- Begripsbepaling
|
- Dementie is de naam voor een combinatie van symptomen, waarbij de hersenen informatie niet meer goed kunnen verwerken.
- Dementie is een verzamelnaam voor ruim 50 ziektes. De meest voorkomende vorm van dementie is:
* Ziekte van Alzheimer.
* Vasculaire dementie.
* Frontotemporale dementie (FTD).
* Lewy body dementie.
|
- Epidemiologie
|
- Wie worden er door de ziekte getroffen
- 1 op de 5 mensen krijgt dementie. Bij de vrouwen is de kans nog groter. Dit is 1 op de 3.
- Hoe ouder, hoe groter de kans op dementie.
- Boven de 90 jaar heeft maar liefst 40% van de mensen een vorm van dementie. In Nederland hebben op dit moment ruim 270.000 mensen dit syndroom.
- Welke factoren zijn beïnvloedend
|
Anatomie / Fysiologie / Pathologie
|
- Anatomie / Fysiologie, Pathologie.
- Bij dementie gaan de zenuwcellen in de hersenen kapot. Soms gaan niet de zenuwcellen zelf kapot, maar de verbindingen tussen de cellen. Het is ook mogelijk dat de cellen en de verbindingen het niet meer goed doen. Door deze afname van cellen functioneren de hersenen steeds minder goed. Bij sommige mensen verloopt de achteruitgang heel snel. Anderen kunnen nog jarenlang een redelijk gewoon leven leiden. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie erg verzwakt. De persoon sterft dat door een ziekte of infectie ( bijvoorbeeld longontsteking) of doordat hij niet meer kan slikken.
|
Etiologie
|
- De (mogelijke) oorzaken. De samenhangende factoren.
- Roken.
- Ongezond gewicht.
- Te weinig beweging.
- Hoge bloeddruk.
- Suikerziekte.
- Te weinig mentale en sociale activiteiten.
- Depressie.
|
- Symptomatologie
|
- De verschijnselen van de ziekte:
- Vergeetachtigheid.
- Problemen met dagelijkse handelingen.
- Vergissingen met tijd en plaats.
- Taalproblemen.
- Kwijtraken van spullen.
- Slecht beoordelingsvermogen.
- Terugtrekken uit sociale activiteiten.
- Veranderingen in gedrag en karakter.
- Onrust.
- Problemen met zien.
|
- Onderzoek en Diagnostiek
|
- Welke onderzoeken gedaan worden om tot een diagnose te komen
- Dementie kan niet van de 1 op andere dag vastgesteld worden. de symptomen vergeetachtigheid en gedragsveranderingen kunnen veel verschillende oorzaken hebben. De 1e stap is een bezoek aan de huisarts.
- Bij de huisarts worden een aantal vragen gesteld om te zien hoe het geheugen ervoor staat. Als de huisarts het nodig vindt, laat hij ook een urine-en bloedonderzoek doen, om andere verklaring voor klachten uit te sluiten.
- Ook wordt er een heteroanamnese gedaan door de huisarts. Hij toetst dan of de omgeving van de patiënt de klachten herkent. Na dit onderzoek besluit de huisarts in sommige gevallen om de klachten een poosje aan te kijken.
- Vermoedt de huisarts dementie? Dan wordt je doorverwezen naar een specialist.
- Een specialist stelt uiteindelijk vast of er sprake is van dementie en welke ziekte de dementie veroorzaakt. Hiervoor moeten ook onderzoeken gedaan worden. Dit gebeurd op de afdeling neurologie van het ziekenhuis. De specialist doet een neurologisch en neuropsychologisch onderzoek om de diagnose dementie te bevestigen.
er wordt eventueel ook aanvullend onderzoek gedaan. Dit wordt gedaan met een MRI-scan.
- Als de diagnose vastgesteld is, wordt er gekeken welke hulp en ondersteuning de persoon krijgt. Dit kan gegeven worden door een casemanager. Vroegtijdige diagnose vergoot de kans dat een eventuele behandeling helpt om de ziekte te stabiliseren, vertragen of te verzachten.
|
- Therapie
|
- De behandeling van de ziekte, Welke medicatie wordt er gegeven?
- Dementie is (nog) niet te genezen. Wel kunnen met de juiste behandeling de achteruitgang en symptomen wel worden geremd. Dit kan soms met medicatie. Ook kan er veel gedaan worden om zo goed mogelijk met de ziekte om te gaan. Het is raadzaam om je in te lezen over dementie en het omgaan met iemand van dementie.
- Voor mensen met (beginnende) dementie die thuis wonen zijn er veel mogelijkheden voor opvang, activiteiten en ondersteuning. Hierbij kun je denken aan dagopvang, zorgboerderijen en ontmoetingscentra in de wijk.
