Iedere tekst is door iemand geschreven en voor iemand geschreven. De schrijver had bij het schrijven van de tekst een duidelijk doel voor ogen. Dit doel is van belang omdat het bepalend is voor de tekstsoort. Bij het schrijven van een tekst heeft de schrijver ook een publiek voor ogen. Hij houdt bij het schrijven van de tekst rekening met zijn publiek. Dat doet hij bijvoorbeeld door de toon en het taalgebruik aan te passen aan het publiek.
Als je een tekst gaat schrijven, doe je dat vaak met een doel.
Er worden vaak vier tekstdoelen onderscheiden:
amuseren, informeren, overtuigen en overhalen/activeren.
- Je spreekt van amuseren als een tekst de lezers wil vermaken.
- Als een tekst de lezers iets wil vertellen, spreek je van een informatieve tekst of vaninformeren.
- Een tekst heeft als doel overtuigen als de schrijver wil dat de lezer de mening van de schrijver overneemt.
- Als het doel overhalen is, probeert de schrijver de lezers wel of niet iets te laten doen. Het doel is de lezers te activeren.
Als je weet met welk doel je de tekst gaat schrijven, kies je een tekstsoort die goed bij
dat doel past.
In het schema hieronder zie je bij ieder tekstdoel een aantal tekstsoorten.
Tekstdoel | Tekstsoort |
---|---|
amuseren | roman, strip, kort verhaal mop, column |
informeren | gebruiksaanwijzing, instructie studieboek, folder, recept nieuwsbericht, geboortekaartje |
overtuigen | ingezonden brief, sommige columns |
overhalen/activeren | reclamefolder, advertentie uitnodiging, affiche |
Bekijk nu dit filmpje
Tekstdoel en tekstsoort