Lees goed de zin. Uit de zin moet blijken wat je moet invullen. Alle begrippen van deze lessenserie komen aan bod.
Tegenwoordige tijd gaat voor verleden tijd. Dus zie je niet aan de zin welk tijd je moet invullen? Kies dan voor de tegenwoordige tijd.
De eindtoets die je voor een cijfer na deze lessenreeks zult maken, ziet er hetzelfde uit als deze eindtoets.