In de horeca en hospitality beroepen ga je om met wensen en voorkeuren van je gasten. Vanzelfsprekend houd je rekening met wat de gast graag heeft of lust, en met wat de gast graag zou willen (hebben).
Dat is nou net het verschil tussen
'mögen' = graag hebben, lusten, houden van, lekker vinden en
'möchten' = graag zouden willen (hebben)
In de volgende opdrachten ga je met 'mögen' en 'möchten' in zinnen oefenen. Lees de zinnen goed en probeer je de situatie voor te stellen waarin het gesprek plaats vindt.
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.