- Een medicijn dat dementie geneest is er niet. Wel zijn er medicijnen op de markt die de ziekte afremmen en de effecten van dementie verminderen. Deze worden soms voorgeschreven bij Alzheimer of Lewy Body dementie. Ook zijn er medicijnen die bepaalde symptomen van dementie kunnen bestrijden, zoals somberheid, angst en slapeloosheid. De 4 medicijnen tegen dementie hier in Nederland zijn:
* Galantamine.
* Rivastigmine.
* Donepezil.
* Memantine.
|
- Prognose / beloop
|
- De verwachting van de ziekte. Hoe verloopt het?
- Dementie heeft verschillende fases. Dementie wordt ook een progressieve ziekte genoemd, omdat het alleen maar erger wordt. Dementie is onder te verdelen in 4 fasen:
* Voorstadium van dementie à Gaat na 2 tot 3 jaar over in het volgende stadium.
Er zijn al bepaalde symptomen zichtbaar, maar je spreekt nog niet echt van dementie. De symptomen kunnen zijn:
- Niet op woorden kunnen komen.
- Achteruitgang van het kortetermijngeheugen.
- Verminderde interesses.
* Beginstadium van dementie à Gaat na ongeveer 2 jaar over in het volgende stadium.
Bij dit stadium zijn de symptomen uit het voorstadium meer op de voorgrond aanwezig. Dit gebeurd heel geleidelijk. De persoon zelf zal zelf ook steeds meer merken dat hij achteruit gaat en dit kan frustrerend zijn.
Ook zullen er in dit stadium een aantal gedragsveranderingen zichtbaar zijn.
- terugtrekken uit een groep.
- Plannen en organiseren lukt niet meer goed.
- Vergeetachtig zijn.
- Onrustig worden.
- Slaapproblemen krijgen.
- Moeite hebben met nieuwe dingen leren.
- Moeilijker met geld omgaan (rekenproblemen)
* Middenstadium van dementie à Het 1e deel van het middenstadium duurt ongeveer anderhalf jaar, het 2e deel duurt ongeveer tweeënhalf jaar.
Bij deze fase hebben mensen matige dementie. Deze mensen hebben hulp nodig bij de dagelijkse verzorging. Hier vanuit zal de hulp zich steeds meer gaan uitbreiden, dat de persoon continu zorg moet hebben.
* Laatste stadium van dementie à Het laatste stadium van dementie duurt zo’n 6 tot 9 jaar.
In dit stadium gaat de persoon hard achteruit. Continu begeleiding en zorg is hier van belang. Dit laatste stadium zal uiteindelijk direct of indirect, de dood tot gevolg hebben. Hoe herken je iemand die in deze laatste fase zit?
- Lopen en spreken gaat verder achteruit.
- zelfstandig overeind kunnen blijven zitten lukt niet meer.
- stijfheid van gewrichten en minder kunnen bewegen.
- Veranderingen in reflexen ontstaan. Zuigreflex kan terug komen.
- Persoon is incontinent.
|
- Complicaties
|
- De mogelijke complicaties
- In een sociaal isolement raken.
- Vergeetachtig zijn.
- Incontinent
- Beperkingen in ADL.
- Slaapproblemen.
- Stijfheid in gewrichten (moeilijk kunnen bewegen).
- Zuigreflex en grijpreflex van baby komt terug.
Persoon kan in laatste stadium in foetushouding komen te liggen.
|
- Hulpmiddelen
|
- Medicijnhorloge vanaf € 30,-
- Medicijnhorloges kunnen ingesteld worden om op bepaalde momenten een signaal te geven. Per signaal kan worden ingevoerd om welk medicijn het gaat. Die informatie verschijnt op de display als het horloge een signaal afgeeft. U draagt het horloge om de pols.
- Alarmsystemen, bewegingsdetectie.
- Het alarmsysteem helpt de kans op vallen of andere ongelukken verkleinen, omdat u direct kunt ingrijpen als het waarschuwingssignaal gaat. Als de persoon toch al is gevallen, bent u er snel bij om hulp te bieden.
- Sociale zorgrobots zijn een soort knuffeldieren die reageren op hun omgeving, bijvoorbeeld door geluid te maken of te bewegen. Deze robots komen voor in verschillende (dier)soorten en afmetingen, bijvoorbeeld een dinosaurus, een zeehondje of een hondje. De robot kan reageren op geluid, beweging en aanraking. Sommige robots vertonen ook emoties, bijvoorbeeld door geluid te maken en met de ogen te knipperen. U kunt aan bepaalde robots opdrachten geven en met ze spelen.
|