Hierna volgen enkele vraagstukken om te oefenen met hetgeen in dit hoofdstuk is behandeld.
Beantwoord de vragen en controleer naderhand of de door jouw gegeven antwoorden goed zijn.
Aan het eind krijg je een overzicht van je gegeven antwoorden en een score. De vraagstukken zijn bedoeld om je pas verworven kennis te toetsen.
Je kunt aan het eind van de oefenvragen ook een overzicht van je antwoorden uitprinten of opslaan in PDF. Weten hoe dit werkt? Bekijk dit filmpje: https://youtu.be/fXvLiepS-HQ
Hulpstoffen voor beton zijn op grond van hun hoofdwerking in te delen in vier groepen; welke zijn dat?
groep invloed op
1. de verwerkbaarheid van de specie.
2. het luchtgehalte van de speciemortel of het beton.
3. binding en verharding van mortelspecie en betonspecie.
4. weerstand tegen fysische invloeden van het beton
a. Welke zijn de voornaamste hulpstoffen, die de verwerkbaarheids-eigenschappen van betonspecie beïnvloeden?
b. Welke van deze hulpstoffen heeft, vaak onbedoeld, een dubbelfunctie?
a. Plastificeerders, superplastificeerders en luchtbelvormers.
b. De luchtbelvormers; die beïnvloeden niet alleen het luchtgehalte van het beton, en daarmee de vorstweerstand en de waterdichtheid, maar ook de verwerkbaarheid en de samenhang van de specie.
Omschrijf de werking van een plastificeerder.
Zie paragraaf 5.1.1.1 van het dictaat.
Om welke reden kan het gewenst zijn om plastificerende hulpstoffen toe te passen?
De verwerkbaarheid van een specie kan worden verbeterd door het watergehalte te verhogen.
Het toevoegen van water aan specie verlaagt echter de sterkte en de duurzaamheid van het beton. Toch is het soms nodig de verwerkbaarheid te verhogen, bijvoorbeeld bij ingewikkelde vormen of dichte wapening.
In dat geval biedt een plastificeerder de mogelijkheid de verwerkbaarheid te verhogen, zonder water toe te voegen.
Wat is een veel voorkomende nevenwerking van een plastificeerder?
Enige vertraging van de binding en soms wat verhoging van het luchtgehalte.
Niet ernstig, maar wel punten om op te letten tijdens het gebruik van plastificeerders.
Wat is het belangrijkste verschil tussen een plastificeerder en een superplastificeerder?
Een plastificeerder kan slechts in kleine hoeveelheden worden gedoseerd; bij overdosering houdt de plastificerende werking op.
Een superplastificeerder kan echter zonder problemen in tamelijk grote hoeveelheden gedoseerd worden; daardoor kan een zeer sterke vergroting van de verwerkbaarheid worden gerealiseerd.
Met welke eigenschap van superplastificeerders moet een betontechnoloog op een betoncentrale altijd rekening houden?
Met de tamelijk korte werkingsduur van deze hulpstoffen.
Dit is vooral van belang als de afstand tussen de betoncentrale en het werk groot is, of wanneer er veel verkeersopstoppingen te verwachten zijn.
Welke hulpstof zal een betontechnoloog overwegen voor de betonspecie die moet worden geleverd voor een onder water te storten vloer van een sluiskolk?
Een waterretentiemiddel; dat voorkomt immers dat het cement wordt uitgespoeld als de betonspecie onder water wordt gestort.
Welke voordelen kan het gebruik van een luchtbelvormer in betonspecie hebben?
Waarmee moet rekening worden gehouden bij gebruik van een luchtbelvormer?
Voordelen:
De samenhang en verwerkbaarheid van de specie en de duurzaamheid van het beton verbeteren.
Nadeel:
De sterkte van het beton wordt minder.
Noem vijf factoren die van invloed kunnen zijn op de variatie in het luchtgehalte bij een gelijkblijvende dosering luchtbelvormer.
De vijf factoren zijn:
1. Korrelgradering toeslagmateriaal;
2. Hoeveelheid en de fijnheid van het cement;
3. De verwerkbaarheid van de specie;
4. De specietemperatuur;
5. De hoeveelheid poederkoolvliegas.