelsondernemingen. Het is veel handiger een tiende van tien schepen te bezitten, dan een heel schip, want als in het eerste geval een schip zinkt, ben je niet je hele kapitaal kwijt. De Nederlandse handelslieden investeerden ook enthousiast in toekomstige markten, zo raadden ze wat de prijs van peper zou worden over zes maanden, of zelfs over een jaar. Ze creëerden nieuwe financiële middelen die gekocht en verkocht konden worden, en kooplieden kochten maritieme verzekeringen, wat hun risico nog meer verminderde. Een lager risico betekend dat je meer van je kapitaal kan investeren tot je uiteindelijk een volledig efficiënte markt hebt en alles perfect is. Nou ja, tot de crash van 2008. wacht, waar hadden we het over? Het Nederlandse financiële systeem en haar bedrijven waren simpelweg beter dan de competitie. Daarom konden ze het grootste deel van de handelszaken overnemen, maar dat is uiteraard niet het hele verhaal. Nog een reden waarom de VOC zo succesvol was was door regeringsinvesteringen en centralisatie. De VOC was bevoorrecht door de Staten Generaal, en kon dus rekenen op militaire en financiële ondersteuning van de Nederlandse regering. Nog een voordeel van gesponsord worden door je overheid is dat het erg lastig wordt voor competitie om op te komen, omdat deze niet door de overheid werd gesponsord. In Indonesië had de VOC één enkele gouverneur-generaal die alle werkzaamheden beheerde, terwijl het Britse East India Company eerder een verzameling van handelsposten was, die allemaal met elkaar streden om een aandeel van de specerijen. Competitie brengt misschien wel prijzen omlaag voor klanten, maar het brengt ook opbrengst omlaag voor bedrijven. in 1605 realiseerde de VOC dat als de écht winst wilden maken, ze een monopolie op de specerijenhandel nodig hadden. En om dat te krijgen, hadden ze permanente handelsbases in Indonesië nodig. Eerst kregen ze de specerijen door ervoor te handelen met de mensen die ze kweekten, voornamelijk met de bewoners van de Banda eilanden, wat de enige plek was waar nootmuskaat werd gekweekt. Maar ja, eerlijk en onpartijdig handelen is niet de manier waarop je je winst maximaliseert. Eerst verwelkomden de Bandinezen de Nederlanders wel, omdat ze veel relaxter waren met betrekking tot geloof als de Portugezen, maar de Nederlanders misleidden hen door ze exclusieve handelsovereenkomsten te laten tekenen, die de Bandinezen zo goed als zeker zouden schenden. En als ze dat deden...liep het niet goed af. In 1609 zeiden de Bandinezen "Nee, jullie begrijpen het niet, we hebben handel nodig voor voedsel" en de Nederlanders zeiden "Maar je had het beloofd" en toen vermoordden de eilanders 47 Nederlandse soldaten en officieren in het daaropvolgende gevecht. De Nederlanders hebben veel meer Bandinezen vermoord, die toen opgaven en instemden met een nootmuskaatmonopolie voor de Nederlanders, hoewel ze stiekem nog steeds handelden met de Engelsen. En na dit alles, rond 1612, werd Jan Pieterszoon Coen de dominante macht in Indonesië. Hij had geleerd voor boekhouder, maar hij was ook een meedogenloos militair leider, die voor een groot deel verantwoordelijk is voor de Nederlandse specerijenmonopolie, en ook voor de vreselijke relatie met de Britten, en ook voor...bepaalde misdaden tegen de menselijkheid. Coen zorgde voor de verandering in het VOC beleid van normale handel naar een monopolie in zowel het vervoeren als produceren van specerijen. Hij maakte het ook duidelijk dat deze handel kon rekenen op militaire ondersteuning. Hij schreef "Uwe edelachtbaren zouden moeten weten dat handel in Azië gedreven moet worden onder de bescherming en voorkeur van Uwe eigen wapens, en dat deze wapens betaald moeten worden met de opbrengsten van de handel, opdat we niet kunnen handelen zonder oorlog noch oorlog kunnen voeren zonder handel. Er is geen handel zonder oorlog, geen oorlog zonder handel -- dat is iets om over na te denken. Coen begon ook veel oorlogen, voornamelijk tegen de Engelsen, ondanks het feit dat de Nederlanden en Engeland samen handelsonderhandelingen voerden tussen 1613 en 1619. Gevechten tussen de VOC en de Engelsen ging zelfs door nadat een overeenkomst getekend was. Door het geweld, waarbij ook Engelse handelslieden aangehouden en gemarteld werden, was Coen in staat om de Engelsen weg te jagen en de specerijenmonopolie voor de VOC te verzekeren. Met de Engelsen uit het beeld, kon Coen zich focussen op geweld gebruiken om niet alleen de handel, maar ook de specerijenproductie te domineren. Zijn initiële plan, volgens Stephen Bown, was "om het eiland te ontvolken door de bewoners te vervangen met geïmporteerde slaven en arbeiders onder bevel van de