Test: Test jezelf: alle voornaamwoorden door elkaar
0%
In deze opdracht oefen je met de voornaamwoorden: aanwijzend voornaamwoord, persoonlijk voornaamwoord, onbepaald voornaamwoord, vragend voornaamwoord, bezittelijk voornaamwoord.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.