Het rivierwater, dat we innemen uit de Maas, gaat eerst door drie grote spaarbekkens in de Brabantse Biesbosch. De kwaliteit van het water verbetert hier tijdens dit verblijf van ongeveer vijf maanden op een natuurlijke manier. Via leidingen pompen we het water vervolgens naar de drinkwaterzuiveringen Berenplaat, Kralingen, Baanhoek en Braakman.
Hier aangekomen wordt het water waar nodig door microzeven geleid, waardoor de grove vuildeeltjes uit het water verwijderd worden. Daarna voegen we een vlokmiddel aan het water toe (ijzerchloride of aluminiumsulfaat). Dit middel werkt als een soort magneet, waar slibdeeltjes en andere verontreinigingen zich aan binden. Hierdoor kunnen we de meeste kleine vuildeeltjes uit het water verwijderen.
Dubbellaagsfilters halen vervolgens de overgebleven vlokken met het ingesloten vuil uit het water.
Daarna maken we het water bacteriologisch betrouwbaar: de hoofddesinfectie. Dit gebeurt door middel van ultraviolet licht (UV).
Als laatste gaat het water door actief-koolfilters, die ervoor zorgen dat alle geur-, kleur- en smaakstoffen verdwijnen.
Hierna doden we de bacteriën die op het actief kool groeien en zorgen we voor de juiste pH-waarde. In de zomer doseren we ook zuurstof. Hierna slaan we het zuivere drinkwater op in reinwaterreservoirs of -kelders.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.