De diagnostische toets gaat over paragraaf 1 t/m 5. Bekijk de aanwijzingen bij de vragen en bestudeer de onderdelen die je niet goed beheerst opnieuw. Noteer eventueel vragen die je aan de docent kunt stellen.
De onderstaande antwoorden moet je zelf nakijken; vergelijk jouw antwoorden met de goede
antwoorden, en geef aan in welke mate jouw antwoorden correct zijn.