--} opgaven

  1. Voor het onderzoeken van bewegingen kun je gebruik maken van een luchtkussenbaan.
    Waarom is een luchtkussenbaan daarvoor geschikt?
    1. Het wagentje ondervindt helemaal geen wrijving
    2. Het wagentje ondervindt bijna geen wrijving
    3. Het wagentje ondervindt geen luchtweerstand
    4. Het wagentje heeft evenveel massa als de omringende lucht
  2. Je kunt een (s,t)-diagram maken van een beweging.
    Hoe ziet het (s,t)-diagram van een eenparig versnelde beweging eruit?
    1. Het is een halve bergparabool
    2. Het is een hele bergparabool
    3. Het is een halve dalparabool
    4. Het is een hele dalparabool
  3. Vul in:

    1. Bij een eenparig versnelde beweging ligt de .. .. .. .. .. .. snelheid precies halverwege de .. .. .. .. .. .. en de .. .. .. .. .. ..

    2. Als je het (s,t)-diagram van een eenparig versnelde beweging tekent, krijg je een kromme die steeds .. .. .. .. .. .. omhoog loopt. Zo’n grafiek noem je een (halve) .. .. .. .. .. ..

    3. Als je de .. .. .. .. .. .. kunt verwaarlozen, is een valbeweging een .. .. .. .. .. .. versnelde beweging met een versnelling van .. .. .. .. .. ..

    4. Voor de valversnelling wordt de letter .. .. .. gebruikt in plaats van de letter α.

  4. Het wagentje van een luchtkussenbaan ondervindt vrijwel geen wrijving.
    Op welke manier is daarvoor gezorgd?

     

  5. Een eenparig versnelde beweging heeft een beginsnelheid van 10 m/s en een eindsnelheid van 16 m/s.
    Hoe groot is de gemiddelde snelheid van deze beweging?


  6. Peter en Belinda doen een practicum met de computer. Met een speciale sensor en een computerprogramma meten zij de beweging van een fietser gedurende 8 seconden. Op het beeldscherm hierboven zien Peter en Belinda het (v,t)-diagram van de beweging.

     

    1. In welk tijdsinterval is de beweging eenparig versneld?
      A - tussen t=0 en t=2 s
      B - tussen t=2 en t=5 s
      C - tussen t=5 en t=7 s
      D - tussen t=7 en t=8 s

    2. Met het computerprogramma kunnen Peter en Belinda van de beweging ook een (s‚t)-diagram maken. Je ziet drie grafieken. Wat is het correcte (s‚t)-diagram?
      A - grafiek A
      B - grafiek B
      C - grafiek C

  7. Op een videofilm van ruimtevaartorganisatie NASA doet een astronaut  een proef op de maan. Bij de proef laat de astronaut een hamer en een veer vallen. De twee voorwerpen worden tegelijkertijd op dezelfde hoogte losgelaten. Ze bereiken even later tegelijkertijd de maanbodem.

    1. Hoe komt het dat de veer tegelijk met de hamer de maanbodem bereikt, en niet langzaam naar beneden 'dwarrelt’ zoals op aarde?

    2. Het lijkt of de hamer en de veer in ’slow motion’ naar beneden vallen. Welke conclusie kun je trekken over de valversnelling op de maan?