een wijze les van Jacob Cats, verpakt in een gedicht:
Eerst al te net,
Daer na een slet.
't IS dan, gelijck ghy selfs vvel siet, [ een dubbele V kun je lezen als de letter W]
Voor ons het meeste voordeel niet,
Het zeyl te setten in den top, [de letter S aan het begin van een woord is een Z]
En ons te seer te proncken op.
Het manne-volck, ghelooftet vry,
VVeet, immers alsoo vvel als vvy,
VVat onder ons al omme gaet;
Dit hoord' ick onlangs aen den praet [ de AE lees je als een lange A]
Van seker out, en eerlijck man,
Als hy sijn reden dus began.
De Perse-boom, vvanneer die bloeyt,
Ist schoonste dat in hoven groeyt,
Soo lang haer bloen is nieu en vers;
Maer gaet doch eens besien de Pers,
VVanneer haer bloeysel valt en speent,
Sy staet verlept, verslonst, verqueent,
En sieter uyt 'k en vveet niet hoe.
Dien bom pa ß' ic meykens toe,
Die staegh, met een vervveenden schijn,
Soo aerdich op-gestreken zijn:
VVant vrijsters altijt even net, [vrijsters zijn minnaressen, nog niet getrouwd]
Soo haest ghetrout, soo haest een slet.
En soomen daghelijcx siet, en vint, [ soomen daghelijcx = zoals men dagelijks]
Die dickvvils spiegelt, selden spint.
[dickvvils = dikwijls, vaak]