Meetkunde

Martin Kindt begint met een hedendaags verhaaltje (rechts) over een jeep in de woestijn en de zon en de maan om een heel lastig onderwerp binnen de wiskunde uit te leggen. Alhoewel hij veel gestudeerd heeft en vele titels heeft is Martin Kindt altijd bezig geweest om wiskunde zo een voudig mogelijk uit te leggen. En zo dus ook met Goniometrie, of te wel Sinussen, Cosinussen en Tangens. Want hoewel het niet eenvoudig is zijn de voorbeelden en het gebruik heel natuurlijk en altijd om ons heen. Of je nu langs de kant van de weg staat te wachten op je bus, je aan het voetballen bent en via een omtrekkende beweging een mooi schot op het doel plaatst of als ijshockeyer hetzelfde doet maar dan in en cirkel, die sinussen en de cosinussen doen automatisch in je hersenen hun werk wanneer jij het winnende doelpunt schoort.

Goniometrie zit dus 'gewoon' in ons DNA verwerkt als eeuwenlang alleen hebben we dat wellicht nooit helemaal begrepen.

Wanneer we in de wiskunde beginnen met Goniometrie dan starten we altijd met de Tangens. Waarom? Omdat we ons hier iets bij voor kunnen stellen. De Tangens is een verhouding tussen de stijging en de afstand die we daarbij hebben gemaakt. Oftewel ik loop 100 meter vooruit en klim hiermee 10 meter ophoog.
Wanneer we dit uitrekenen krijgen we stijging / afstand, geeft: 10/100=0,10.

Sommige mensen zagen hierin een percentage cijfer want 10% is immers ook 0,10. En wanneer we nu een 'omgekeerde' bewerking uitvoeren krijgen we een hoek in graden van ongeveer 5,7o.