Wat is slechtziendheid?
Minder goed zien komt veel voor, maar in de meeste gevallen wil dit niet zeggen dat er dan ook sprake is van slechtziendheid.
Een verminderde gezichtsvermogen is onder te verdelen tot 3 oogafwijkingen. Dit zijn:
(cylindrische afwijking) Deze afwijking kan in combinatie met bij- of
verziendheid voorkomen.
Bovenstaande afwijkingen zijn meestal goed te corrigeren met een bril of met contactlenzen.
Je spreekt dus van slechtziendheid, als het gezichtsvermogen sterk verminderd is. Dit komt meestal door een oogziekte die delen van het netvlies of de oogzenuw beschadigt. Dit gebeurd bijvoorbeeld bij staar of glaucoom.
Oorzaken van slechtziendheid
Slechtziendheid kan ook plotseling ontstaan, maar veel vaker verergeren de klachten of symptomen langzaam. Plotselinge slechtziendheid komt voor bij een netvliesloslating en een afsluiting van netvliesbloedvaten door een bloedpropje.
Slechtziendheid wettelijk vastgesteld.
Dit wordt gedaan als iemand een gezichtsscherpte heeft van maximaal 30% of als iemand een heel klein gezichtsveld heeft.
Een gezichtsscherpte van 30% wil zeggen dat de persoon iets pas op een afstand van 30 meter iets kan zien, terwijl iemand met een normale gezichtsscherpte dit voorwerp al op 100 meter afstand ziet.
Een bril kan in een aantal gevallen wel wat helpen, maar de gezichtsscherpte blijft veel minder.
Behandeling.
Naast brillen en aangepaste brillen zijn er ook nog andere soorten hulpmiddelen.
Dit kan zijn, hele grote vergrootglazen waarmee je rechtstreeks van het papier kan lezen, maar ook televisieloepen, die teksten in grote letters op een beeldscherm projecteren.