Doel
Je kunt het schrijfdoel van de auteur aangeven en de talige middelen die hij hanteert herkennen.
- Je kent de verschillende schrijfdoelen: informeren, gevoelens uitdrukken, mening geven, overtuigen, aansporen tot handelen en amuseren.
- Je weet wat objectieve en subjectieve argumenten zijn.
- Je kunt het verschil tussen meningen, feiten en argumenten uitleggen
Je kunt verschillende tekstsoorten benoemen en het verband leggen tussen tekstsoort en schrijfdoel