VOC", en hij voerde dit uit met als gevolg een ethnische zuivering van de Banda eilanden. Na ongeveer 20 jaar hadden de Nederlanders een bijna volledige monopolie op kruidnagel, nootmuskaat en foelie. In 1658 voegden ze hier kaneel aan toe door Sri Lanka over te nemen. En na 1638 waren ze het enige Europese land dat mocht handelen met Japan. We denken vaak dat de kern van de specerijenhandel tussen Indonesië en Europa was, maar dat was het niet. VOC's hoofdstad VOC's hoofdstad Batavia werd de belangrijke haven in heel Zuid-Oost-Azië, waar specerijen vanuit Indonesië, en goud en koper en zilver uit Japan, en thee en porselein en zijde uit China allemaal doorverkocht werden aan India, waar ze weer verhandeld werden voor katoen, wat gebruikt werd om nog meer Aziatische goederen te kopen. en dát bracht de meeste winst voor de VOC. Halverwege de 17e eeuw bereikten slechts de luxegoederen met de hoogste kwaliteit Europa, omdat dat de plek was waar de marges het hoogst waren. Het midden van de 17e eeuw was dus de gouden eeuw voor de Nederlanders; het was de tijd die ons Rembrandt en Vermeer bracht, maar ook de rijkdom en luxe die afgebeeld wordt in hun schilderijen. Als je ooit in Amsterdam komt, wat je zou moeten doen, en je langs de kanalen loopt en de prachtige herenhuizen ziet, valt het je op dat veel van deze herenhuizen in de 17e eeuw gebouwd zijn. En veel daarvan was gebaseerd op het succes van de VOC en de handel in specerijen, maar uiteindelijk veranderde de smaak van de Europeanen, en werd de vraag naar nootmuskaat vervangen door een honger naar suiker. Uiteraard zou de suikerhandel later bekend staan om haar gerechtigheid en eerlijke handel. Grapje. Het zou later bekend staan om de slavernij. Daarnaast werden de Nederlandse wollen goederen vervangen door de nieuwe katoenmarkt. De Britten bleken in een betere positie voor de handel en productie van deze nieuwe en waardevollere producten, en ze kopieerden zelfs de gecentraliseerde bedrijfscultuur en het financieel kapitalisme wat de VOC groot had gemaakt. Volgens Stephen Bown "kostte uiteindelijk het meer om de monopolie te behouden dan dat de specerijen waard waren" en het bedrijf ging in 1799 bankroet. Dus de VOC waren de pioniers van financiën en hun meedogenloze jacht op winst maakte hen tot het rijkste bedrijf in de 17e eeuw. Maar we moeten voorzichtig zijn ze te verheerlijken tot de voorbodes van modern kapitalisme. Ten eerste zouden ze dit succes niet hebben gehad zonder financiële steun van de overheid, vooral als het zich hadden beperkt tot vrije handel. De VOC had een leger en een vloot om aan te vallen en te intimideren, wat toch echt geen vrije handel is. Ik denk dat er veel gehaald kan worden uit het verhaal van de VOC. Een ding wat ik me graag herinner is dat dit allemaal om nootmuskaat ging. We moeten voorzichtig zijn waar we waarde aan hechten, waarom we daar waarde aan hechten en wat we kwijtraken door er waarde aan te hechten, zoals er in de 17e eeuw in Europa gedacht werd over nootmuskaat. En het tweede is dat de VOC uiteindelijk verdween, en haar heerschappij over Indonesië overging in Nederlandse kolonisatie. De VOC geeft ons een huiveringwekkend voorbeeld van wat er gebeurde toen bedrijven machtiger werden dan de staten. Goede regeringen komen hun verantwoordelijkheid na voor hun mensen, en zelfs slechte regeringen zijn bang voor de mensen waarover ze regeren, en geen van beiden dingen zijn gebeurd in Indonesië toen het onder het bevel van de Verenigde Oost-Indische Compagnie stond. Bedankt voor het kijken. Ik zie jullie volgende week weer. Hi, Crash Course is hier gefilmd in de Chad en Stacey Emigholz Studio in Indianapolis Het zou niet gemaakt kunnen worden zonder de hulp van deze geweldige mensen, en we hebben een belangrijke aankondiging vandaag die heel belangrijk is -- in ieder geval voor het voortbestaan van Crash Course Duizenden van jullie hebben ons geholpen om Crash Course gratis te kunnen maken voor iedereen voor altijd door het support aan Subbable, maar nu is Subbable opgegaan in Patreon. Patreon is een geweldig bedrijf gerund door de makers. Het laat je veel flexibeler zijn in je support van Crash Course, dus als je Crash Course leuk vind, en je wil meedoen met de geweldig gulle mensen die het mogelijk maken, klik alstublieft hier, of check anders even de link in de doobly doo Je kan er heel veel voordeel uit halen en wij beloven op onze beurt dat we het geld gebruiken om leerzame content te maken online, en niet --dat beloven we-- om de specerijenhandel in Indonesië over te nemen! Nogmaals bedankt voor het kijken, en zoals we zeggen in mijn geboorteplaats, vergeet niet geweldig te zijn!