Componenten

Weerstanden
Een weerstand in de electronica doet niets anders dan iets tegenhouden. Dat lijkt misschien nutteloos maar bedenk dat je door het tegenhouden warmte kunt maken om te verwarmen. Of er ontstaat zoveel warmte dat het zelfs begint te gloeien en dat je licht krijgt.
Weerstanden zijn er in twee types, namelijk vast en variabel. Daarnaast zijn er vele uitvoeringen van licht tot heavy duty. Dit allemaal afhankelijk van de functie in het apparaat.

Voorbeeld - Stroom begrenzen
In het circuit hiernaast zie je hoe een batterij van 9 V een led (licht-gevende diode) van stroom voorziet. Het probleem met een led is dat het ding net een kind met een koektrommel is: een led weet van geen ophouden, en als je geen maatregelen neemt, trekt zij zoveel stroom dat zij kapot gaat. Hier kan een simpele weerstand uitkomst bieden door de stroom zo binnen de perken te houden, dat de led het netjes blijft doen.

In feite kunnen alle componenten kapot gaan als ze te veel stroom en/of een te hoge spanning te verwerken krijgen, en weerstanden kunnen dan een hoop schade voorkomen. Je moet natuurlijk wel opletten dat je de stroom niet te veel beperkt. Als je een weerstand van 1 MΩ in serie zet met een led, is de led weliswaar prima beschermd, maar brandt zij ook bijna onzichtbaar zwak.

 

Condensatoren
Wanneer je dorst hebt, kun je op twee manieren aan water komen: je zoekt een kraan op die op een waterleiding is aangesloten, of je koopt een flesje water. Elektriciteit werkt op een vergelijkbare manier. Je kunt elektrische energie direct van de bron (bijvoorbeeld een netadapter) betrekken, maar je kunt de benodigde energie ook halen uit een onderdeeltje dat deze energie tijdelijk kan opslaan: een condensator.

Net zoals flesjes water uiteindelijk ook weer worden gevuld uit een bron (of indirect via de waterleiding), worden condensatoren ook opgeladen door ze op een elektrische energiebron aan te sluiten. En net zoals water in een fles bewaard kan worden nadat je hem eenmaal hebt gevuld, kan een condensator de opgeslagen energie bewaren na het loskoppelen van de energiebron. In beide gevallen loopt de inhoud (water of energie) pas weer weg wanneer iemand of iets er gebruik van maakt - of het nu een dorstige elektronicus is of een component die even wat energie nodig heeft.

Het verschil tussen een condensator en een batterij
Het zal vast en zeker al bij je opgekomen zijn dat een condensator niet de enige component is die energie kan opslaan; in een batterij is immers ook energie opgeslagen, en bij een accu is het zelfs mogelijk om deze energie net zoals bij een condensator weer aan te vullen. Wat is dan eigenlijk het verschil met (en het nut van) condensatoren?
Zoals je eerder hebt kunnen lezen, levert een batterij of accu energie via een elektrochemische reactie, waardoor over de beide polen een ladingsverschil en dus een spanning wordt opgebouwd. In een condensator vindt helemaal geen reactie plaats, maar wordt de lading over de platen door een stroom van buitenaf opgebouwd. Hierbij wordt de ene plaat positief geladen en de andere negatief; en doordat tegengestelde ladingen elkaar aantrekken, willen deze ladingen graag bij elkaar blijven zitten.
Dit is dus een groot verschil met batterijen en accu’s, die chemisch werken. Condensatoren werken dan ook veel sneller en efficiënter dan accu's, maar hebben het nadeel dat ze veel minder energie kunnen opslaan. Ook lekt de opgeslagen energie meestal binnen een paar dagen weg, zelfs als er niets op een condensator is aangesloten.

 

Transsistoren.
Een transistor is, anders dan de weerstand en de condensator,  een actief component. In basis is een transistor een schakelaar. Maar een transistor kan ook versterken. Het zit allemaal in de naam van het onderedeel. Transport en resistance (weerstand) geven samen 'Transistor'. Het schakelen komt overeen met het schakelen, oftewel doorvoer van een signaal of stroompje en de weerstand hoeft niet altijd groter te worden. Door deze juist te verkleinen treedt er een versterking van het signaal op.
Maar belangrijk hierbij is dat het ellemaal electronisch wordt aangestuurd en dat het om kleine stroomsterkes gaat.

Door meerdere transistoren samen te brengen in één behuizing krijg je meer komplexe schakelingen. De Integrated Circuits (IC) kunnen tesamen een tijdklokje vormen of een micro-processor in je computer of zelfs een komplete mobiele telefoon gaan worden. De onderdelen hierin zijn dan zo kleing geworden dat grote stroomsterktes hier absoluut taboe zijn. Wat dan ook wel weer heel prettig is want dan kan de batterij ook lekker lang meegaan.

Er zijn vele verschillende soorten transistoren. De bekensten zijn wel de diodes en de spanningsregulatoren.
Bij een diode wordt de richting van de stroom geregeld. Alleen de '+' wordt doorgelaten of juist tegengehouden. Dit kan soms ook licht opleveren. Dan noemen we een dergelijke diode: Light Emitting Diode (LED).
De spanningsregulator regelt de afgegeven spanning van een dynamo. Die is nooit exact 12 volt want die varieert een beetje. Een spanningsregulator geeft wel een exacte waarde af.