Oefening:
Bij de volgende oefening noteer je het onderwerp. Door middel van de knop 'controleren' kun je kijken of het antwoord klopt.
Het onderwerp van de zin kun je vinden door middel van het volgende stappenplan:
1. Zoek de persoonsvorm (vraag- en tijdproef)
2. Stel de vraag: wie of wat + persoonsvorm?
Bijvoorbeeld:
Tijdens de spit reist de docent met de trein.
pv: reist
wie reist:
ow: de docent
Succes!
Je hebt alle vragen beantwoord. Je kunt je antwoorden bekijken door terug te gaan naar de vragen.