Je gaat nu de zes modale werkwoorden steeds zelfstandiger toepassen. Dat bouw je stapsgewijs op.
Het is belangrijk dat je de betekenis van de zinnen in de opdrachten begrijpt. Lees de zinnen goed. Bedenk met welk van de zes modale werkwoorden een zin betekenis krijgt.
Soms zijn twee van de drie mogelijkheden goed. Vul steeds maar een werkwoord in!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.