3. Werkwijze

Gebruik de websites die bij ‘internetbronnen’ staan. Nu ga je de opdrachten maken. Als je iets niet begrijpt, ga dan eerst naar de leerkracht. Pas als je de opdrachten begrijpt, mag je beginnen. Schrijf de antwoorden op papier.

1.           Welke bedreigde diersoort staat er op nummer 1?

2.           Waar leven de ijsberen?

3.           Hoeveel tijgers leven er nog in het wild?

4.           Wat doet het WNF?

5.           Op welke tien bedreigde diersoorten focust het WNF zich?

6.           Wat zijn factoren voor het uitsterven?

7.           Waar staat het WNF voor?

8.           Wat zijn oplossingen voor het redden van de bedreigde diersoorten?

9.           Wat eten reuzenpanda’s?

10.     Waar leven neushoorns?